‘Club Brugge is de favoriet voor de titel’

BRUGGE, 23 AUGUSTUS 2005 Franky Van der Elst en Dany Verlinden op de training van Club Brugge met het oog op de kwalificatiewedstrijd tegen Valerengen. © Nico Vereecken/Photo News

Club Brugge won al tien seizoenen geen landstitel meer. Clubcoryfeeën Franky Van der Elst en Dany Verlinden hebben goede hoop dat de ploeg onder leiding van Michel Preud’homme weer zal aanknopen bij de successen van de vorige eeuw. ‘Het Clubpubliek hunkert naar een prijs.’

Laten we even voor u tastbaar maken hoe ver weg het seizoen 2004-2005 is. Jean-Marie Dedecker was de populairste politicus van het land, maar zat nog bij Open VLD. iPhones bestonden niet. Vlaanderen ontdekte in Laura Lynn, duizendmaal belogen, een nieuwe schlagerkoningin. Paus Johannes Paulus II stierf, zijn opvolger heeft ondertussen al een opvolger. Het Eiland werd voor het eerst uitgezonden. Tom Boonen won in Madrid het WK wielrennen. Zó lang is het al geleden dat Club Brugge nog een landstitel won. Tien jaar zonder kroon en dat voor een van de absolute topclubs in België. Hoe kan dat? We vroegen het Franky Van der Elst en Dany Verlinden, met respectievelijk 465 en 433 gespeelde wedstrijden recordhouders bij Club. Twee iconen van de uiterst succesvolle jaren tachtig en negentig ook.

‘Ik denk dat Club Brugge, meer dan andere ploegen, moeite heeft gehad om zich aan te passen aan het moderne voetbal, aan het definitieve einde van de clubtrouw’, meent Dany Verlinden, nog steeds dé referentie voor iedere nieuwe doelman bij blauw-zwart. ‘In onze tijd bleef een ploeg samen. Er kwamen iedere zomer een of twee versterkingen om de spelers die met pensioen gingen te vervangen, maar het fundament bleef altijd intact. Tegenwoordig moet Club om de drie jaar met een volledig nieuw elftal aan de slag. Dat is een heel andere manier van werken, veel zakelijker. Het gemoedelijke Brugge heeft zich daar moeizamer aan aangepast dan andere clubs.’

‘Ik heb het altijd eerder gezien als een negatieve spiraal waar men niet uit raakte’, zegt Franky Van der Elst. ‘Die is begonnen met het vertrek van trainer Trond Sollied. Samen met hem vielen zeven basisspelers weg en het was voor Club, dat voor de betere Belgische spelers sterke concurrentie uit het buitenland kreeg, bijna onmogelijk om nog gelijkwaardige vervangers te vinden. Plots viel er heel veel weg. Men heeft daarna geprobeerd om weer aan een groot elftal te bouwen, maar een echt dominante ploeg heeft Club niet meer gehad. Je moet het niet onderschatten hoe moeilijk het is om een topclub te zijn, zeker in de voetbalwereld van 2014. Dat gezegd zijnde: tien jaar zonder titel is ongelooflijk lang. Onaanvaardbaar lang.’

Verlinden: ‘Vroeger kon dat niet. Maar vroeger is voorbij en komt nooit meer terug, hè. En met nostalgisch zijn, win je niks.’

Niet alleen op het veld viel de stabiliteit weg. De laatste tien jaar passeerden bij Club Brugge negen hoofdtrainers en drie voorzitters. Hebben jullie in jullie spelersjaren ooit een trainersontslag meegemaakt?

FRANKY VAN DER ELST: Nee. Maar onze tijd is dan ook al heel lang geleden. Toen kon je een topclub zijn met een groep van achttien man. Nu is een spelerskern ongeveer dubbel zo groot en spelen ze bijna dubbel zoveel wedstrijden. Het is zoveel drukker en commerciëler geworden.

Kan de drang naar een titel zo groot zijn dat hij verlamt?

VAN DER ELST: In bepaalde seizoenen heeft men zeker stappen overgeslagen. Men wou te snel iets neerzetten en wanneer dat niet meteen werkte, werd alles in een mum overhoopgegooid. Te veel trainers en te veel spelers zijn op Club afgeserveerd zonder dat ze echt de kans kregen om zich te bewijzen. Gelukkig heeft men daaruit geleerd. Voor het eerst sinds lang zie ik weer stabiliteit bij Club Brugge en dat stemt me optimistisch.

DANY VERLINDEN: Het bestuur en de supporters zullen die tien jaar zonder titel zeker dwarszitten, maar mij maak je niet wijs dat de spelers daar nu, in het jaar 2014, mee bezig zijn. Beroepsvoetballers komen voor de centen en hebben niet of amper een binding met de ploeg waarvoor ze spelen. Ze spelen liever kampioen dan dat ze tweede worden, maar als dat niet lukt, zullen ze er niet kapot van zijn.

VAN DER ELST: De drang is bij Club nog altijd bijzonder groot. Maar de hoogspanning van een paar seizoenen geleden bespeur ik niet meer. Gelukkig maar.

