INFO : Uit: ‘Bemerkingen omtrent een tentoonstelling’, 2005, copyright SABAM.

Kunstgeschiedenis kan als objectieve wetenschap gelden. Kunstkritiek is echter sui generis subjectief en kan de kunstmening manipuleren.

Een werkelijke kunstbeoordeling kan in geen geval steunen op persoonlijke vooroordelen of anekdotische ‘bijgiften’. Ze berust hoofdzakelijk op het emotioneel en onmiddellijk ‘ervaren'[… ], op een juist begrip voor deze ‘emotionaliteit’ [… ] en op kennis van het picturaal proces. Dit zijn geen rationele processen, maar een werken van archetypische voorstellingen.

Het werk van een schilder is een zoektocht naar de best mogelijke oplossing van de picturale vragen. De kunstevolutie wordt daarbij nooit overboord gegooid – en traditie wordt verbeterd of aangevuld.

Dat de vrouw in Jespers’ Afrikawerk een hoofdrol speelt, is geen toeval. De kunstenaar werkt uitsluitend door middel van zijn ‘anima’ als creatief deel van zijn mannelijke wezen. De vrouw is de draagster van het symbolisch religieuze, van transcendente bestendigheid en levenstragiek. De Afrikaanse vrouw, met haar bewegingen, met haar gang en met haar ledematen belichaamt hetzelfde oerprincipe dat bomen, bergen en de eindeloze savanne bezielt.

De vrouw is ook het levend geworden zinbeeld (anima) van de onbewuste creatieve en emotionele potentialiteiten van de mannelijke mens, dat is van die ziels- inhouden en -eigenschappen die door de paternalistische samenleving veronachtzaamd worden.

Jespers heeft het overweldigend thema van de Afrikaanse vrouw als belichaming van de archetypische ‘bios’ en als zinbeeld van het ‘onzichtbare’ Afrika gezocht en behandeld. De numerieke symboliek van de weergegeven figuren en het evenwicht in de vlak- en kleurverdeling behoorden tot zijn plastisch zoeken. In Jespers’ nooit overtroffen palet keren bepaalde kleurverbindingen zeer streng terug omdat zij de best mogelijke uitdrukking van het gezochte doel voorstellen en de evenwichtige vlakverdeling in ere houden. Tot nu toe heeft de kunstwereld dit alles niet of nauwelijks ontdekt of ontcijferd.

Waarom voor sommigen deze Afrikaperiode zo onbegrijpelijk of zelfs zo ‘minderwaardig’ tegenover Jespers’ vroeger werk lijkt, ligt wel in het feit dat slechts weinigen met hun onbewuste – met de archetypische en symbolische voorstellingen van hun eigen bestaan – een weg weten en uit vitale angst de zichtbare uitingen die in deze richting wijzen, uit het bewustzijn verdringen.

Het ‘ervaren’ van deze werkelijkheid verlangde van Floris Jespers een zich totaal inleven in de picturale mogelijkheden die Afrika hem bood. Zijn beheersen van de kleur en de daaruit volgende vormgeving was hiervoor volledig geschikt. Zijn Afrikaanse periode is een hoofdpunt in zijn werk, omdat zij de archetypale perenniteit en dus ook de traditie van het picturaal proces benadert en een baanbrekende oplossing voorstelt. De ‘persoonlijkheid’ treedt in de achtergrond om aan een universele en niet aan tijd of tendens gebonden waarheid de eerste plaats te geven.

Samenvatting door Mark Jespers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content