De Europese veeteelt stevent op een catastrofe af en UCK-fanaten proberen de hele Balkan weer in lichterlaaie te zetten, maar in Stockholm werd voornamelijk gepraat over de sociale boekhouding. ‘Een top zonder echte inzet’, besloot minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel.

Trivialiteit is per definitie niet aan eerste ministers besteed. En zeker niet als ze met z’n vijftienen twee dagen rond dezelfde tafel zitten en na afloop evenveel persconferenties houden. Dan staat alles in het teken van het Hoger Belang. En toch overheerste na de top in Stockholm de vraag of de reünie geen tijdverlies was geweest. Niet dat de Vijftien twee dagen zaten te niksen – Stockholm leverde veertien pagina’s conclusies op -, maar er werden weinig knopen doorgehakt.

Er kwam geen dwingende vervaldatum voor de liberalisering van de gas- en elektriciteitssector en evenmin maakte men de vechtersbazen in de Balkan duidelijk dat de Unie, desnoods zonder Amerikanen, een einde zou maken aan het gerommel rond Tetovo. In plaats van extra troepen naar het grensgebied tussen Macedonië en Kosovo te sturen, vaardigt de Unie haar Hoge Vertegenwoordiger Javier Solana naar de regio af. Diplomatie zonder tanden dus.

Over de onoverzichtelijke landbouwcrisis, in het bijzonder de epidemie van mond- en klauwzeer, bleef het bij een uiting van medeleven. Over de even noodzakelijke als onvermijdelijke hervorming van het Europese landbouwbeleid en de dramatische budgettaire tekorten staken de vijftien hun hoofd in het zand. Dat verzuim kan prominente slachtoffers maken. De eerste die voor zijn politiek overleven moet vechten, is Tony Blair. In Stockholm was het hem aan te zien dat hij de controle kwijt is en zich in een draaikolk bevindt die herinnert aan de Belgische dioxinespiraal van 1999.

Zelfs de Europese Centrale Bank, die ondanks de groeivertraging en de Amerikaanse terugval haar inflatoire obsessie niet kwijtraakt, werd niet eens op de vingers getikt. Je moet al goed tussen de lijnen lezen en de ontwerpconclusies naast de definitieve tekst leggen om een kreetje voor een rentedaling te ontdekken. Een krachtig signaal klinkt anders.

Een en ander weerhield premier Guy Verhofstadt (VLD) er niet van om enthousiast de besluiten van de top toe te lichten. Hij signaleerde zelfs Belgische overwinningen. Dankzij België moet de verordening over het Europees voedselagentschap nog dit jaar zijn goedgekeurd, zo staat het toch op papier. Op de vraag met welk etiket de top van Stockholm de geschiedenis zal ingaan, moest de premier echter diep nadenken. Omdat de Lambermontsaga ook in Zweden door zijn hoofd bleef spoken, kwam hij niet verder dan een Lissabon-bis.

In de Portugese hoofdstad had vorig jaar de dotcom-top plaats en werden ronkende verklaringen over het nieuwe strategische doel van de Unie geformuleerd. Europa moest ‘de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld worden.’ In Stockholm werd een eerste balans opgemaakt en dat kon weinig regeringsvolk boeien. Een erg vermoeide minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL), die na een afmattende trip naar Macedonië en Kosovo tegen de slaap moest vechten, catalogiseerde de top als ‘nuttig, maar zonder echte inzet’.

LIBERAAL OVERWINNINGSFEEST

Het ging Europa in 2000 voor de wind. De gemiddelde groei bedroeg 3,5 procent en er kwamen 2,5 miljoen nieuwe banen bij. Daardoor zakte de werkloosheid, die in 1995 meer dan 11 procent bedroeg, vorig jaar naar 8,1 procent. Dat is nog altijd dubbel zoveel als in de Verenigde Staten en goed voor 14 miljoen mensen zonder job. Voor de Europese Commissie is er bijgevolg geen reden om op de lauweren te rusten.