Kan het Brugge van nu jullie bekoren?

VERLINDEN: Ik vond de eerste matchen bij momenten heel goed. Ik zag kracht, intelligentie, efficiëntie: de fundamenten van een ploeg die kampioen kan spelen. Ze kunnen nog geen negentig minuten overtuigen, maar dat komt wel.

VAN DER ELST: De hand van Michel Preud’homme, hè. Hij heeft dat elftal perfect uitgebalanceerd.

VERLINDEN: Ja, maar net toen ik dacht dat ze vertrokken waren, volgde een erg zwakke periode. Met als dieptepunt de thuismatch tegen Anderlecht.

VAN DER ELST: Dat komt door het drukke programma, met Europese midweekmatchen in het begin van het seizoen, luidt dan al snel de verklaring. Wel, ik heb slecht nieuws, want het gaat de komende weken alleen nog maar drukker worden. Je moet Preud’homme in ieder geval nageven dat hij vechtlust in die ploeg wist te pompen. Iedereen praat over de slechte prestatie tegen Anderlecht, maar Club maakte uiteindelijk wel gelijk en had zelfs nog kunnen winnen. Dat doet mij besluiten: het zit goed bij Club Brugge.

VERLINDEN: De basis staat er, ja. Als nu de nieuwe aankopen nog meevallen, doen ze sowieso mee voor de titel.

Club haalde in Zuid-Amerika drie onbekende spelers voor veel geld. De Colombiaan José Izquierdo kostte bijna vier miljoen euro.

VAN DER ELST: Ik kende alleen Francisco Silva. Die speelde op het WK centraal in de verdediging bij Chili, toch een van de revelaties van het wereldkampioenschap. Knap dat Club zo’n speler kan aantrekken, zeker op dit moment. Je mag er toch van uitgaan dat er voor de Chileense internationals bijzonder veel interesse was.

VERLINDEN: Een topbuitenlander haal je niet meer voor een appel en een ei. In Uruguay of in Brazilië weten ze ook hoeveel er hier voor een goeie speler betaald wordt. Een hoge prijs garandeert in ieder geval dat Club die jongens grondig heeft gescout. Francisco Silva, Felipe Gedoz en José Izquierdo hebben ongetwijfeld talent, maar dé vraag blijft: hoelang duurt hun aanpassing? Bij Carlos Bacca duurde het ook zijn tijd eer die boven water kwam. En toen was hij binnen de kortste keren verkocht.

VAN DER ELST: Weet je wie ik een bijzonder goeie aankoop vind? Fernando Menegazzo. Rust, techniek, inzicht: je ziet zo dat die in de Franse eerste klasse gespeeld heeft.

VERLINDEN: Preud’homme heeft kunnen bouwen en kocht verstandig in wat hij nog niet had. Nee, voor mij is Club dit seizoen de grote favoriet voor de titel.

Samen met Anderlecht?

VERLINDEN: Ook zij komen beter uit de zomer, door Steven Defour, maar Brugge is volgens mij nog méér versterkt. Met andere clubs hou ik op dit moment geen rekening. Standard verkocht te veel en startte zwak. Het zal te lang duren vooraleer de motor aanslaat. En Genk kan niet meteen weer top zijn, na wat daar deze zomer allemaal is gebeurd.

VAN DER ELST: Club tot dé favoriet bombarderen gaat mij te ver. Ze zijn een stevige kandidaat, laat ik het daarop houden.

Vadis Odjidja en Maxime Lestienne vertrokken bij het sluiten van de transfermarkt. Zal Club die twee missen?

VERLINDEN: Odjidja en Lestienne waren goeie spelers. Alleen scheelde er bij Vadis altijd wel iets. Ik had de indruk dat hij op de bank zou zijn beland indien hij niet vertrok.

VAN DER ELST: Voor iemand die toch vijf seizoenen de kans kreeg om zich op te werken tot een belangrijke speler voor Club Brugge, haalde Odjidja te weinig rendement. Als hij top is, is hij beter waard dan de tweede klasse in Engeland, maar hoe vaak is hij top? Niemand zou drie jaar geleden hebben voorspeld dat Vadis nog naar het bescheiden Norwich zou trekken, hijzelf nog het minst van al.

VERLINDEN: Lestienne was zeker belangrijker, maar ook hij bleef een man van pieken en dalen, die er soms weken niet aan te pas kwam. Dat kun je bij een topclub niet maken.

VAN DER ELST: Lestienne deed het onder Juan Carlos Garrido erg goed, maar ik vermoed dat er toen een transfer in zijn hoofd is gekropen, want bij Preud’homme oogde hij veel minder scherp. Ook omdat hij wat moeite had met de tactische discipline die Michel eist. En nu trekt Lestienne naar Italië, uitgerekend het land waar tactiek voor alles gaat. Als Lestienne dat oppikt, doet hij een goeie zaak, maar ik vrees er een beetje voor.

