De meeste immigranten komen tegenwoordig via een huwelijk in Vlaanderen terecht.

Ongeveer 70 procent van de Vlaamse allochtonen van Turkse en Marokkaanse afkomst trouwt met iemand uit zijn land van oorsprong. Ook migranten van de tweede en derde generatie verkiezen een buitenlandse partner boven een autochtoon of een allochtoon uit de eigen gemeenschap. Dat blijkt uit de cijfers die zijn verzameld in het boekje Huwelijksmigratie, een zaak van de overheid?. ‘Er wordt nogal gemakkelijk gezegd dat allochtone ouders hun kinderen die keuze opleggen’, zegt coauteur Frank Caestecker. ‘Maar zo simpel is het niet. Jongens kiezen sneller voor een Turkse of Marokkaanse bruid omdat ze allochtone Vlaamse meisjes te los en te geëmancipeerd vinden. Voor meisjes is het daarentegen vaak de drang naar emancipatie die hen ertoe aanzet een buitenlandse echtgenoot te zoeken. Mannen uit hun land van herkomst zijn vaak opener en beter geschoold, en bovendien ontsnapt een meisje zo aan de traditie om bij haar schoonouders te moeten intrekken.’

Niet alleen Turkse en Marokkaanse allochtonen halen hun partner over de grens. Naast de vele huwelijken tussen Belgen en andere inwoners van de Europese Unie, is er ook een toenemende instroom van vrouwen uit de zogenaamde ‘bruiddonorlanden’ Thailand en de Filipijnen die met Vlaamse mannen trouwen. Opvallend is dat zij in tegenstelling tot andere huwelijksmigranten meestal niet in grote steden gaan wonen, maar in provinciestadjes en op het platteland terechtkomen. Caestecker: ‘Het politieke debat beperkt zich altijd tot huwelijken tussen buitenlanders en gaat voorbij aan het feit dat jaarlijks ook honderden Belgen met een buitenlandse trouwen. Huwelijksmigratie wordt duidelijk met twee maten gemeten.’

De historicus staat ook wantrouwig tegenover het recente wetsontwerp dat het mogelijk moet maken om schijnhuwelijken met een gevangenisstraf van hoogstens één jaar te bestraffen. ‘Sinds 2000 kunnen rechtbanken een schijnhuwelijk nietig verklaren, maar dat doen ze haast nooit’, zegt hij. ‘Ze vrezen dat die mogelijkheid in een alternatieve echtscheidingsprocedure kan ontaarden. Daarnaast hebben die rechtbanken al te veel werk en is het haast ondoenbaar om uit te maken of het daadwerkelijk om een schijnhuwelijk gaat. Zelfs als men diep in het privé-leven van de mensen binnendringt, is het nog moeilijk om met zekerheid vast te stellen of het om een schijnhuwelijk gaat. Natuurlijk moeten misbruiken worden tegengegaan, maar de onvermijdelijke collateral damage mag niet te groot worden. De mogelijkheid om een huwelijk nietig te verklaren, is een slag in het water gebleken. Criminalisering van de feiten lijkt me dan ook geen oplossing.’

A.P.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content