Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

In koelwaters van Belgische centrales wemelt het van de potentieel dodelijke amoeben. Daar wordt niks aan gedaan.

Minister van Volksgezondheid Marcel Colla (SP) lijkt overbezorgd. Flippo’s in chipszakjes, Iraanse pistachenootjes, onveilige fopspenen en bijtringen, struisvogelbiefstukken uit Zuid-Afrika, kazen uit Frankrijk en Italië: de minister heeft ze allemaal ooit laten verbieden wegens te gevaarlijk voor zijn volk. Toen in september 1995 dieetpillen in Duitsland zes slachtoffers maakten, wou Colla prompt het hele gamma van afslankingsproducten aan strenge regels onderwerpen. In de zomer van 1996 verbood hij een polowedstrijd op het strand van Oostende, omdat paardenstront het zwemwater kon aantasten. Vorige week wilde hij de verkoop van babyvoeding in supermarkten aan banden leggen.

Om niet als “regelneef” te worden bestempeld, stuurde hij vorig jaar een persbericht rond met de boodschap dat hij niet van plan was de maanzaadjes – geplukt van de als “gevaarlijke plant” gelabelde papaver – uit de bakkerijen te bannen. Ook is ondertussen nog altijd niet uitgeklaard hoe Colla een vergunning kon geven aan het frauduleuze vleesbedrijf Tragex-Gel, dat betrapt was op de illegale invoer in Europa van rundvlees uit Groot-Brittannië, waar de mensenversie van de gekkekoeienziekte 26 slachtoffers had gemaakt.

En het antwoord dat hij op 7 juli jongstleden gaf op een parlementaire vraag van Kamerlid Frans Lozie (Agalev) over de strijd tegen de dodelijke amoebe Naegleria fowleri, lag helemaal buiten de lijn van zijn bekommernis inzake paardenstront op een strand en kleine schijfjes tussen chips. “Alhoewel ik grif toegeef dat besmetting door dit soort van micro-organismen niet mag onderschat worden, wens ik te beklemtonen dat de vaststelling van een dergelijke besmetting dateert van de jaren zeventig. Vijf gevallen werden vastgesteld: vier in het Antwerpse en één bij een metallurgisch bedrijf. Sindsdien werden geen besmettingen meer vastgesteld.” Daarmee was voor Colla de kous af.

WATERSPORT IN VILVOORDE

De bezorgdheid van Lozie was nochtans pertinent. Het onderzoekscentrum Laborelec van de holding Electrabel, die de elektriciteits- en kerncentrales in ons land beheert, had op 20 februari 1998 een brief gestuurd naar het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid (WIV) met de vraag om een onderzoek naar de aanwezigheid van de dodelijke Naegleria in de koelwaters van de centrales. Op 30 april kwam er een gelijkaardig verzoek van de Brusselse Intercommunale voor de Waterwerken (BIW). Die pompt voor haar drinkwaterproductiecentrum in Tailfer water uit de Maas, stroomafwaarts van de Franse kerncentrale van Chooz. Het koelwater van de centrale zit vol met de amoebe.

Beide instanties maakten zich grote zorgen over de aanwezigheid van het beestje. En terecht.

In 1971 publiceerden wetenschappers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in het vakblad Annales de la Société Belge de Médecine Tropicale de beschrijving van drie dodelijke gevallen van hersenvliesontsteking rond het Albertkanaal in de buurt van Antwerpen. Telkens bleek een amoebe in het hoofd van de slachtoffers te zijn binnengedrongen via het water van verwarmde indoorzwembaden. In 1972 volgde nog zo’n geval. In 1973 beschreef doctor Johan De Jonckheere, die nu verbonden is aan het WIV en beschouwd wordt als een wereldexpert inzake Naegleria’s, met enkele collega’s in het medische vakblad The Lancet de casus van een jongen die stierf aan hersenvliesontsteking, nadat hij was gaan zwemmen in het opgewarmde lozingswater van de zinkfabriek Vieille Montagne in Balen. Dat water werd geloosd in het Albertkanaal.

De Jonckheere besloot de zaak nader te onderzoeken en analyseerde het koelwater van zestien Belgische fabrieken. Zijn resultaten verschenen in 1977 in The American Journal of Tropical Medicine and Hygiene. Op niet minder dan zeven plaatsen zat de dodelijke amoebe in het warme water: onder meer in het kanaal van Vilvoorde, waarin de toenmalige elektriciteitscentrale haar water loosde en waarop veel aan watersport werd gedaan.

De rapporten van De Jonckheere bleven zonder gevolg. Er kwam geen permanente controle op de aanwezigheid van de amoebe, en evenmin een waarschuwing aan de bevolking over het gevaar van vertier in het warme koelwater.

PROBLEMEN IN SERAING EN MOL

Besmetting met de amoebe is gelukkig zeldzaam, omdat ze in principe alleen via het water de neus kan binnendringen. Als ze van daaruit langs de zenuwbaan in de hersenen geraakt, is ze echter altijd dodelijk.

De gevallen van de jaren zeventig zijn de laatste die in ons land bekendstaan. De Vlaamse gezondheidsadministratie, bevoegd voor de registratie, gaat ervan uit dat de ziekte zo exotisch is dat de meeste huisartsen ze zeker zouden rapporteren. Maar niet iedereen is ervan overtuigd dat het onderscheid tussen deze vorm van hersenvliesontsteking en de virale vorm altijd goed gemaakt wordt. Het voorkomen van de – in frequentie stijgende – bacteriële versie van de aandoening wordt in ons land systematisch opgevolgd.

