Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Mijnheer Eyskens, na de moord op president Laurent Kabila lijkt de toekomst van Congo donkerder dan ooit.

Mark Eyskens: Die moord was onverwacht, maar heeft me niet verwonderd. Kabila heeft van zijn land een puinhoop en een broeihaard voor rebellie gemaakt. Tot schaamte van wie vertrouwen in hem heeft gesteld toen hij aan de macht kwam, uit naïviteit, opportunisme, of ideologische vooringenomenheid. Want Kabila was een ex-Lumumbist, een Castrist en een Marxist-Leninist. Sommigen vonden dat een sympathiek verleden. Zo is de Belgische Partij van de Arbeid onder Kabila actief geworden in Congo. Meer bepaald Ludo Martens was er bezig om onder de hoge bescherming van de president sovjets in Katanga op te richten. Die constructie, nadat ze in de twintigste eeuw overal is mislukt, nu bij de arme Afrikanen gaan invoeren, is meer dan eigenaardig. Congo is aan chaos en verwarring ten prooi, en dreigt in een latente burgeroorlog weg te zinken.

Het land is al in grote stukken uiteengevallen.

Eyskens: Daarachter schuilen allerlei economische belangen. Het oostelijke gedeelte is de rijke brok, waar Uganda zich met de steun van de Amerikanen op heeft geworpen. En in het zuidoosten heb je de invloed van Zuid-Afrika met op de achtergrond Britse belangen. Wij Belgen zien dat met lede ogen aan. We behouden een band met Congo en kunnen bij een groot deel van de inlandse bevolking nog steeds op sympathie rekenen. Maar verder staan we machteloos. In plaats van tien para’s uit te sturen om de ambassade te beveiligen, zou de regering een krachtiger interventiemechanisme moeten uitbouwen, samen met Fransen en Amerikanen. Maar ik heb het als minister van Buitenlandse Zaken zelf meegemaakt: er is vooral bij de socialisten altijd een grote weerzin voor het sturen van troepen naar Congo. In mijn tijd kon ik dat begrijpen, omdat we geen beroepsleger hadden en vrijwillige rekruten moesten sturen, maar dat excuus geldt niet meer. Onze regering gaat gebukt onder de beruchte Rwandadoctrine, die in de Rwandacommissie van de Senaat door Guy Verhofstadt is uitgeschreven. Daarin staat dat België nooit meer militairen zal sturen naar een ex-kolonie. Met die doctrine zit de regering muurvast. België vraagt in de Veiligheidsraad dat de internationale gemeenschap zich met Congo zou bezighouden, maar als de VN dan beslist om een vredesmacht van 5500 waarnemers en militairen op te richten, weigert België daaraan deel te nemen. Dat is niet erg consequent.

Louis Michel zou van Centraal-Afrika het kernpunt van zijn buitenlands beleid maken.

Eyskens: Daar blijft niet veel van over, al was ik voor zijn beleidsopties te vinden. Onder de vorige regering zijn we te veel out of Africa gebleven. Alleen heeft Michel met Kabila op de verkeerde man gewed. Het is ook de reden waarom hij er in het Belgische parlement de Lumumbacommissie heeft doorgedrukt. Die diende enkel om bij Kabila in het gevlei te komen, het spijt me voor wie er verhevener bedoelingen achter zoekt. België moet veel meer steun verlenen aan de generatie van jonge en goed opgeleide Congolezen. Dertigers en jonge veertigers die vaak hier hebben gestudeerd en maar één verlangen hebben: een stabiele maatschappij uitbouwen. Het zijn die mensen die Congo uit het moeras moeten halen.

In Duitsland krijgt Joschka Fischer het moeilijk met zijn verleden als links militant. De dochter van Ulrike Meinhof doet hem daarbij de duivel aan.

Eyskens: Joschka Fischer is een sympathiek en intelligent man, die een moedig Europees beleid voert. Maar een minister van Buitenlandse Zaken van de grootste Europese mogendheid, de tweede economische mogendheid ter wereld, kan zich geen verleden van geweld veroorloven. Voor elke zondaar is vergeving mogelijk en één incident tijdens een betoging mag niet iemands hele verdere leven bepalen. Maar hoewel hij dat probeert af te zwakken, propageerde hij een ideologie van geweldpleging. Geen staatsterrorisme maar straatterrorisme, wat minstens even erg is. Die vlek op zijn verleden is eigenlijk onverenigbaar met de positie van minister van Buitenlandse Zaken.

