Harry Wu over de Chinese ?laogai?, de kampen waar de gevan- genen zich doodwerken voor de westerse markt. Een gesprek.

SOMS vraagt men mij wel : waar vecht je eigenlijk voor ? Wel, ik vecht voor één ding : ik wil het woord ?laogai?, L-A-O-G-A-I, in elk woordenboek van elke taal, in alle landen zien staan, net als het woord Goelag. U weet dat goelag vóór 1974 óók geen woord was, en vandaag is het dat wel. De Goelag van de Sovjetunie is nu bekend in alle landen. De laogai verdient niet minder.?

Harry Wu (59) is de professionele Troublemaker. Negentien jaar lang zat hij in werkkampen in China, vanwege zijn afkomst en zijn politieke mening. Toen hij eruit kwam en naar de VS kon emigreren, stelde hij vast dat zijn geweten hem terugstuurde. Er is geen ander woord voor : in die negentien jaar had hij een vijand gevonden, de laogai, het Chinese kampsysteem waar gevangenen dwangarbeid verrichten tot de dood erop volgt. Of tot ze, in alle geval, helemaal murw zijn. In Amerika ontdekte hij dat de producten die hij en zijn medegevangenen maakten, door China uitgevoerd werden en als bona fide koopwaar op de internationale markt verkocht worden, tegen alle akkoorden, reglementen en verbodsbepalingen in. Harry Wu pakte een videocamera en keerde terug naar China, om de kampen van de laogai, de Chinese Goelag-archipel, te gaan filmen. Want die waren in het Westen omzeggens niet bekend. Zijn films kwamen op onze televisiescherme. Zijn eerste boek, ?Bittere Kou?, deed heel wat stof opwaaien. In China kwam hij op de lijst van veertig meest gezochte vijanden van de staat.

De derde of de vierde keer dat hij terugging, werd hij gepakt aan de grens. De modernisering van China had ervoor gezorgd dat de grenswachten nu over computers beschikten. Gelukkig was hij ondertussen bekend en dissident, en kreeg hij de aandacht van de VS en uit het Westen, zodat hij na een proces, veroordeeld, China uitgezet werd. Met die belevenissen begint zijn nieuwe boek, ?Troublemaker? dus. De spelbederver eigenlijk, die in het Westen dat zo graag ongestoord zaken zou doen met de Chinese groeipool (14 procent groei per jaar !), met mensenrechten aankomt en onplezierige waarheden vertelt. Alleen al om het lef dat deze man heeft, die het nodig vindt in zijn eentje op te staan tegen de maoïstische bureaucratie (?Zolang er naar Mao Zedong verwezen wordt,? zegt hij in het interview, ?zal China niet helemaal genezen zijn.?), om de eer te redden misschien, en zijn landgenoten ervan te overtuigen dat ?zelfrespect? de eerste vereiste is om de dictatuur te kunnen aanpakken, is het nodig naar hem te luisteren, en zijn boek te lezen. Hij zal er zich niet populair mee maken, maar het is nodig te geloven dat hij kan winnen. Zeker op het moment dat de Verenigde Staten het grote bezoek van president Bill Clinton aan Peking voorbereiden met tal van concessies aan de Chinese leiding. En dat de overal waarneembare signalen luiden : handel en economie moeten nu maar eerst komen, het gaat om de werkgelegenheid in de Verenigde Staten. Die mensenrechten in China moeten maar wachten tot het daar vanzelf weer beter wordt. Het is een stelling waar Harry Wu niet echt van opkijkt, maar die hij wel bestrijdt. In naam van de Chinezen.

U heeft negentien jaar in Chinese kampen gezeten en kon dan naar de Verenigde Staten. Waarom is u dan teruggegaan ?

