Terwijl België zich alweer fixeert op de communautaire navel, sta ik stil bij wat ons hele gestel bepaalt: de golven van de wereldeconomie. De storm van de ergste financiële crisis sinds de Grote Depressie en van de eerste mondiale recessie sinds de Tweede Wereldoorlog is gaan liggen. Berging en reconstructie lopen nog, maar het beeld van de wereld na de crisis wordt stilaan duidelijk. Drie evoluties domineren het blikveld.

Eerste evolutie: grote verschillen in nieuwe economische groei. De ontwikkelende landen stomen door. China groeit 10 procent in 2010, India bijna 9 procent, Brazilië en Afrika rond de 5 procent. Hun motor draait opnieuw op toerental en hun beleid is gericht op het aanhouden van het tempo. Helemaal anders vergaat het de ontwikkelde landen. Amerika veert recht in 2010, met een groei van 3 procent. De Amerikaanse economie toont andermaal de kracht van haar flexibiliteit, maar de verwachtingen voor de komende jaren blijven toch onder het groeipad van vóór de crisis. Nog erger in Europa, waar de groei voor de eurozone beneden de anderhalve procent blijft steken in 2010-2011 – een ‘opleving’ die eigenlijk aanvoelt als een crisis.

Een tweede vaststelling is de terugkeer van hardnekkige massawerkloosheid. De tol van de crisis, zowel in de VS als in de Europese Unie, bedraagt meer dan 11 miljoen verloren of niet-gecreëerde banen. Doordat de economie maar traag heropleeft, neemt langdurige werkloosheid sterk toe. De kostprijs van massawerkloosheid – in termen van gederfde inkomsten en verhoogde uitkeringslast – is een van de factoren achter de derde evolutie: de gigantische ontsporing van de overheidsschuld. Regeringen zijn massaal tussengekomen om financiële markten te stabiliseren, de economie kunstmatig te subsidiëren en de sociale zekerheid uit te breiden. De rekening is gigantisch. De 30 geïndustrialiseerde landen van de OESO zullen in 2011 een schuld hebben van meer dan 100 procent van hun gecombineerde welvaart, een toename met 30 procent sinds 2007.

Voor het Westen leidt de crisis dus tot een tijdperk van massawerkloosheid en overheidsschuld. België weet al drie decennia wat dat betekent: besparingen, belastingen en een permanent juk op economische ontwikkeling. Tel daarbij de last van de aankomende vergrijzing en je krijgt een heel somber plaatje. En alvorens u ‘groene economie’ roept, besef dan dat die tegen 2020 amper 1,5 procent van de totale werkgelegenheid zal opleveren.

Maar er is één belangrijk lichtpunt: China en de andere groeilanden op deze planeet zijn niet alleen concurrenten, ze zijn ook meer en meer klanten. Azië kent vandaag al een middenklasse van meer dan een half miljard mensen, die in een sneltreinvaart rijker worden. Die willen allemaal voor zichzelf wat wij na de Tweede Wereldoorlog voor onszelf hebben opgebouwd. China is al de grootste afnemer van Antwerpse diamant, de grootste automarkt ter wereld, de grootste groeimarkt voor fastfoodketens en luxeproducten en ga zo maar door.

Kortom: de groeilanden die ooit als wagons achter het consumerende en investerende Westen hingen, worden zelf een ijzeren locomotief. Daaraan kunnen ook wij met succes onze wagon koppelen. China en co. kunnen België en co. helpen redden. Maar daarvoor moeten wij in de toekomst beter doen dan in het verleden. In de gouden decennia van de globalisering, tussen 1989 en 2007, verloor de fameuze Belgische exporteconomie bijna een kwart marktaandeel ten aanzien van onze buurlanden.

Competitiviteit, innovatie, ondernemerschap, meer werkers en minder uitkeringen: het blijven de enige middelen om een betere toekomst te bouwen voor de jonge generatie. Welvaart en bescherming willen we allemaal, maar de hervormingen die ervoor nodig zijn – in de arbeidsmarkt, de pensioenen, de sociale zekerheid, de fiscaliteit – willen we alleen voor een ander. België heeft al veel plannen geproduceerd – vandaag heten ze ‘Vlaanderen in Actie’ en ‘marshallplan’ in Wallonië. Maar de keuzes die nodig zijn, krijg je moeilijker aan de burger verkocht dan de splitsing van B-H-V aan de Franstalige politieke partijen.

De auteur is hoofddocent aan de UGent en directeur van het Itinera Institute, een onafhankelijke denktank voor duurzame economische groei en sociale bescherming. Info: www.itinerainstitute.org

door Marc De Vos

De groeilanden die ooit als wagons achter het consumerende en investerende Westen hingen, worden zelf een ijzeren locomotief.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content