De hedendaagse woon- en werkplaats is afgeschermd van de omgeving. Kou, vocht, hinderlijke geuren en geluiden worden zo efficiënt mogelijk buitengesloten. Temperatuur en verluchting kunnen naar believen worden ingesteld. Maar deze kunstmatige microklimaten kunnen aanleiding geven tot gezondheidsklachten.
Hoewel het gebruik in huiselijke sfeer nog beperkt is, zijn de meeste openbare ruimten (kantoren, werkateliers, grote winkelcentra, bioscopen) uitgerust met airconditioning. De meeste mensen zijn het eens over het comfort van deze klimaatregeling, maar tegelijkertijd wijten ze vaak geïrriteerde kelen, prikkende ogen, zomerse snotneuzen, griepachtige toestanden en andere lichamelijke ongemakken aan diezelfde airco.
De airco houdt de temperatuur binnenskamers constant. Toch wijkt de ingestelde temperatuur het best niet te veel af van de buitentemperatuur. Het verschil zou maximaal 6°C mogen bedragen. Het menselijk lichaam is namelijk geprogrammeerd om de lichaamstemperatuur constant te houden, ongeacht de omgeving. Wanneer het lichaam wordt blootgesteld aan plotselinge temperatuursveranderingen, wordt dit als heel onaangenaam ervaren. Bij dit fenomeen speelt de kleding uiteraard een grote rol. Vrouwen zijn gevoeliger voor temperatuurschommelingen op kantoor, omdat ze vaak letterlijk minder om het lijf hebben: een rok, lichte schoenen met alleen maar nylons, dunne bloezen.
Het is evenwel een hardnekkig misverstand dat je door koude een groter risico loopt op een verkoudheid, laat staan dat die er de oorzaak van zou zijn. Verkoudheden, net als griep, worden veroorzaakt door een virus. En niet door kou an sich.
Een comfortabele temperatuur is persoonlijk en wordt mee bepaald door de activiteit die in een ruimte wordt uitgeoefend. In landschapskantoren of gebouwen waar de airconditioning centraal geregeld is, zijn er meer klachten over onaangepaste of onaangename temperatuur. Dit pleit voor de installatie van een aircotoestel in een niet te grote ruimte, voor een beperkt aantal gebruikers. Maar ook in deze situatie is het beter om een eenmaal afgestelde airconditioning niet om de haverklap bij te regelen.
Tocht is een ander verhaal. De snelheid waarmee de airco lucht in de ruimte blaast, mag niet te groot zijn. De luchtsnelheid kan in principe goed worden afgesteld en zal in dat geval geen koude tocht veroorzaken.
Maar tocht ontstaat ook door een slechte plaatsing van de airconditioning. Een toestel moet zo worden geïnstalleerd dat een onbelemmerde luchtdoorstroming mogelijk is. De koude lucht die uit het toestel geblazen wordt, blijft eerst tegen het plafond hangen. Daar mengt die lucht zich met de andere lucht die daar al aanwezig is en verspreidt zich zo verder door de ruimte. Wanneer het toestel te dicht bij een barrière is geplaatst, bijvoorbeeld een plafondbalk of een muur, botst de koude lucht daartegen en wordt de luchtstroom naar beneden afgebogen. Ook twee aircotoestellen die te dicht bij elkaar zijn geplaatst, doen tocht ontstaan omdat de koude lucht uit beide toestellen tegen elkaar botst. Langdurige blootstelling aan deze koude luchtstroom veroorzaakt lokale afkoeling van het lichaam met stramme spieren – bijvoorbeeld nek- en schouderspieren – en hoofdpijn tot gevolg.
LUCHTVOCHTIGHEID
De relatieve luchtvochtigheid (RV) is eveneens belangrijk voor het comfort. Een optimale RV ligt tussen de 40 en 60 procent. Een bepaalde temperatuur, pakweg 25°C, zal bij een hoge RV veel minder aangenaam aanvoelen dan wanneer de lucht wat droger is. Bij een RV lager dan 30 procent drogen de slijmvliezen van ogen, neus en keel uit. Rode, geïrriteerde ogen en prikkelhoest zijn het gevolg. Ook een te hoge luchtvochtigheid (meer dan 70 procent) veroorzaakt lichamelijke klachten en bevordert bovendien de verspreiding en groei van kiemen.
De RV kan door een airco perfect op een bepaald peil worden gehouden. Het lijkt een beetje contradictoir, maar het is vooral in de winter dat een airco door het reguleren van de RV mogelijk problemen kan veroorzaken. In de zomer is de luchtvochtigheid relatief hoog en dan onttrekt het toestel water van de aangezogen lucht vooraleer die opnieuw in de ruimte te verspreiden. In de winter is de lucht, zowel de gerecycleerde kantoorlucht als de verse buitenlucht, een stuk droger. Het waterreservoir van een airco dient dan om de lucht extra te bevochtigen. En het is precies dáár dat het schoentje kan gaan wringen.