HARRY WU : Ik heb het overleefd, dus denk ik dat ik een getuige ben, ik heb de taak de mensen daarvan te vertellen. Zeker bij momenten dat ik boos ben en als een soort discriminatie ondervind, als mensen me komen zeggen dat China verandert en dat Deng Xiaoping een goeie is. Of dat China zijn eigen cultuur en traditie heeft en dat het er tegenwoordig niet zo slecht gaat, dus vergeet die dingen maar. Of als ik naar het Holocaust-museum in Washington ga, dat gebouwd is om het vergeten tegen te gaan. De herinnering bewaren van wat gebeurd is, het aan onze kinderen vertellen, aan de kinderen van onze kinderen. Is dat joods erfgoed ? Nee, concentratiekampen zijn dingen die iedereen kunnen overkomen, gelijk waar, op gelijk welk moment.

Maar als wij Chinezen willen dat de mensen ons respecteren, moeten we eerst onszelf respecteren. Als wij de moed niet hebben om de waarheid te vertellen, hoe kunnen de mensen ons dan steunen ? Dan zijn er die zeggen : hey, jij wil wraak nemen ! Oké, waarom niet ? Ze hebben mij twintig jaar afgepakt, hebben me bijna vermoord, hebben mijn moeder vermoord en mijn jongere broer. Natuurlijk mag ik wraak nemen. Maar zo wil ik het niet. Omdat de persoon die mijn moeilijkheden veroorzaakte, ook maar een radertje in de machine is, ook maar bevelen opvolgt, de politiek uitvoert. Waarom zou ik een radertje willen doodslaan als ik de machine wil afbreken ? Het is niet voldoende een paar bekende dissidenten uit de machine te bevrijden. Dat is heel goed, maar je moet de mensen ook vertellen dat er een systeem is. Je moet niet alleen naar de boom zien, het bos is er ook. Dààrom doe ik dit, ik wil het einde van de laogai.

Is dat laogai-systeem precies hetzelfde als de Goelag-archipel, of is dat maar een analogie ?

WU : Kijk, Hitler, in theorie, deelde de mensen in naar hun ras. Die hadden daar een heel systeem voor, om mensen van elkaar te onderscheiden : naar de kleur van hun haar, van hun ogen, de maat van hun schedel, en zo voort. En aan de hand daarvan werd je honderd procent joods, half jood, een kwart jood… Stap voor stap. De communisten, in de Sovjetunie of in China, en onlangs nog in Cambodja, deelden de mensen in naar hun klasse. Volgens hun economische status. En de Chinezen hebben daar een heel fijn systeem voor uitgewerkt, hoe mensen in te delen in verschillende klassen. Bijvoorbeeld, je grootvader was een grootgrondbezitter, maar ging failliet. Je vader was een leraar, maar je moeder was een kleine grondbezitter. Dan zeggen ze : oké, jij bent een kleine grondbezitter. Zoiets als een kwart joods, zie je wel ? Niet honderd procent joods. Dat was een heel serieuze zaak. In de eerste jaren hanteerden de gerechtshoven papieren voor hun uitspraken met daarop je naam, leeftijd, adres, beroep en klasse-afkomst. Meneer, als wij dieven waren, u en ik, wij gingen uit stelen van de volkscommune en werden gepakt. Als uw vader dan een grondbezitter was, en mijn vader een arme boer of een arbeider, dan kregen wij zeer verschillende straffen. Want u komt van de vijandige klasse en uw gedrag is contrarevolutionair.

Is dat dan verschillend van een nazi-kamp met joden ? Zeker is er een verschil. In het Chinese kamp zitten Chinezen, in Hitlers kampen zaten joden en zigeuners maar het waren toch allemaal mensen, niet ? Moeten we dat dan maar vergeten, of negeren ? Ik heb de Chinezen gezegd : als jullie jezelf niet respecteren als mensen, zal niemand jullie respecteren. Ik heb westerlingen gezegd : als jullie vinden dat Chinezen geen mensen zijn, praat ik niet met jullie, okée. Maar als jullie vinden dat Chinezen óók mensen zijn, dan is er geen enkele reden om ze te discrimineren, om je ogen te sluiten voor de Chinese laogai. Anders ben je met je eigen belangen bezig. Dan ben je niet begaan met mensenrechten maar met politiek. Joodse politiek, Bosnische politiek, wat dan ook.

