In Afghanistan heerst, buiten Kabul, de oude anarchie van de krijgsheren weer. En vrouwen dragen er nog steeds hun burqa’s. Een interview met Giti, de vertegenwoordigster van RAWA (Revolutionary Association of the Women of Afghanistan).

Foto’s Maria Fialho

RAWA: www.rawa.org; rawa@rawa.org US dollars op rekening Mrs S. Farhad F.C. A/C No. 55060-2 Habib Bank, CDA Civic Centre Br. Islamabad, Pakistan. Deutsche Mark op rekening Mrs T Shams F.C. A/C No 33 Habib Bank Ltd. Complex Branch, Quetta, Pakistan.

Het blijft spoken in Afghanistan. Daar werd de eerste oorlog gevoerd in de anti-terroristische reeks. De genereuze wederopbouw van het land werd gegarandeerd door de VS en de westerse wereld. Nu ligt het daar. De tweede oorlog werd gevoerd, tegen Irak, waarvan alweer de genereuze wederopbouw door de VS wordt gegarandeerd. Vorige week werden de VN-sancties tegen Irak opgeheven, het land is nu officieel bezet gebied. Het is uitkijken naar wat ervan terecht zal komen. Van die genereuze hulp, democratie, opname in de moderne wereld.

Op vrijdag 16 mei reikte de Universiteit Antwerpen vijf eredoctoraten uit, waarvan één aan de Revolutionary Association of the Women of Afghanistan (RAWA). In de foyer van de Aula, waar de plechtigheid doorging, was voor de gelegenheid een kleine fototentoonstelling georganiseerd die de gasten vertrouwd kon maken met de burqa. De vertegenwoordigster van RAWA, die we Giti noemen, sprak het dankwoord uit. Haar burqa had ze niet willen aandoen, maar ze was wel gesluierd. Om veiligheidsredenen?

Giti: ‘Wij worden bedreigd, daarom moeten we in het publiek nog gesluierd optreden. Door wie we bedreigd worden? Door de Noordelijke Alliantie.’

Is de situatie dan niet veranderd?

GITI: Hoewel in de media, en vooral vanwege de regering, te horen valt dat Afghanistan bevrijd is en dat alles veranderd is, betekent het einde van de heerschappij van de Taliban nog niet dat Afghanistan bevrijd is. Jammer genoeg. Wij hebben nu dezelfde oude misdadigers van de Noordelijke Alliantie aan de macht. De warlords die tussen 1992 en 1996 al die misdaden begingen. Ons volk is dat niet zomaar vergeten. Nu heersen diezelfde lieden opnieuw, maar deze keer met de steun van de VS. Laat president Hamid Karzai zelf geen fundamentalist zijn en zelfs voor democratie opkomen, de echte macht ligt in de handen van andere krijgsheren. De handen van Fahim, Dostom of Khalili. Dát zijn de fundamentalistische criminelen die in Afghanistan de lakens uitdelen. Berucht voor hun misdaden. Vooral tegen vrouwen. Het ontvoeren en verkrachten van vrouwen. En het plunderen van huizen en van het museum in Kabul, waarna ze de buit verkochten in het buitenland. De vernieling van ons land in 1992. Toen zij in 1996 wegtrokken, lieten zij vijftigduizend doden achter – het werk van hun raketten en granaten in de burgeroorlog. En nu zijn ze daar terug. Zolang de steun aan het fundamentalisme – onverschillig welk fundamentalisme: Taliban of Noordelijke Alliantie, of Dhihadi’s of wat dan ook – blijft bestaan en die misdadigers niet ontwapend worden, kunnen we niet zeggen dat we bevrijd zijn.

Vrouwen kunnen nu wettelijk hun burqa’s afdoen, maar 85 procent van hen doet het niet omdat ze bang zijn. Zij willen niet dat hun jonge meisjes weer gekidnapt en verkracht worden door de warlords. Vluchtelingen in Iran of Pakistan durven nog niet terug naar Afghanistan. Die wachten af of er nog iets radicaal verandert.

Er is toch een heel nieuw regime?

GITI: De regering zegt dat ze democratisch is en dat ze voor vrouwenrechten opkomt. Maar de gevangenis van Kabul zit vol journalisten. Persvrijheid bestaat niet in Afghanistan. Democratische organisaties krijgen geen toelating om te werken in Afghanistan, net zoals RAWA er niet openlijk kan werken. We zijn een geweldloze organisatie, we willen alleen politieke activiteit ontwikkelen. Maar ze laten ons zelfs niet toe dekens te gaan verdelen aan de kinderen in het staatsweeshuis van Kabul.

Het blijft een onveilig land.

GITI: Twee van hun ministers zijn al vermoord, er zijn al twee of drie moordpogingen op Karzai zelf geweest. Meisjesscholen worden aangevallen en beschoten. Het is alleen maar omdat die internationale troepenmacht ISAF er gelegerd is, dat Kabul nog onder controle is. Maar dat geldt alleen voor Kabul, en zelfs daar hebben we nu veel moorden en plunderingen. Maar zodra die troepen weg zijn, begint de burgeroorlog van 1992-’97 weer. De krijgsheren hebben hun eigen legers, hun eigen partijen, hun eigen donoren voor geld en wapens. En allemaal willen ze de macht voor zichzelf. Als je buiten Kabul gaat, wordt de situatie nog veel erger omdat daar geen ISAF-troepen zijn. Ismaïl Khan doet zijn eigen ding in de westelijke provincie Herat, Dostom doet iets anders in het noorden. Zolang al deze krijgsheren niet volledig ontwapend zijn, zolang de VS en de internationale gemeenschap hun financiële, politieke en militaire steun aan de Noordelijke Alliantie niet stopzetten, en zolang de democratische krachten in het land geen krachtige steun krijgen van de internationale gemeenschap, zal er niets veranderen in Afghanistan. Karzai verliest met de dag meer van zijn geloofwaardigheid en populariteit. De mensen zien dat hij zich compromitteert met de Noordelijke Alliantie.

