De verkiezingscampagne wordt niet langer op straat uitgevochten. Nu de politieke klasse danig onder vuur ligt, willen de politieke boegbeelden er alles aan doen om de kiezers vooral niet op de zenuwen te werken.

door Ann Peuteman

Minder dan een maand voor de Vlaamse en Europese verkiezingen lijkt het alsof de campagne nog niet echt is begonnen. Op markten over heel Vlaanderen kun je nog rustig dweilen en gebraden kippen kopen zonder aangeklampt te worden door campagneploegen die hun flyers en stemadvies proberen te slijten. Van De Panne tot Maaseik zijn er ook nog opvallend veel lege plekken op de officiële aanplakborden. Alleen bij leden en sympathisanten worden elke dag nieuwe borden met verkiezingsaffiches neergepoot. Vooral de oranje en blauwe propaganda is de afgelopen week opgeschoten in Vlaamse voortuinen. Weinig boodschappen en beloftes, veel gezichten en namen. Op de meeste affiches staan kandidaten die een strijdplaats toebedeeld kregen of lijstvullers die geen kans maken om de komende vijf jaar de binnenkant van het Vlaams Parlement te zien. Door het beperkte budget dat zij mogen besteden, is een bescheiden maar strategische affichecampagne ongeveer het enige wat ze kunnen doen om kiezers te overtuigen in de uitgestrekte provinciale kieskringen. Her en der hangt onder het drukwerk van zo’n plaatselijke kandidaat ook een veel kleinere foto van een partijboegbeeld dat hem of haar steunt.

Voor de rest laten de meeste hoofdrolspelers zich dezer dagen amper zien. Tien jaar geleden spraken ook zij hun potentiële kiezers nog op straat aan en gingen ze desnoods hun hele kieskring af om bij elke stemgerechtigde aan te bellen. Maar sinds de provinciale kieskringen werden ingevoerd, is dat onbegonnen werk. Dus beperken bekende politici zich liever tot televisieoptredens en tot in de puntjes georkestreerde mediamomenten. Vaak sturen ze mindere goden naar debatten in scholen en parochiezalen, en ook hun verkiezingsdrukwerk blijft voorlopig nogal bescheiden. Bang voor overkill, beweren sommigen. Doordrongen van het feit dat de Vlamingen na de politieke chaos van de laatste twee jaar niet meteen warmlopen voor een nieuwe stembusgang, fluisteren anderen. Niemand lijkt zich als eerste voluit in de strijd te durven gooien. En het gênante schouwspel dat de Open VLD de voorbije week ten beste gaf naar aanleiding van de affaire-Vijnck heeft die terughoudendheid nog versterkt.

Toch zullen ze uiteindelijk uit hun kot moeten komen. Waar wachten ze eigenlijk op? Op de verkiezingsprogramma’s van de VRT en VTM, natuurlijk. Want dáár wordt de verkiezingsstrijd anno 2009 gestreden. Ergerden argeloze passanten zich vroeger vaak mateloos aan de karavaan campagneploegen die door de straten trok, dan worden ze nu doodgeslagen met de vlotte praatjes van lijsttrekkers en andere bekende politieke koppen in kranten, op radio en televisie. Vraag om het even welke liberaal hoe hij denkt dat de Oost-Vlaamse lijsttrekker Jean-Jacques De Gucht zal scoren en het antwoord luidt steevast: ‘Het is te vroeg om dat te kunnen inschatten. Hij heeft zijn eerste televisiedebat nog niet gehad. Maar als de verkiezingsprogramma’s straks beginnen, zal hij overal zijn.’

Behalve op straat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content