De laogai is een heel belangrijk onderdeel van het Chinese communistische systeem. Zoals Voorzitter Mao zei : het leger, de politie, het gerecht, de werkkampen, vormen allemaal samen de nationale machine om onze heerschappij te bestendigen, de klassenstrijd te voeren, en de klassevijand te elimineren. Vergis u dus niet : dit is geen eenvoudig gevangenissensysteem.

Sinds ik, in 1991, de laogai ben beginnen aan te klagen, heb ik zeker één groot succes geboekt. Weet u wat ? In december 1994 stemde het Chinese Volkscongres een resolutie, dat het woord laogai niet meer gebruikt moest worden.

Het Chinese systeem kende gevangenissen, detentiecentra, en laogai-instellingen. De laogai is daarin het bureau voor heropvoeding door arbeid. Men gebruikt het woord niet meer, omdat ik gezegd had dat ik dat woord in de woordenboeken wou. Ze hebben het woord geëlimineerd. Er bestaat geen laogai meer, maar ze zegden er wel bij : De functie van die gevangenissen wordt niet gewijzigd. De heropvoeding door arbeid blijft het principe, dwangarbeid, hersenspoeling. Dit alles blijft. Maar het geheel heeft nu een andere naam. Waarom ? Omdat dat zo uitkomt in het internationale conflict over de rechten van de mens.

Toch is China aan het veranderen. Zijn er dan geen wijzigingen in het kampsysteem ook ?

WU : Ja, China verandert. Het komt er vol wolkenkrabbers, gebouwen, computers… Mooie Chinese vrouwen reizen naar Parijs als modellen. Dat is ongehoord, nietwaar ? Chinezen komen naar hier als zakenlieden, kopen en verkopen op de beurs. En natuurlijk is er ook verandering in het gevangenissysteem. Veertig jaar geleden kwamen er geen producten uit de kampen die goed genoeg waren voor de uitvoer. Tegenwoordig wel. Er is dus zeker vooruitgang. In de jaren zestig waren er geen processen, geen papieren. De politie pakte mij op in alle vriendelijkheid en ik ging de gevangenis, het gevangenenkamp in. Vorig jaar had ik recht op een proces dat vier uur duurde. China kende in de voorbije dertig, veertig jaar de functie van een advocaat niet. Vorig jaar kreeg ik door de rechter een advocaat toegewezen. Twéé advocaten. Vooruitgang dus, verandering. Maar de belangrijke veranderingen, de fundamentele veranderingen, daarvan zijn er twee, daar wil ik de nadruk op leggen. Ten eerste : het communisme als ideologie heeft afgedaan. Dat is een heel belangrijke verandering. Als je China gekend hebt in de afgelopen dertig, veertig jaar, dan weet je dat ze daarin geloofden, dat ze erop vertrouwden. Rotsvast. Ze werkten er zich voor dood. Wat je maar wou, ze deden het.

In het begin vermoordden ze de grootgrondbezitters : het was immers revolutie ? Moordt maar ! Schaften het christendom af : doén ! Het zijn maar buitenlanders, daar willen we niet van ! Confisqueerden al dat privébezit : revolutie, doén ! Vervolgden de intellectuelen, de rechtsen. Daar ben ik er één van doen maar ! Grote sprong vooruit. Culturele Revolutie, toe maar ! Ze hebben er àlles voor gegeven ! Alles : privéleven, waardigheid, bezit. Alles. Voor dat communisme. En na veertig jaar : grapje geweest.

Dat was de belangrijke verandering. En een tweede heel belangrijke verandering, als je iets afweet van China en zijn geschiedenis van tweeduizend jaar : nog nooit zijn er zoveel Chinezen naar het buitenland gegaan. De rol van de Grote Muur in de Chinese geschiedenis is isolering van de buitenwereld. Niet echt om invallen van buiten tegen te gaan, maar eerst en vooral om het land te sluiten. China had een lange kustlijn, maar de zeevaart was er niet toegelaten. Als je ziet wat het volk te verdragen kreeg : dan was het eerste isolering, en dan hersenspoeling, en ten slotte de marteling door de macht.

