Net voordat de Commissie-Dutroux in afzondering ging, gaf haar verslaggever, kamerlid Renaat Landuyt, commentaar bij het onderzoek naar Loubna Benaïssa.

De Michelin-gids noemt de Priorij Corsendonk in Turnhout ?geriefelijk?. Sinds vorige maandag is vooral de tijd die de Commissie- Dutroux in de priorij doorbrengt, geriefelijk te noemen. De parlementaire onderzoekscommissie, die sinds oktober het gerechtelijk onderzoek naar de misdaden van Marc Dutroux en compagnie doorlicht, heeft immers tot midden april de tijd gekregen om haar conclusies aan de Kamer voor te leggen. Een maand extra is zeker niet te weinig, gezien de almaar duidelijkere dysfuncties in het politiële en gerechtelijke apparaat.

Die worden andermaal bevestigd sinds vorige week woensdag in Elsene, vlakbij haar ouderlijk huis, het stoffelijk overschot van Loubna Benaïssa werd teruggevonden. Zij verdween op 5 augustus 1992 en was toen negen jaar. Patrick Derochette, die eind vorige week tot de eerste bekentenissen overging, was toen 28 en niet aan zijn proefstuk toe. In augustus 1992 werd hij zelfs als mogelijke verdachte ondervraagd. Hij werd echter op zijn woord geloofd en zijn alibi werd niet nagetrokken. Dit is slechts een van de flaters in het onderzoek. Kamerlid Renaat Landuyt (SP), Nederlandstalig verslaggever van de Commissie-Dutroux, vergelijkt dit onderzoek met dat naar andere ontvoerde kinderen.

RENAAT LANDUYT : Vooreerst blijkt de dader dit keer niet Marc Dutroux te zijn, speelt alles zich af binnen één gerechtelijk arrondissement en werd omzeggens alles in processen-verbaal gerapporteerd ; niettegenstaande het parket geen onderzoeksrechter aanstelde en dit bepaalde onderzoeksdaden bemoeilijkte of zelfs onmogelijk maakte.

Hoe stuurde het parket dit onderzoek dan ?

LANDUYT : Ook dit keer leek het sommigen ondenkbaar dat het meisje wel eens door een seksuele delinquent kon ontvoerd zijn. Enkele politiemensen en rijkswachters deden wel enkele stappen in die richting, maar niemand heeft hen ertoe aangezet om verder te zoeken. Nochtans waren minstens vier substituten-procureur des konings in Brussel van augustus 1992 tot eind 1996 verantwoordelijk voor dit opsporingsonderzoek. De zwakke sturing door onderzoeksmagistraten wordt dus duidelijk een probleem. Vooral als wij zien hoe met enige coördinatie en doortastendheid resultaat geboekt wordt. Politie en gerecht geven een mensenleven al te vlug op.

Wie is hier persoonlijk en wie structureel verantwoordelijk ?

LANDUYT : Enkele speurders van de gerechtelijke politie bij het parket in Brussel alsook de bevoegde substituten hebben ons in de commissie telkens weer geantwoord dat zij er niet aan gedacht hadden bepaalde zelfs voor de hand liggende onderzoeken te verrichten. De vraag is ook waarom binnenkomende stukken niet of te laat werden gelezen door het Brussels parket, dat bovendien zelden of nooit controleerde of de dan toch gevraagde onderzoeksopdrachten ook uitgevoerd werden. Procureur des konings Benoît Dejemeppe heeft mij op 15 november 1996 in de onderzoekscommissie geantwoord dat hij de volle verantwoordelijkheid opneemt ?voor alle daden? van zijn parket. Het is zeer de vraag hoe hij dat nu zal doen. Wij moeten hoe dan ook wachten op de verslagen die justitieminister Stefaan De Clerck aan de procureurs-generaal Anne Thily en André Van Oudenhove gevraagd heeft. Zij moeten respectievelijk vanuit Luik en in Brussel uitzoeken welke mogelijke misstappen werden begaan in het onderzoek naar Loubna Benaïssa. Dan is het aan procureur-generaal Van Oudenhove bij het Hof van Beroep in Brussel om zijn tuchtrechterlijke verantwoordelijkheid te nemen ten overstaan van de Brusselse parketmagistraten en de leden van de gerechtelijke politie daar. De parlementaire onderzoekscommissie kan alvast enkele beroepsfouten aanduiden.

Iedereen is toch zij het rakelings naast Patrick Derochette als mogelijke dader gepasseerd. Ook de parlementaire onderzoekscommissie.

LANDUYT : Wij stelden vast dat de piste-Derochette één van de pistes is, die niet verder uitgespit werden. Naast eenieders falen, is er de vraag naar de zwakten van het opsporingsapparaat. En misschien zelfs de vraag wie van deze zwakten profiteerde. Hierbij denk ik aan mogelijke protecties.

Het vertrouwen in de uitvoerende, gerechtelijke en wetgevende macht is geschonden. Toch geloven de meeste mensen in de Commissie-Dutroux, hoewel daarin een aantal parlementairen zetelt die het land voor veel onheil hadden behoed, indien zij te gepasten tijd strijdlustiger waren geweest.

LANDUYT : Wie destijds waarschuwde voor misstanden bij politie en gerecht, werd niet aanhoord. Nu wel. Nu worden wij zelfs aangemoedigd om eraan te verhelpen. Dankzij de publieke opinie is de CVP en de minister van Justitie zelfs op twee voor de SP cruciale punten bijgedraaid. De minister neemt nu wettelijk de leiding over het college van procureurs-generaal en over het strafrechtelijk beleid. Ten tweede is ook hij er nu van overtuigd dat externe controle op het gerecht hoogst noodzakelijk is.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content