De Noordelijke Alliantie, dat zijn westers geklede fundamentalisten zonder baard, die het hebben over democratie. De Taliban waren wat viezer en droegen baarden. Maar qua mentaliteit en ideologie is er geen verschil. Zo zitten wij nog steeds onder het bewind van dit despotisch religieus fascisme. Dat kan toch de toekomst van ons volk niet zijn? Wij willen een democratische lekenstaat. Waarom zouden wij altijd met deze criminelen opgescheept moeten zitten omdat de VS altijd dezelfde politieke vergissingen maken? Tijdens de Koude Oorlog hebben ze de fundamentalisten gecreëerd tegen de Russen, en ze met miljoenen dollars gesteund. Een paar dagen voor 11 september 2001 gaf de regering-Bush nog 43 miljoen dollar aan de Taliban. Ooit was ook Osama Bin Laden de lieveling van de CIA. En nu zijn ze dezelfde fundamentalisten opnieuw aan het steunen. Die zijn niet alleen gevaarlijk voor ons, ze bedreigen de veiligheid van heel de wereld. Misschien organiseren de VS wel zelf een herhaling van 11 september.

Waar halen de krijgsheren hun geld vandaan?

GITI: Onder meer van de Amerikaanse regering, die één groep fundamentalisten steunde in haar strijd tegen de andere, en dus niet helemaal eerlijk was in haar zogenaamde oorlog tegen het terrorisme. Sommige krijgsheren hebben miljoenen dollars uit de VS gekregen zolang ze voor de VS nuttig waren. Daarna werden de Taliban nuttiger, ook voor de Pakistaanse regering.

En andere landen geven ook. De krijgsheren hangen, los van elkaar, af van verschillende landen. Khalili van Iran, Sayyaf van Saudi-Arabië, Ahmed Shah Massoed indertijd van de Franse regering. Wat bij die steun speelde, waren de economische en politieke belangen van die landen in Afghanistan. De oliepijpleiding die door het land moet lopen. Dat was voor die landen allemaal veel belangrijker dan het bloed van onschuldige mensen.

Waar staat RAWA dan eigenlijk voor?

GITI: Revolutionary Association of the Women of Afghanistan is in 1977 opgericht door een groepje intellectuele vrouwen. Het was toen een heel kleine vrouwenorganisatie die ijverde voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen in onze achterlijke, door mannen gedomineerde samenleving. In 1979 was RAWA met geweldloze acties betrokken bij het verzet tegen de Russische bezetting en de marionettenregering. Toen in 1992 de fundamentalisten aan de macht kwamen, concentreerde RAWA zich op de anti-fundamentalistische strijd. We komen op voor democratie en de lekenstaat, vrouwenrechten, mensenrechten. Daarover hadden we het op alle mogelijke manieren: in onze publicaties, op onze website, door te filmen met verborgen camera’s ten tijde van de Taliban. Onze leidster werd vermoord door fundamentalisten in 1987. Onze manifestaties worden nog altijd aangevallen, onze leden gevangengezet. We ontvangen de hele tijd doodsbedreigingen, aan de telefoon of per e-mail. En daarbij hebben we financiële problemen.

Nu hebben we behalve politieke ook andere projecten. We hebben sociale programma’s met onderwijsprojecten. Bijvoorbeeld: alfabetisering voor vrouwen, of het verbeteren van scholen in de vluchtelingenkampen in Pakistan. We hebben een ziekenhuis in Pakistan. We werken – zij het niet onder de naam RAWA – met mobiele medische teams in de verschillende Afghaanse provincies, om gezondheidszorg voor vrouwen beschikbaar te maken.

Steun krijgt u vooral van vrouwenorganisaties?

GITI: Vaak van feministische organisaties. Maar de meeste steun komt van individuen. Gewone mensen – in verschillende landen – die willen helpen en giften sturen. Vijf dollar, tien, honderd, zoveel als ze kunnen missen. Van regeringen krijgen we niets. En van belangrijke bronnen zoals de Verenigde Naties hebben we nooit iets ontvangen, omdat we altijd weigerden te voldoen aan de voorwaarden die ze ons stelden. Zo zijn we in Pakistan ooit naar verschillende ambassades gegaan, om financiering voor een paar van onze scholen en weeshuizen aldaar te vragen. En dan zeiden ze: we zullen u helpen als u het woord revolutionair uit uw naam haalt. Waarop we uitlegden dat we, in de tijd dat democratie verboden was in Afghanistan, de democratie in ons vaandel voerden, en dat dát een soort revolutie was. We moeten wel radicaal zijn omdat onze vijanden zo onverzoenlijk zijn. De waarheid uitdragen, is altijd revolutionair. Dus zullen we revolutionair blijven omdat we altijd voor de waarheid opkomen.

Sus van Elzen

‘Misschien organiseren de Verenigde Staten wel zelf een herhaling van 11 september.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content