Dave Mestdagh

Lee Krasner (1908-1984) ging eerst de kunstgeschiedenis in als ‘de vrouw van Jackson Pollock’ en later als ‘de weduwe van’, maar die paternalistische omschrijvingen doen de veelzijdige Amerikaanse kunstenares oneer aan. Dat bewijst dit retrospectief, dat een honderdtal werken verzamelt uit haar vijf decennia omspannende carrière. Net als haar notoir driftige echtgenoot – zowel op doek als privé – bekende Krasner zich tot het abstract expressionisme, maar na de dood van Jack the Dripper in 1956 vond ze een eigen palet en beeldtaal en ging ze over op ruime, brede verfstreken. Later vervaardigde ze vooral collages, waarbij ze stukken uit vroegere doeken van haar, of van Pollock, recyclede en herschikte. Piet Mondriaan prees Krasners werk van zijn ‘sterke innerlijke ritme’. Hans Hoffmann vond het ‘zo goed dat je niet eens doorhebt dat het door een vrouw is geschilderd’.

Tot

01/09

Lee Krasner:

Living Colour

Barbican, Londen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content