Odjidja en Lestienne wilden weg en dan kun je sowieso beter scheiden, maar het vertrek van Jesper Jorgensen had voor mij dan weer niet gehoeven. Uiteraard is Jorgensen geen wereldvoetballer, maar ik vond hem wel een nuttige speler, zeker voor een topclub. Met zijn loopvermogen ontlast hij de rest van de ploeg, waardoor de sterren iets feller kunnen schitteren. Dat de match tegen Anderlecht kantelde, was voor een groot deel zijn verdienste. Van die transfer gaat Club spijt krijgen, vrees ik.

Wie is de belangrijkste speler bij Club Brugge?

VERLINDEN: Op dit moment zeker Victor Vazquez. Hij is de man met de ideeën, de speler van wie Preud’homme nog het meest moet hopen dat hij fit blijft.

Hij oogt in ieder geval fitter dan vroeger. Van Vazquez werd gezegd dat hij niet atletisch genoeg is voor negentig minuten topvoetbal. Die kritiek is verstomd.

VERLINDEN: Omdat de trainer hem verstandig gebruikt. Vazquez moet je niet te veel achter zijn man laten lopen. Verdedigen is zijn sterkte niet en dat zal het ook nooit worden. Ik zou zeggen: aanvaard dat, zet Vazquez desnoods in de spits, als valse nummer negen. Dan is het niet erg dat hij zijn man laat lopen, want die loopt sowieso niet ver. Als je zo’n speler hebt, laat je het team in functie van hem spelen, om maximaal te profiteren van zijn ingevingen.

VAN DER ELST: Vazquez heeft dit seizoen al geweldige dingen laten zien, maar hoelang kan hij dat volhouden? Ik blijf vrezen voor een terugval, niet alleen fysiek, ook qua spelniveau. Bij Waldemar Sobota en Lior Rafaelov heb ik trouwens hetzelfde gevoel. Ik vind dat goeie voetballers, maar ze missen stabiliteit: het is drie weken alles en dan weer een hele tijd niks. Club moet niet hopen dat die nieuwe Zuid-Amerikanen beter zijn, het moet vooral hopen dat ze constanter presteren dan de buitenlanders die er al waren.

Wat vind je van de keeper, Dany?

VERLINDEN: Een puntenpakker, zonder twijfel een van de beste doelmannen in eerste klasse. Mathew Ryan heeft amper zwakke plekken. Zijn grote kracht is zijn présence. Er stáát iemand, je ziet de spitsen van de tegenstanders twijfelen puur door zijn uitstraling. Nee, met Ryan zitten ze goed. Dat is een keeper met wie je kampioen kunt spelen.

Is Michel Preud’homme een trainer met wie je kampioen kunt spelen?

VERLINDEN: Geen enkele trainer kan je ooit die garantie geven, maar Michel weet wat het is om een titel te pakken.

VAN DER ELST: Dat Preud’homme een gerenommeerd trainer is, is een enorm voordeel. Het zorgt voor rust in de tent. Preud’homme kun je niet zomaar ontslaan na drie slechte matchen. Michel is koel genoeg om er zich niet zot door te laten maken, maar het Clubpubliek hunkert echt naar een prijs, en liefst nog een titel. Met een beker zou men ook blij zijn, maar om die tien jaar waarin het echt te weinig was weg te spoelen, moet hij kampioen worden.

Club Brugge is er de laatste tien jaar in ieder geval minder dan zijn concurrenten in geslaagd om eigen jongeren te lanceren.

VERLINDEN: Dat is waar. Maar nu is de kentering toch ingezet. Nikola Storm doet het heel goed en die twee jonge gasten achteraan, Brandon Mechele en Björn Engels, voetballen al als routiniers. Ik hoop nu maar dat de nieuwe aankopen de jongeren niet in hun ontwikkeling zullen remmen.

VAN DER ELST: Mechele lijkt stilaan derde keuze te worden, na Engels en Oscar Duarte. Ook Storm zal vroeg of laat wat terugzakken, dat kan haast niet anders. Dan volgt de echte test: gun je die jongen een mindere periode of zegt men: ander en beter?

VERLINDEN: Eigenlijk is het voor jongeren altijd al lastig geweest om bij Club Brugge door te breken. De regels van een topclub zijn ongenadig, dat was in mijn tijd niet anders. Een jonge speler heeft altijd al moeten hopen op blessures van anderen om zich een plaats te veroveren.

VAN DER ELST: Brugge moet blijven inzetten op de jeugd, dat past bij de natuur van Club. En hun jongeren hebben talent, hè. Over Sander Coopman hoor ik bijvoorbeeld heel goeie dingen. Misschien wordt dat de volgende die ze kunnen lanceren.

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Te veel trainers en te veel spelers zijn op Club afgeserveerd zonder dat ze echt de kans kregen om zich te bewijzen.’ (Franky Van der Elst)

‘Francisco Silva, Felipe Gedoz en José Izquierdo hebben ongetwijfeld talent, maar dé vraag blijft: hoelang duurt hun aanpassing?’ (Dany Verlinden)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content