De hervormingen die in Lissabon principieel werden beslist, moeten versneld worden uitgevoerd. Die taak komt de lidstaten toe en dat veroorzaakt niet zelden binnenlandse politieke strijd. Lissabon was immers niet alleen een dotcom-top maar evenzeer een liberaal overwinningsfeest. In naam van de interne markt, werd de noodzaak van een liberalisering van gas, elektriciteit, water, postdiensten en vervoer afgekondigd. Sommige socialistische regeringen en partijen hebben het daar nog altijd moeilijk mee en temporiseren. Vooral Frankrijk, waar premier Lionel Jospin volgend jaar enkele moeilijke electorale hindernissen moet nemen, remt af en dat stimuleert de Belgische socialisten tot soortgelijke manoeuvres.

Er kwamen in Stockholm bijgevolg geen deadlines voor de liberalisering van gas en elektriciteit. Wel werden de monopoliebedrijven de duimschroeven aangedraaid. Als ze in de toekomst andere bedrijven overnemen, riskeren ze gerechtelijke sores. Het is een vondst van de Spaanse premier José-Maria Aznar die op deze manier wil verhinderen dat het Franse EDF een deel van de Spaanse elektriciteitsmarkt inpikt. Verhofstadt die, gegeven de gevoeligheden in de eigen coalitie, niet te enthousiast met de liberale vlag mocht zwaaien, bezorgde Aznar de nodige rugdekking.

In Stockholm werd wel duidelijk dat de liberalisering van de openbare nutsbedrijven onomkeerbaar is. Ondanks de dominante aanwezigheid van de sociaal-democraten in de Europese Raad is er van enig principieel verzet geen sprake meer. De bekering van de socialisten voor de markt is totaal. Daarmee is een van de taaiste socialistische dogma’s van de vorige decennia zonder dramatisch conflict met de vakbondsachterban verbeurd verklaard. Ondanks veel vlammende persmededelingen en enkele luidruchtige betogingen slaagden de bonden er niet in de publieke opinie, in casu de klanten van de openbare diensten, in beweging te krijgen. Hun argumentatie sloeg niet aan, omdat de dienstverlening van de publieke nutsbedrijven ondermaats was. Tegelijkertijd is een van de belangrijkste conflictpunten tussen de linkerzijde en de liberalen opgeruimd en verdween een ideologisch obstakel voor een duurzaam samengaan tussen rood en blauw. Als Jospin momenteel nog dwarsligt, kan dat niet eens een achterhoedegevecht genoemd worden, alleen een kortstondig electoraal manoeuvre.

Door de dotcom-hype in Lissabon werd de knieval van het Europese socialisme voor la pensée unique onderbelicht. Bovendien werd er voor en na Lissabon veel over de actieve welvaartsstaat gepraat. Verhofstadt kon er toen maar niet over zwijgen en was niet weinig trots dat hij het begrip in de conclusies van Lissabon kreeg. Bij momenten leek het er zelfs op dat Verhofstadt de meest gedreven propagandist van het gedachtegoed van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP) was. In Stockholm praatte niemand nog over de actieve welvaartsstaat. Het voorzitterschap niet, Commissievoorzitter Romano Prodi niet, maar ook Verhofstadt niet.

TEVREDEN KABINETSCHEF

En toch is Vandenbroucke best tevreden met de resultaten van Stockholm. Tegen het einde van het jaar moeten er indicatoren inzake arbeidskwaliteit en sociale insluiting op tafel liggen. Daarmee komt het SP-idee van een Europese armoedenorm iets dichterbij. Als voorzitter van de Raad Arbeid en Sociale Zaken kan Vandenbroucke zich vanaf 1 juli heel intens met de sociale zekerheid bezighouden. Tegen december, zo beslisten de regeringsleiders in Stockholm, moeten er immers parameters beschikbaar zijn om de modernisering van de sociale zekerheid, inclusief de pensioenen, te versnellen. Aangezien er de volgende weken een rapport over de Europese pensioensystemen verschijnt, is de kans groot dat Vandenbroucke onder het Belgische voorzitterschap de forcing kan voeren wat de pensioenproblematiek betreft.