Vaak wordt de airconditioning verdacht van het massaal verspreiden van ziektekiemen. Want de waterbakken van een airco zijn een aangename kweekomgeving voor veel kiemen, waaronder een aantal mogelijke ziekteverwekkers. Deze angst is gebaseerd op het incident met de legionellabacterie, eind jaren zeventig. Toen werd deze bacterie via het aircosysteem de lucht ingeblazen en besmette ze op die manier de deelnemers aan een congres. Legionella is inderdaad een bacterie die goed gedijt in de vochtige omgeving van de waterreservoirs in het aircosysteem. Maar dat doet hij ook in bijvoorbeeld een waterleiding. Wat dat betreft, had de besmetting net zo goed via de douches kunnen gebeuren. Waarschijnlijk zou de dagelijkse douche in dat geval toch met minder argwaan af te rekenen hebben dan de airco tegenwoordig.
VIRUSSEN
Het is natuurlijk wel juist dat de waterreservoirs van een airconditioning een ideale omgeving zijn voor veel bacteriën, gisten en schimmels. De meeste metingen tonen trouwens ook aan dat deze waterreservoirs bevolkt zijn door een heel arsenaal kiemen. Bovendien kan zich ook veel stof ophopen in een airco. Dat is op zich evenwel geen probleem. Een goed werkend en regelmatig onderhouden aircosysteem filtert de lucht wanneer die het toestel ingezogen wordt, vooral om het toestel zelf te beschermen tegen stof en kleine partikels. Vaak wordt de geconditioneerde lucht opnieuw door een fijne filter gestuurd voordat hij in de ruimte geblazen wordt. Hierdoor worden kiemen en stof tegengehouden. Onderhoudsmetingen tonen aan dat kiemen die zich ontwikkelen bij 25°C kamertemperatuur en bij 37°C lichaamstemperatuur in respectievelijk kleinere en grotere aantallen aanwezig zijn in de lucht van een kamer voordat hij de airco wordt ingezogen.
Dit betekent ten eerste dat een goed werkende airconditioning biologische contaminanten efficiënt uit de lucht kan verwijderen. Regelmatige controle van de binnenkant van het toestel is noodzakelijk en afhankelijk van de werkomgeving: de filter in een kapperszaak of een kantoor vol rokers heeft behoorlijk wat te verduren en zal sneller vervangen moeten worden. Als dat niet gebeurt, zou het inderdaad kunnen dat stof, kleine partikels en levende of dode kiemen – die respectievelijk infecties of allergische reacties kunnen uitlokken – in de lucht hercirculeren door het aircotoestel.
En hoe zit het dan met verkoudheden die opgelopen worden op kantoor of in het vliegtuig? Zoals gezegd, virussen zijn de oorzaak van verkoudheden en griep. Deze virussen zweven door de lucht in kleine waterpartikels, ze hebben vocht nodig om te overleven. Naast het (lucht)vocht, wordt de overlevingsduur van een virus door nog andere factoren bepaald, zoals onder meer de temperatuur en het zonlicht. Hierbij is het dus inderdaad mogelijk – en zelfs vrij logisch – dat een virus meer mensen kan besmetten wanneer het over een groter ‘actieterrein’ verspreid wordt, bijvoorbeeld met behulp van luchtcirculatie door een airco. In gesloten ruimtes, bijvoorbeeld in een vliegtuig, wordt door de airco een groot deel van de aanwezige lucht gerecycleerd. In zulke gevallen is het inderdaad niet uitgesloten dat een paar besmette medereizigers het hele vliegtuig opzadelen met hun verkoudheid. Ook hier speelt de RV een belangrijke rol. Wanneer de lucht te droog is, drogen de slijmvliezen uit, waardoor de natuurlijke bescherming van het lichaam tegen dit soort infecties minder efficiënt is. De lucht in een vliegtuig is door de grote hoogte sowieso al droger, waardoor de kans op besmetting toeneemt.
Ten tweede bewijst de grotere aanwezigheid van kiemen die groeien bij 37°C dat de meeste kiemen die in de lucht aanwezig zijn en het aircotoestel ingaan, afkomstig zijn van de mens zélf en de ruimte waarin hij verblijft. En dat is iets wat vaak over het hoofd wordt gezien. De kwaliteit van de binnenlucht in de werkomgeving laat vaak te wensen over. Stofpartikels zweven vrij rond of hopen zich op in vasttapijt en wandbekleding. Schimmels gedijen lustig in de aarde van plantenbakken. Veel werknemers delen hun kantoor met anderen, waarbij zelden of nooit rekening gehouden wordt met de bezettingsgraad op basis van de beschikbare oppervlakte. Het gevolg is onzuivere lucht, boordevol menselijke kiemen, stofdeeltjes en uitgeademde gassen zoals koolstofdioxide. Om nog maar te zwijgen van chemische verbindingen afkomstig van sigarettenrook, parfum en schoonmaakmiddelen.
Met het oog op energiebesparing zijn veel gebouwen nauwelijks voorzien van voldoende verluchtingsmogelijkheden. Hierdoor kan de binnenshuis opgehoopte ‘vervuiling’ niet weg en dat kan allergische reacties of infecties veroorzaken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
Andere lichamelijke klachten op het werk kunnen ontstaan door een inadequate verlichting, de straling van computers, de hinderlijke geluiden en geuren van kopieerapparaten, fax- en telefoontoestellen. Het geheel van klachten – gaande van vage klachten zoals hoofdpijn en concentratiegebrek, over allergie tot echte ziektes met tijdelijke arbeidsongeschiktheid – is gegroepeerd onder de noemer ‘sick building syndrome’. Maar het is onbillijk de airconditioning te beladen met alle zonden van Israël.
Nadine Jonkers
de waterbakken van een airco zijn een kweekomgeving voor veel kiemen.