COMMUNICATIEADVIES

© FILIP VAN ROE

De hele zomer lang buigt Guillaume Van der Stighelen zich over termen uit ons dagelijkse taalgebruik en schrijft er voor Knack zijn bedenkingen bij neer.

Een kleine vijf euro per persoon. Dat is wat wij jaarlijks betalen aan de monarchie. Aan de ene kant zou je zeggen, niet overdreven veel om het volk wat af te leiden van de echte politiek. Aan de andere kant mogen we ons ook vragen stellen over wat we er precies voor terug krijgen. Wij betalen, en dus zijn wij de opdrachtgevers. Wij Belgen. We behoren tot die volkeren die de adel op een troon hebben gehouden. De macht hebben we hen ontnomen, maar de mythische vorm van gezag die ze uitstralen, houden we toch graag in stand. Waarom wij wel en de Duitsers of de Fransen niet, daar zullen historici wel fijne redenen voor vinden. Punt is, we hebben een koningshuis omdat wij Belgen hen nog steeds vragen koning te zijn, en bereid zijn hen daarvoor te betalen. Een andere reden is er niet. Geen paus, geen god, geen Europa dat het ons oplegt.

Dus mogen we, zeker in tijden van bezuinigingen, al eens nadenken over waarom we dat doen, en vooral, hoe we ermee omgaan.

Voorstanders van de monarchie zullen het hebben over stabiliteit. Een land dat amper anderhalve eeuw geleden werd bedacht, kan wel een gevoel van eenheid gebruiken, in afwachting dat die er ooit vanzelf komt. De democratie is nog jong en zo veel vertrouwen heeft het volk nu ook weer niet in de zelfgekozen vertegenwoordigers.

Tegenstanders zullen daar tegenoverstellen dat ze niet meer van deze tijd is. Dat het niet meer volstaat uit de juiste broek geschud te worden om de hoogste publieke functie te mogen bekleden.

Intussen regent het opmerkingen over de stijl en de houding van de koning en zijn opvolgers. Hier en daar klinkt het dat het koningshuis ‘communicatieadvies’ zou kunnen gebruiken. Weer zo’n woord dat we graag hanteren zonder te weten wat het precies betekent. Aan de prins is nog werk voor hij de troon bestijgt, vindt men. De prins heeft plots evenveel communicatieadviseurs als de Rode Duivels coaches. Wie hem niet bekritiseert, geeft hem goede raad, die er meestal op neerkomt iemand anders te worden dan wie hij nu is. Tot en met de naam die hij van zijn ouders meekreeg.

Bruikbaar communicatieadvies begint vanuit de ware aard. Wil onthullen. Nutteloos communicatieadvies wil omhullen. Verpakken. Het laat zich meer inspireren door imagostudies dan door belangstelling voor de eigenheid.

Misschien hebben wij zelf wel eens communicatieadvies nodig. Wij, de werkgevers van het hof. Wij zijn tenslotte de opdrachtgevers, en van opdrachtgevers worden ook enkele vaardigheden verwacht als het om communicatie gaat. Hoffelijkheid en helderheid, om er maar een paar te noemen. Anders krijg je tegenwoordig niet veel meer gedaan. Laten we beginnen bij de eerste les: Stel, los van de materiële vergoedingen, duidelijk wat de opdracht is (inhoud), maak goeie afspraken over hoe je met elkaar omgaat (vorm), en hanteer motiverende taal opdat de opdracht uitgevoerd wordt met hart en ziel (stijl). ‘Waardeloos mens, neem de telefoon eens op in plaats van je nagels te zitten lakken!’ heeft minder effect dan ‘Beste Betty, via u komen alle oproepen binnen van klanten die ons bedrijf groot maken en uw collega’s werkzekerheid bezorgen, hoor, daar is er weer één.’ Vooral als er volk bij staat.

Ruimte voor verbetering

Laten we eens kijken of er ruimte voor verbetering is in onze communicatie met die familie die tot nog toe zo braaf mogelijk is blijven doen wat haar door ons gevraagd werd.

In de eerste plaats inhoudelijk.

