Darwinistische evolutie betekent een voortdurende aanpassing aan veranderende omgevingsomstandigheden. Een aanpassing die, als ze constant genoeg is, genetisch wordt vastgelegd, door een passief proces waarbij de best aangepasten de meeste nakomelingen krijgen, zodat de aanpassing na verloop van tijd de norm wordt.

Wij zijn – voor zover we weten – tot dusver de enige soort in de evolutie van het leven geweest die greep heeft gekregen op zowel zijn omgeving als zijn genetica. Wij zijn erin geslaagd niet langer passief te ondergaan wat de natuur ons oplegt, maar zetten de natuur naar onze hand, creëren een kunstmatige omgeving waarin we goed gedijen.

Daarenboven zijn we nu in staat om onze genetica te manipuleren. Wij hebben het genetisch materiaal, waarvan Darwin het bestaan niet kende, volledig in kaart gebracht en zijn op zoek naar een beschrijving van de functies van alle genen. De volgende stap is ingrijpen, in eerste instantie op wat fout gaat, in tweede instantie op wat beter zou kunnen.

In de Australische stad Sydney is een bedrijf gevestigd dat onderzoek naar technieken voor in-vitrofertilisatie (ivf) koppelt aan onderzoek van stamcellen: primitieve cellen die in de juiste omstandigheden kunnen uitgroeien tot eender welke lichaamscel, en die als de heilige graal van de geneeskunde worden beschouwd omdat ze onbegrensde mogelijkheden lijken te bieden om disfuncties van het lichaam te corrigeren.

De meeste laboratoria in de westerse wereld houden beide disciplines angstvallig uit elkaar, omdat autoriteiten huiverig staan ten opzichte van stamcelexperimenten met menselijke embryo’s. In landen als China heeft men minder schroom om aan de essentie van het mens-zijn te sleutelen en hoopt men een definitieve voorsprong te nemen in deze technologische ontwikkelingen.

Onvruchtbaarheid doorgeven

Omdat voortplanting de kern van onze biologie vormt, hebben wetenschappers hard gewerkt om onvruchtbare mensen toch aan een kind te kunnen helpen. Vandaag kan zo goed als iedereen een eigen kind krijgen, desnoods na intensieve behandelingen in een ziekenhuis. Wetenschappers hebben zelfs de biologische paradox gecreëerd dat onvruchtbare mensen zich niet alleen kunnen voortplanten, maar in sommige gevallen hun onvruchtbaarheid zelfs aan de volgende generaties kunnen doorgeven. Onvruchtbaarheid is geen punt meer, zelfs niet als het een nuttige ingreep van de natuur was om te vermijden dat er genetische fouten worden gemaakt.

Die genetische fouten lossen we zo nodig wel op, door genen te wijzigen of te vervangen. Een discipline die uiterst moeizaam tot praktische toepassingen leidt, omdat de natuur altijd net weer ietsje complexer blijkt te zijn dan wij op het eerste gezicht vermoeden. De evolutie heeft er naar onze normen een rommeltje van gemaakt, met genen die meerdere functies kunnen uitoefenen, al dan niet in combinatie met telkens andere genen, waardoor ingrijpen op één gen ook ongewenste effecten kan hebben. Maar biotechnologen maken zich sterk dat ze er wel uit zullen raken.

Dromers van een verre toekomst zien ouders-in-spe zelfs al in de weer met catalogi waaruit ze genen kunnen kiezen die ze dan in een beginnend embryo laten inplanten, zodat ze echt greep krijgen op hoe hun kinderen eruit zullen zien. Dat zal ongetwijfeld tot een scherpe wijziging in de verdeling van een aantal kenmerken in de bevolking leiden – zie maar naar wat er gebeurt in landen waarin om maatschappelijke redenen meisjes minder gewenst zijn dan jongens. Het lijkt dat we ons zo op een evolutionair dood spoor manoeuvreren, want willekeurige variatie is nu net wat verrassende nieuwe opties oplevert.

Maar de meesten van ons houden niet van verrassingen.

Ook aan het einde van het leven wordt getornd. Darwin wist al dat er geen nieuw leven mogelijk was zonder dat oud leven sterft. Dat geldt zowel op soortniveau als op het individuele vlak. Maar sterven is iets wat onze bewuste geesten niet zien zitten, zodat wetenschappers geen moeite sparen om middelen te vinden waarmee het leven kan worden verlengd. Waardoor onze maatschappij met steeds meer levens opgezadeld raakt die in feite niet meer ‘leefbaar’ zijn, wegens te oud om goed te zijn. Hier komen de stamcellen om de hoek loeren, want die zouden de potentie hebben om versleten weefsels nieuw leven in te blazen.

Als biotechnologen hun zin krijgen, zullen ze zo goed als álle darwinistische principes de volgende halve eeuw overboord gooien. Afwachten of dat goed afloopt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content