Nog elf keer slapen en we mogen met taartjes naar de grootmoeder aller verkiezingen. En de laatste loodjes wegen het zwaarst, want veel kiezers beslissen pas op het laatste moment. De eindfase van de campagne is dus van groot belang. Nu politici niet meer levensgroot op twintig vierkante meter aan de muur mogen, moeten ze zich maar levensgroot aan de voordeur van zijne majesteit de kiezer aanmelden. Zwarte Woensdag staat onze veelgetergde kandidaten met raad en daad bij: enkele tips voor het geslaagde huisbezoek.

Wees efficiënt. Voorkom nutteloze inspanningen. Tijd is geld en schoenzolen zijn ook duur. Sla de huizen over waar affiches van rivaliserende partijen aan het raam hangen. Ten ware het het huis betreft van de bejaarde voorzitter van een gezinsvereniging, die een Vlaams Blok-affiche heeft geëtaleerd, want dan wordt hij toch verkeerd geciteerd. U kan het dus nog altijd proberen.

Pas op de hond. Met hondenpoep besmeurde schoenen verhogen uw uitstraling niet. De hond is ook altijd sneller dan u aan het hek van de voortuin – en ook broeken zijn duur.

Voorkom misverstanden (1). Wijs erop dat u wel degelijk degene bent die afgebeeld staat op de folder die u overhandigt, al lijkt u kleiner in het echt. De mededeling “Da zenne kik” breekt meteen het ijs.

Voorkom misverstanden (2). Wijs erop dat uw drukwerk niet De Wachttoren heet en dat u bijgevolg geen Getuige van Jehova bent. Als u Steve Stevaert heet, zeg dat u wel met de deur in huis wil vallen, maar dat u daarom het hele huis nog niet komt afbreken.

Spreek helder. Haal die joint uit uw mond als u met de mensen spreekt, anders gaat u mompelen en u hebt zo al weinig te vertellen. Doet u het toch, excuseer u achteraf, maar algemeen applaus daarvoor is niet gegarandeerd.

Vermijd clichés. Met uitdrukkingen als “ik stel vast”, “naar de toekomst toe” of “tot op het bot” zou men u kunnen verwarren met respectievelijk Bert Anciaux, Luc Van den Brande of, godbetert, een politieke vernieuwer.

Blijf milieubewust. Vlaams-Blokkandidaten moeten zeggen dat hun folder bij het klein gevaarlijk afval thuishoort, drukwerk van andere partijen mag bij de restfractie.

Spreek altijd uw taal. Ook in Brussel. Een oproep als “je calcule sur votre voix” geeft u anders het onsympathieke imago van een emotieloze cijferaar.

Wees geïnformeerd. Stel u op de hoogte van de prestaties van de lokale voetbalploeg, zeker bij huisbezoeken in Lier of Genk. Af en toe een woord in het lokale dialect helpt eveneens om de kloof tussen de burger en de politiek te dichten. Kennis van het weerpraatje van Frank Deboosere van die ochtend, van de uitslag van het Eurovisiesongfestival en van de inhoud van Familie van de avond tevoren draagt evenzeer bij tot een geslaagde dialoog.

Heb een broer. De burger is een kritische consument. Benut het hebben van een broer als medekandidaat voor wervende slogans als “twee halen, één betalen”.

Wees tactvol. Gekakel over kippen zonder kop of hanen die orde op zaken moeten stellen in het kiekenkot kan in slechte aarde vallen. Spreek in overstromingsgebieden niet over druppels die emmers doen overlopen. Bij huisbezoek in het bejaardentehuis niet pleiten voor minder prostaat in de Senaat.

Safety first. Sluit het hek van het voortuintje als u weer weggaat. Het verhoogt het veiligheidsgevoel en voorkomt dat de hond wegloopt.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content