Hij is daar erg op gebrand, omdat hij het dossier uit de handen van de ministers van Financiën wil houden. Die zouden alleen met de financiële aspecten rekening houden. Toch ziet het er niet naar uit dat het tussen Didier Reynders (PRL) en Vandenbroucke tot een open oorlog komt. De Belgische minister van Financiën wil zijn collega’s van Sociale Zaken alle ruimte geven. ‘Jammer genoeg is er een probleem. Hoe hard ze ook roepen – soms lijkt het haast op een betoging – dat zij zelf willen beslissen, ze slagen er niet in. Dat is de reden waarom de ministers van Financiën zich ermee moeien.’

In de aanloop naar Lissabon opereerden Verhofstadt-Vandenbroucke als een tandem. Nu was daar weinig van te merken. De babbeltjes met Blair waren er niet meer bij en na de top waren er vragen over de rol van de premier en kabinetschef Luc Coene bij de redactie van de conclusies. In 2010, zo beslisten de Vijftien, moet 50 procent van de bevolking tussen 55 en 64 jaar aan de slag. Vooral België zal het daar moeilijk mee hebben, want momenteel haalt ons land slechts 22 procent tegen 36 voor de hele Unie.

SP-kringen reageerden verstoord op de beslissing. Volgens sommigen was Verhofstadt niet gemandateerd om die stap te zetten, vermits het thema niet voorkwam in het regeringsdocument voor Stockholm. Dat was geen toeval, maar een bewuste omissie. De linkerzijde is er als de dood voor dat de brugpensioenen zouden sneuvelen. Met de conclusie van Stockholm beschikt de VLD nu over een breekijzer om met de ontmanteling van het stelsel te beginnen. En het viel op. Uitgerekend over dit besluit was kabinetschef Coene zeer te spreken.

BELANGEN IN DE BALKAN

De vlijt waarmee de regeringsleiders zich in Stockholm met ‘detailproblemen’ inlieten, intrigeert. Op een ogenblik dat de Britse, zoniet de Europese veeteelt op de rand van de afgrond balanceert en een paar honderden UCK-fanaten de hele Balkan weer in vuur en vlam proberen te schieten, pluizen de vijftien chefs van het continent de sociale boekhouding uit.

Het Zweedse voorzitterschap besefte blijkbaar dat er iets niet klopte en nodigde de Russische president Vladimir Poetin uit om de top enige allure te geven. Die liet de kans niet liggen en gebruikte het podium voor een niet eens zo dwaze propagandaspeech. Wat de terroristen in Macedonië uitvreten, is zeer vergelijkbaar met de wandaden van de guerrilla in Tsjetsjenië. Minister Michel noemde het een gedurfde vergelijking, maar ze stoorde hem niet echt. ‘Het gebeurt wel meer dat politici zich op glad ijs bewegen.’ Toch kon je tussen de lijnen horen dat Michel zijn twijfels had over de Europese aanpak.

Ondanks de complete afgang in het begin van de jaren negentig en de desinteresse van de nieuwe Amerikaanse regering durft de Unie in de Balkan de zaken niet zelf in handen te nemen. Het besef dat de belangen van de Verenigde Staten en Europa in de regio aanzienlijk verschillen, wordt in Brusselse kringen nog altijd niet onderkend. Kenmerkend voor de schizofrene houding van sommige lidstaten tegenover de VS is hun opstelling in het Galileo-project. In Lissabon besliste Europa om een eigen wereldwijd satellietnavigatiesysteem te bouwen. Het Verenigd Koninkrijk en Nederland liggen echter dwars en dat heeft alles, zo wordt in hoge Brusselse kringen verteld, met Amerikaanse druk te maken. Voor de Verenigde Staten kan Europa zich de moeite besparen. Voor geen geld kan de Unie het Amerikaanse GPS-systeem gebruiken. Of de afluisterapparatuur Echelon ook in het pakket zit, wordt er niet bijverteld.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content