Ook deze Duitse generatie zit met haar verleden in de knoei.

Eyskens: Het Duitse volk is een groot volk. Schrap Duitsland uit de beschavingsgeschiedenis van Europa, zeker vanaf de negentiende eeuw, en er blijft niet veel over. De muziek, de literatuur, de wetenschap, de filosofie… In al die domeinen spelen Duitsers een belangrijke rol. Maar het is ook een heel romantisch volk, wat tot extreme passies leidt. En helaas zijn het vaak de bekwaamste Duitsers die zich daaraan te buiten gaan. Ook het levensverhaal van Joschka Fischer getuigt van een bijna waanzinnige verliefdheid op een ideologie.

In Washington heeft George W. Bush de eed als nieuwe president afgelegd. Daarmee komt een einde aan acht jaar Clintonbewind, ondanks de zaak Lewinsky positief voor de meeste Amerikanen.

Eyskens: Het blijkt dat die Lewinsky-affaire schromelijk overdreven is. Clinton was een goed president, een begenadigd spreker die zijn volk met overtuiging en emotionaliteit toesprak. Hij heeft zich sterk ingezet voor heel wat dossiers, zoals de problemen in het Midden-Oosten die hij tot zijn laatste snik heeft proberen op te lossen. Hij heeft wel kunnen profiteren van de kolossale boom in de Verenigde Staten, die te danken is aan de grootheid en de samenhang van het land, maar ook aan een factor die we hier te weinig onderstrepen: de VS hebben van 1970 tot vandaag 28 miljoen immigranten toegelaten. Wellicht zijn er ook tien miljoen clandestien binnengekomen. Economische studies tonen aan dat die immigranten in grote mate tot de spectaculaire groei hebben bijgedragen. Ze vormen een jonge en dynamische bevolking, die in Amerika ook kansen krijgt op voorwaarde dat ze presteert. Het is goed om dat in het kneuterige Europa te beseffen. Wij hebben hier geen immigratiebeleid, we hebben hoogstens een asielbeleid dat met haken en ogen aan elkaar hangt. Maar we zullen verplicht worden om de leemten op de eigen arbeidsmarkt met buitenlanders in te vullen. De Amerikaanse selectieve immigratiepolitiek is de moeite van het bestuderen waard.

Zal het aantreden van Bush tot een verstrakking van de Amerikaanse buitenlandse politiek leiden?

Eyskens: Dat denk ik niet, al wordt de retoriek de eerste maanden nog wat gegijzeld door de verkiezingsbeloften. Maar minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell is een gematigd en voorzichtig man. Bush moet wel proberen om nodeloze wrijvingspunten met Rusland te vermijden. De arrestatie in New York van Pavel Borodin, een hoog Russisch functionaris die de eedaflegging ging bijwonen, was niet al te gelukkig. Zelfs als die man bij een grote fraude betrokken zou zijn. Maar ik denk dat Bush en Vladimir Poetin, beiden autoritair van instelling, elkaar wel zullen vinden. De Europese Unie zal moeten opletten dat ze zich niet aan de kant laat drummen.

Zowel Bush als minister van Defensie Donald Rumsfeld willen het antirakettenschild ontwikkelen. Dreigt daarmee een conflict met de Russen en de Aziatische grootmachten India en China?

Eyskens: Ik heb begrip voor het Amerikaanse standpunt. De president kan bezwaarlijk tegen zijn burgers zeggen: ‘Wij beschikken over de technologie om ons land tegen een buitenlandse aanval te beveiligen, maar we gaan ze niet gebruiken.’ Vergeet niet dat de VS een aanval van een van de rogue states, de piratenstaten van het genre Irak, niet kunnen uitsluiten. Saddam Hoessein werkt naarstig verder aan de ontwikkeling van nucleaire en chemische wapens, en hij is niet de enige. Was ik Bush, ik zou ijveren voor een verdrag waarbij landen die bepaalde beschavingswaarden nastreven mee kunnen genieten van een gezamenlijk ruimteschild. Bush zou Rusland erbij kunnen betrekken en op termijn mogelijk China, indien dat naar meer democratie en meer respect voor de mensenrechten wil evolueren. Als alleen Amerika dat schild heeft, ontstaat er een onevenwicht in de wereld en dat is gevaarlijk.