Aan de ene kant hebben we het koningshuis gereduceerd tot een toneelgezelschap dat geen veter mag knopen zonder goedkeuring van het parlement, aan de andere kant houdt men een tachtigjarige uit onder de morele druk dat hij het is die het land moet redden. Zelfs een vooraanstaand republikein trekt een pruillip als hij niet wordt uitgenodigd op het paleis voor onderhandelingen. Die dubbele houding, dat schept verwarring.

In de tweede plaats, vormelijk.

Wie bepaalt bijvoorbeeld dat een prins met ‘Monseigneur’ wordt aangesproken? Is dat nodig? Je moet vandaag al ver op het platteland gaan zoeken om bedrijven te vinden waar de patroon nog met ‘mijnheer’ dient te worden aangesproken. Men zal zeggen dat het hof dat zelf eist, maar dat is onzin. Wij betalen, wij bepalen. Hebben wij trouwens zelf al bepaald hoe wij wensen aangesproken te worden? Of moeten ze dat zelf maar verzinnen, op risico dat we er niet tevreden mee zijn?

En dan, het ergste, de stijl. Hoe onwellevend kan een opdrachtgever zijn. Eender wie anders had er allang de brui aan gegeven. Maar de familie Saksen-Coburg geeft het niet op. Zij neemt, zoals adellijke families dat soms doen, de term ‘opdracht’ ernstig. Misschien veel ernstiger dan goed is voor hen, maar ze doen het toch maar. De ene dag uitgelachen en vernederd door dezelfde hoogwaardigheidsbekleders die de volgende dag wat graag met hun partner naast een lid van de koninklijke familie staan op een of andere receptie. Geen enkele opdrachtgever laat zich publiek zo laatdunkend uit over iemand in loondienst als wij Belgen over het koningshuis. Het mag een wonder heten dat ze het blijven doen. Geld hebben de getroonde families van Europa, ook nadat ze werden afgezet, zelden te kort gehad. Mochten wij Belgen enige stijl hebben, we zouden die mensen vriendelijk bedanken voor bewezen diensten en een prettige toekomst toewensen op een van hun landerijen. Maar stijl is nooit onze grote sterkte geweest.

Misschien wordt het allemaal wat te emotioneel voor ons. Dat kan storen, want we beschrijven onszelf graag als nuchtere mensen. Dan maar de rationele kant van de zaak.

Ik wil u niet voorrekenen wat de verjaardag van de Queen en de opvolging van Beatrix hebben opgeleverd aan reclame voor twee zieltogende economieën, en wat het gekost zou hebben om hetzelfde effect teweeg te brengen met country branding. Doe maar vermenigvuldigd met honderd. En oppert u niet dat onze monarchie niet kan tippen aan hun buitenlandse collega’s. Elisabeth en Charles zijn niet bepaald de hipste burgers op de planeet.

Royalty sells. Zeg niet dat het niet waar is. Gaat u maar na hoeveel leden van Voka ‘hofleverancier’ op hun verpakking hebben staan. Dat is echt niet uit grenzeloze devotie voor dat hof. Als je in de Chinese Republiek Vlaamse weefgetouwen wilt verkopen moet je langs de hoogste instanties en die komen niet buiten voor minder dan een Monseigneur. Het hof, met zijn vijf euro per Belg per jaar, is een redelijk goedkope en efficiënte reclamecampagne voor een landje van een speldenkop groot dat strijdt om wat aandacht in de wereld. Om plaatselijke waren en diensten aan te prijzen.

Als je vraagt aan mensen om koning en koningin te spelen, moet je ze ook maar durven te prijzen. Zoals goede bazen dat doen met hun medewerkers. Of schaf de hele zaak af. Want hoe dom is de boer die over zijn koeien staat te roepen dat hun melk zuur is.

Omhelzen of sluiten die boel. Alles daartussenin is weggegooid geld en zonde van de tijd van een jong gezin dat ook zonder België kan leven. Even lang en even gelukkig.

Omhelzen of sluiten die boel. Alles daartussenin is weggegooid geld.

Eender wie anders had er allang de brui aan gegeven. Maar de familie Saksen-Coburg geeft het niet op.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content