Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Een onpeilbare moedeloosheid maakte zich vorige week meester van de kopstukken van de Vlaamse partijen die de federale en de Vlaamse regering vormen. Omdat het nu wel duidelijk is: de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde komt er wellicht niet. ‘Ze willen niet praten’, viel overal te horen – ze, dat zijn de Franstalige partijen.

Het verhaal gaat dat SP.A-voorzitter Steve Stevaert probeerde zijn collega van de PS Elio Di Rupo in beweging te krijgen met het argument dat hij maar beter met deze meerderheid een regeling voor Brussel-Halle-Vilvoorde kon uitwerken, zo niet wachtte hem een volgende communautaire ronde met die van Vlaams Belang aan tafel. Maar Di Rupo zegt zich geen enkele communautaire toegeving aan de Vlamingen te kunnen veroorloven zolang de liberale MR van Didier Reynders, opgejaagd door kartelpartner FDF, onbuigzaam blijft.

Enkele maanden geleden nog had Yves Leterme, nu Vlaams minister-president maar toen CD&V-voorzitter, gezegd dat als de grote Vlaamse partijen zich achter de zaak zetten, de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde hooguit vijf minuten in beslag zou nemen. Vijf minuten moed was er nodig, meer niet. Vandaag lijkt Leterme, ook al drijft hij daardoor verder weg van zijn fractie in het Vlaams parlement, niet bereid een institutionele crisis uit te lokken om de zaak te forceren. Voorlopig dreigde alleen Spirit met ontslag uit de federale regering.

Om de Vlaamse partijen te paaien, werkte premier Guy Verhofstadt vorige week aan een compromis à la belge – een van die compromissen die hij in zijn Burgermanifesten zo vaak heeft verketterd.

Eerst werd gedacht aan de symbolische overheveling van enkele faciliteitengemeenten zoals Linkebeek naar het Brussels Gewest. Maar daar kwam niets van in. Nu zou de vondst erin bestaan dat het kiesarrondissement B-H-V niet wordt gesplitst, maar de grondwet zodanig wordt gewijzigd dat het bezwaar van het Arbitragehof, en dus ook van de Vlamingen, tegen de wet van 2003 die de provinciale Vlaams-Brabantse kieskring regelde, wegvalt.

Om de Vlaamse partijen door die scherpe bocht te jagen, wil de regering bijkomende bevoegdheden en dus middelen overhevelen naar de regio’s. Zo is er sprake van ontwikkelingssamenwerking – wat eigenlijk al was voorzien -,verkeer en energie. Kortom: wat communautaire baksjisjen om de Vlamingen weer naar hun mandje te krijgen. Of dat handigheidje werkt, moeten we deze week weten.

Het debacle rond Brussel-Halle-Vilvoorde heeft tot gevolg dat zowel de federale als de Vlaamse regering, als ze al overeind blijven, van nu af aan alleen nog de lopende zaken kunnen afhandelen. Het onderlinge vertrouwen tussen de coalitiepartners is zoek en dit najaar stijgt opnieuw de electorale koorts, want de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 komen eraan. Meteen daarna begint de aanloop naar de campagne voor de federale stembusslag van 2007.

Zowel Leterme als Verhofstadt wil met zijn regering naar die verkiezingen, hopend op die manier zo veel mogelijk meubilair uit de electorale brand te kunnen slepen. Mettertijd dreigt het communautaire geschil over Brussel-Halle-Vilvoorde evenwel andere afmetingen aan te nemen, die een politieke confrontatie tussen Noord en Zuid onvermijdelijk maken.

Enkele weken geleden werden de nationale rekeningen vrijgegeven. Studiediensten van Vlaamse partijen hebben zich daarover gebogen en kwamen tot verontrustende vaststellingen.

Niet alleen drijven Wallonië en Vlaanderen sociaal en economisch steeds verder uit elkaar. Wallonië lijkt bovendien steeds dieper weg te zinken.

Het primair inkomen van de Vlaming ligt momenteel 26 (!) procent hoger dan dat van zijn Waalse landgenoot. Of 4 procent meer al dan in 1995. Uit de cijfers blijkt ook dat de sociale zekerheid en de belastingen het oplopende verschil in het primair inkomen niet langer kunnen verzachten.

Volgens de recentste cijfers doet 22,1 procent van de werkgelegenheid in Wallonië zich voor in de overheidssector, tegen 15,4 in Vlaanderen.

De loonkosten liggen in Vlaanderen wel 7 procent hoger dan in Wallonië, maar de productiviteit ligt hier dan weer 13 procent hoger. Waardoor de ‘loonkosten per eenheid product’ in Vlaanderen eigenlijk 5 procent, en in sommige sectoren zelfs 7,5 procent lager uitvallen dan in Wallonië.

Dat we de solidariteit in stand moeten houden omdat Wallonië binnen afzienbare tijd de Vlaamse pensioenen zal helpen betalen, wordt door de cijfers tegengesproken. Waarmee voor velen het laatste argument wegvalt om de solidariteit in stand te houden.

Dergelijke rekeningen en een diepe economische wanverhouding veroorzaakten 175 jaar geleden de scheuring tussen de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden. Ook vandaag

Rik van Cauwelaert

Zowel de Vlaamse als de federale regering gaan

van nu af aan

‘in lopende zaken’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content