In eigen land vraagt de CVP een referendum over het wetsvoorstel inzake euthanasie. Is dat gemeend of is het een politieke zet?

Eyskens: Dat is heel gemeend. Het gaat trouwens niet over een referendum, want dat is ongrondwettelijk, maar over een niet-bindende volksraadpleging. De regering heeft er wel een gehouden over de hervorming van de ambtenarij, dan is het toch vanzelfsprekend dat ze de mening van de burgers vraagt in een dossier over leven en dood. Het voorstel van de senaatscommissie leidt ons naar de meest liberale euthanasiewetgeving van de zogenaamd beschaafde wereld. Met de CVP maken wij al voorbehoud bij euthanasie voor bepaalde terminale gevallen, voor niet-terminale gevallen zeggen wij radicaal nee. Want dat zet de deur open voor misbruiken en kan leiden tot een perverse druk op sommige patiënten, die zich schuldig voelen voor de morele en financiële last die ze op hun familie leggen. Die omstandigheden willen wij niet creëren. Een zo ingrijpende wetswijziging mag niet door een toevallige politieke meerderheid worden doorgevoerd. De zelfbeschikking van de mens over zijn eigen leven klinkt mooi, maar men vergeet dat het menselijk leven een element is in een netwerk van sociale relaties. Het idee ‘stop de wereld, ik wil eraf’, is voor ons te individualistisch en te egoïstisch. De liberalen hebben van volksraadplegingen een speerpunt van hun politieke filosofie gemaakt, dat ze het nu in de praktijk brengen.

SP-voorzitter Patrick Janssens roept gelovigen en zelfstandigen op om met hem samen te werken. Unizo reageert positief en het ACW had zelf al een aanzet gegeven.

Eyskens: Een nieuwe episode in de herverkaveling van het politieke landschap, die in België zo stroef verloopt door ons proportioneel kiesrecht. Dat is trouwens ook verantwoordelijk voor de stijgende invloed van extreme partijen. Met een meerderheidskiesstelsel was het Vlaams Blok nooit van de grond gekomen. Janssens is een handige kerel, maar zijn uitnodiging klinkt niet geloofwaardig. Het dossier over de gelijkschakeling van het sociaal statuut van zelfstandigen en werknemers is al bij verschillende socialistische organisaties in het verkeerde keelgat geschoten. Maar goed, ook de CVP doet wel eens een oproep naar niet-gelovigen. In de middenmoot van het politieke spectrum, waar zich tachtig procent van de kiezers bevindt, worden de verschillen zo flinterdun dat die kiezers hun keuze op marginale en bijkomstige elementen gaan afstemmen. Dat komt de politieke stabiliteit niet ten goede. Ook de Belgische politiek zal moeten evolueren naar een zachte polarisatie tussen centrumlinks en centrumrechts, zoals in vele andere landen van Europa.

Vreest u dat het ACW de banden met de CVP zal doorknippen?

Eyskens: Doorknippen is een groot woord, maar organisaties als ACW en Unizo stellen zich onafhankelijker op. Ze richten zich tot de partij die hen de beste klantendienst verschaft, waar ik tot op zekere hoogte begrip voor heb. Dat maakt de zaak voor de CVP moeilijker, maar biedt ook kansen om het politieke profiel te versterken, want de partij heeft vroeger ook soms onder de verzuiling geleden. Wat niet wil zeggen dat we de standen met vijandigheid moeten gaan bejegenen. En dus zijn wij een beetje droef over bepaalde uitspraken van ACV- en ACW-leiders. Zoals het ons ook wat bitter heeft gestemd dat het NCMV, toch een begrip in onze sociale politiek, zo maar ineens van vel is veranderd en voor een neutrale benaming heeft gekozen. Laten we zeggen dat we de federale banden van vroeger door meer confederale banden moeten vervangen. En daarover zouden we beter eerst onder vier ogen praten, in plaats van met allerlei voorbarige uitspraken naar buitenuit de sfeer te verzuren.

Mark Eyskens is CVP-kamerlid, ex-premier en minister van staat.

MARK EYSKENS

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content