De dodelijke Naegleria is waarschijnlijk permanent aanwezig in onze warme wateren, gebonden aan de thermische vervuiling door de industrie. Als het te koud wordt, kan ze zich hermetisch in een kystevorm afsluiten en jarenlang overleven. In de jaren tachtig werd haar aanwezigheid vastgesteld in het koelwater van de kerncentrale van Tihange, waar exotische vissen werden gekweekt. Een verontrust Luiks hoogleraar wilde weten in welke mate zijn studenten er gevaar liepen. Maar sindsdien werd er in ons land weinig onderzoek naar de amoebe verricht. Dit in tegenstelling tot Frankrijk, waar Electricité de France – de tegenhanger van Electrabel – sinds 1985 permanent de aanwezigheid van de amoebe controleert. Onder meer in de buurt van de kerncentrale van Chooz en de elektriciteitscentrale van Metz moeten strenge maatregelen de toegang tot het koelwater beletten.

Toch is ook een aantal mensen bij ons verontrust. Verantwoordelijken van de kerncentrale van Doel verboden plotseling het bezoek van buitenstaanders aan plaatsen waar ze in contact kunnen komen met de waterwolken die uit de koeltorens waaien, en die mogelijk de amoebe zouden verspreiden – hoewel experts aannemen dat het dier alleen overleeft in zoet water en niet gedijt in het brakke Scheldewater. In de elektriciteitscentrale van Seraing, waar de voorbije nazomer een zware besmetting met Naegleria’s werd vastgesteld, waarschuwen medewerkers ervoor om elk contact met het koelwater te vermijden.

In de centrale van Mol daarentegen, waar ook Naegleria’s in het thermisch gepollueerd water werden gevonden, blijken de mensen niet te worden ingelicht. Er wordt gevist, gezwommen en gedoken in het lozingskanaal. De amoeben zouden zelfs het Kempisch Kanaal bereikt hebben.

LABORATORIUM ZONDER VERGUNNING

De vragen tot onderzoek die Electrabel en de BIW deze lente stelden, gaven aanleiding tot een vaudeville op zijn Belgisch. Directeur Godfried Thiers van het WIV blokkeerde de aanvragen bijna een half jaar, omdat hij ruzie heeft met zijn expert De Jonckheere, die bij de Raad van State klachten lopen heeft inzake wanbeleid. “De weigering om deze onderzoeken te laten uitvoeren, bracht de volksgezondheid rechtstreeks in gevaar”, stelde Kamerlid Lozie in zijn parlementaire vraag. Het antwoord van Colla handelde – met uitzondering van de hierboven geciteerde vijf lijntjes – uitsluitend over dwarsliggende ambtenaren, ruzies binnen en tussen de instituten met bevoegdheid voor de volksgezondheid, en problemen rond de federalisering van de gezondheidszorg.

Electrabel had zich ondertussen noodgedwongen tot Electricité de France gewend om het onderzoek te laten doen, maar de Fransen weigerden de Belgische stalen te behandelen, omdat er in België een gespecialiseerd laboratorium is, in casu dat van De Jonckheere. Die kon uiteindelijk toch aan de slag.

De resultaten blijven confidentieel, maar de dodelijke amoebe werd “op vele plaatsen” aangetroffen. Bij zoverre dat Electrabel nu de inlaatkanalen en koeltorenbassins van al haar centrales, die aan zoetwater liggen, wil laten onderzoeken.

Daarvoor werd echter niet De Jonckheere, maar Frans Ollevier van het Laboratorium voor Ecologie en Aquacultuur van de KU Leuven onder de arm genomen. Die knapt veel contractwerk voor rekening van Electrabel op. Ollevier zag er geen graten in dat er met potentieel dodelijke amoeben gewerkt moest worden en trok een pas afgestudeerd licentiaat aan om het onderzoek te doen. Drie maanden werkte de man – “in afwachting van een beurs” – met een studentencontract, terwijl Electrabel betaald had voor een mandaat.

Hoewel hij geen enkele ervaring had met dit soort werk, kreeg de student het verbod om contact op te nemen met WIV- en wereldexpert De Jonckheere. Hij kreeg wel de werkprocedure, die De Jonckheere voor Laborelec had opgesteld en die ondertussen als “confidentieel” was bestempeld. De student schrok zich een hoedje toen hij het in zijn eerste stalen al zag wemelen van de Naegleria’s. En hij kreeg een schok toen hij op de website van de American Type Culture Collection, bij wie hij de voor een sluitende identificatie nodige referentiestalen van diverse Naegleria’s wilde bestellen, las dat werk met deze amoeben alleen kon in laboratoria met een vergunning biosafety 3 – ’t is te zeggen met sasdeuren en andere veiligheidsvoorzieningen die contact met pathogene organismen moeten vermijden.

Ook de Belgische wet stipuleert dat onderzoek met Naegleria fowleri in principe alleen kan in beveiligde laboratoria. De student van Ollevier moest echter gewoon tussen andere studenten zijn petrieschaaltjes uit de koelkast halen, in oude houten ovens opwarmen en onder een gewone microscoop bekijken. Na drie maanden hield hij het voor bekeken: hij vond de risico’s onverantwoord. Ondertussen heeft iemand anders zijn taak overgenomen.

Het is niet de eerste keer dat Ollevier zonder de nodige vergunningen opereert. Drie jaar geleden stelde de milieu-inspectie proces-verbaal op omdat hij zonder papieren vervuild water loosde van de viskweek in zijn kelders. Maar dat was een “vergetelheid” van een ander kaliber dan het willen werken met potentieel dodelijke Naegleria’s uit de koelwaters van Electrabel.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content