Daarom, in 1994 bezocht ik Auschwitz en zag de gaskamers. Ik wist wel van die gaskamers af, maar dit was de eerste keer dat ik ze zag. Ik vond dat zo dom. Waarom de mensen in een gaskamer ombrengen ? Dat was toch waanzin ? Daarom had Hitler zo’n slechte naam, een onmens te zijn, al die dingen. Niemand die hem nog kon beschermen. De Chinezen hebben het anders aangepakt. De Chinezen zeiden : mannen en vrouwen zijn arbeidskrachten. Gevangenen en contrarevolutionairen kunnen ons regime welvaart brengen, als we ze organiseren en ze aan het werk zetten. Een prima idee, op één voorwaarde : hersenspoeling. Ze verminderen tot ze robotten geworden zijn. Dieren. Op die manier hebben wij mentale gaskamers. Hitler heeft dat niet kunnen bedenken, Stalin wist niet hoe het aan te pakken, maar de Chinezen hebben het gedaan. Het principe is dat je nooit jezelf als onschuldig kan zien. Je moet schuld bekennen in het allereerste begin. Je misdaden bekennen, jezelf veroordelen, zelf je waardigheid vernietigen, je politieke inzichten opgeven, je geloof en religie vergeten, voor het regime dat zegt : wij willen je maar helpen. Wij willen alleen maar een goede burger van je maken. Arbeid maakt vrij, dat was de slogan van Hitler. Arbeid geeft een nieuw leven, dat is de Chinese slogan. Maar de Chinese slogan kende je niet, terwijl je de eerste al lang kent.

Hoe komt het dat Europa en Amerika op uw video’s van de Laogai hebben moeten wachten eer de omvang van het Chinese kampensysteem hier duidelijk werd ?

WU : Goeie vraag. Jullie hebben hier een heel bekende Chinese schrijfster, Han Suyin. Ze had een bespreking van haar boek over Zhou Enlai in de New York Times, op dezelfde bladzijde waar ik een bespreking van mijn eerste boek had. De redacteur had de volgende commentaar : ?Han Suyin kan naar China gaan en alles bezoeken wat ze wil, wanneer ze maar wil, van beneden tot boven, en daar heeft ze veel boeken over geschreven. Waarom heeft ze dan nooit iets gezegd van die werkkampen ? Wist ze daar niets van ? Of wil ze daar niet over praten ??

Wat zou het antwoord kunnen zijn ? Vijftien miljoen mensen zijn die kampen ingestuurd. Gelijk welke Chinees die je op straat tegenkomt, kan je vragen : weet jij wat laogai is ? En hij zal zeggen : laogai, ja dat ken ik. Ik zal niet zeggen hoeveel van hen, maar misschien wel veertig procent van die mensen kan zeggen : mijn vader, mijn broer, mijn buurman, mijn vriend, zijn daar geweest Dat is zo’n alledaags gegeven, en mevrouw Han Suyin weet daar niets van ! En toch is zij zo beroemd, en zoveel mensen, politici ook, komen naar haar luisteren.

Daarom wil ik, in mijn drie boeken, in grote lijnen twee boodschappen uitdragen. Ten eerste : laogai. Ik wil het woord in alle woordenboeken. Het is natuurlijk waar dat het systeem opgezet is door de Chinese communisten, en dat het met het communisme nu gauw afgelopen kan zijn. Maar daarvoor zal de laogai nog niet stoppen.

Ten tweede roep ik op dat het Westen opnieuw zou nadenken over zijn Chinapolitiek. Jullie hebben het over veranderingen en over kapitalisme, maar zijn dat echte veranderingen ?

In uw boek schrijft u : ?kapitalisme is niet hetzelfde als democratie.?

WU : Kapitalisme op zichzelf betekent inderdaad geen democratie. Of mensenrechten. Iran en Irak zijn kapitalistische landen, geen communistische, maar democratie is daar niet. Sommige mensen proberen ons te misleiden. Met opzet of niet. Ze zeggen : China heeft zo’n enorme bevolking, zo’n groot land, wat kunnen we daar aan doen ? Militair helemaal niets. Politiek isolement is niet goed. Niet goed voor de Chinezen in de eerste plaats. Economische sancties treffen de gewone bevolking en niet de top. Wat kan je dan doen ? Handel drijven met ze, investeren, de deur open houden, de dialoog gaande houden, en zo veranderingen invoeren. Ach. Dit soort theorieën, als die zo goed waren, waarom hebben ze die dan niet toegepast tegen de voormalige Sovjetunie ? Vandaag worden ze zelfs niet tegen Cuba toegepast. Nee, daar is het isolement geblazen, sancties, straf tegen buitenlandse firma’s zelfs.

En ten tweede. Ik zei net, kapitalisme is nog geen democratie. Ga jij zeggen dat kapitalisme de democratie kan terugbrengen ? Dat is gelogen. Wat kan het kapitalisme momenteel in China ? Afgezien van Westerse, Taiwanese, Hongkongse bedrijven dat zijn buitenlandse bedrijven. Ga maar zien : die zogenaamde ondernemers, die ?zakenlieden? in China, die zijn meestal ofwel partijfunctionaris ofwel lid van de regering en lid van de partij. In China weet iedereen dat. Als je geen relatie hebt met de functionarissen, kan je geen zaken doen in China. Zelfs als je ze kent, maar je maakt ze niet te vriend, je ontwikkelt geen relatie met ze, kan je geen zaken doen. Hoe kan je China dan veranderen via het kapitalisme ? China is een bureaucratisch staatskapitalistisch systeem, niet jullie vrij kapitalistisch systeem. En denken jullie dat zo’n systeem democratie kan brengen ? Denken jullie dat de Arabishe prinsen belangstelling hebben voor democratie ? Waar hébben jullie het over ?

Henry Kissinger is zo iemand die dingen verklaart. In Business Week, de Chinese versie, van een paar maanden geleden, in juni, zei die dat tussen de twee landen, China en Amerika, geen fundamentele contradictie bestaat. Wow. Dan weet ik het ook niet. Ten eerste is China de grootste communistisch totalitaire staat, terwijl Amerika toch het belangrijkste vrije kapitalistische, democratische land is. Geen contradictie ? En als we naar de ?details? kijken : copyrights, mensenrechten, militaire manoeuvers, de Zuid-Chinese Zee, Noord-Korea… Waarschijnlijk moeten we die uitspraak op een andere manier interpreteren. Tussen de twee landen, China en het Amerika van Henry Kissinger, is er dan geen fundamentele contradictie. Die hebben dan wederzijds begrip, en gemeenschappelijke belangen. Want je kan natuurlijk zakenlieden niet overhalen om hun belangen te vergeten in naam van de mensenrechten van andere lieden. Dus aan zakenlieden heb ik maar één raad te geven : ga er naartoe, steek je geld erin. Dit is de plek waar het gebeurt, waar de arbeidskrachten heel goedkoop zijn, geen stakingen, geen vakbonden, geen burgerrechtenbeweging, geen sociale wetgeving, en als je een goeie relatie hebt met de ambtenaren in kwestie zullen ze je helpen. Steek ze gewoon een handje toe om hun commissie in een vreemde bank onder te brengen, help hun zonen en dochters in de VS studeren, dan zullen zij voor je zaken zorgen. Waarom niet ? Doen. Maar pas op : want dit zijn de kerels die, toen ze in de jaren vijftig aan de macht kwamen, al je bezittingen hebben afgepakt. Die zijn niet van mening veranderd. Wat in de toekomst gebeurt, zullen we wel zien. Dezer dagen hebben ze je nodig.

En de politiek dan ?

WU : Ik ben jullie politieke raadgever niet. Ik weet ook niet wat jullie moeten doen. Maar ik vind wel één ding : dat soort mensen ga je geen hand geven.

Sus van Elzen

Harry Wu, ?Troublemaker?, Bosch & Keuning, De Bilt, 300 blz.

De Tian An Men-poort in 1986 : zolang er naar Mao verwezen wordt…

China 1976, een School van de Zevende Mei : politiek strafkamp van de lichtste categorie.

China 1976 : martiale opleiding tijdens de Culturele Revolutie. Ze geloofden rotsvast en deden er àlles voor.

Harry Wu : Zo’n mensen ga je geen hand geven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content