Het is weer zo ver: Club Brugge-Anderlecht. En ook al is die clash niet beslissend voor de titel, de verliezer wordt zelden kampioen.

Monumenten van Club. Als het gesprek toevallig een keer belandt bij de monumenten van Club, dan praat iedereen over de Caje, de Fox en de Lotte. In het burgerleven: Jan Ceulemans, Franky Van der Elst en Raoul Lambert. In de schaduw van die grote drie mijmeren oudere Club-Bruggelingen ook graag over Johny Thio, Fernand Boone en, uit de tijd dat de dieren nog spraken, Louis Versyp en de latere bondscoach Torten Goetinck.

Altijd weer vergeten de mensen Dany Verlinden. Ten onrechte. Want Verlinden kwam al in 1988, vanuit Lierse, naar Club Brugge, en is er dus zijn veertiende seizoen bezig. Veertien jaar trouw aan dezelfde club. Wie, wij zouden er bijna aan toevoegen ‘in de hele wereld’, kan dat op topniveau zeggen? Laten we voor alle zekerheid stellen: weinigen. Wie was voor Verlinden de vaste doelman van Club? Als wij ons goed herinneren Philippe Van de Walle, één jaar of zo, en voor Van de Walle zitten we al bij Birger Jensen.

Net als bij Filip De Wilde van Anderlecht zijn ondertussen tal van jonge beloften als opvolger van Verlinden naar voren geschoven, en tal van ervaren buitenlandse keepers werden officieel als ‘doublure’, in werkelijkheid als vervanger aangetrokken. Tot en met een Egyptenaar. Maar net zoals in Anderlecht De Wilde, is het ook bij Club telkens weer Dany Verlinden die uiteindelijk zonder veel poeha het pleit wint.

Dany begon bij Ourodenberg, een gehucht van Aarschot, bleef twaalf jaar op Lierse, en werd voor het seizoen ’88-’89 naar Club getransfereerd. Daar speelde hij dat jaar vijf matchen, vanaf ’89-’90 was hij nummer één. Meer dan vijfhonderd wedstrijden in eerste, geen enkel doelpunt gemaakt, wel enkele tegen gekregen, vier keer kampioen, drie keer bekerwinnaar, één keer slechts spelend Rode Duivel. Dany wordt 39 op het feest van Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart, voor de Karel De Guchten onder u: dat is op 15 augustus. Viert hij zijn veertigste verjaardag onder de lat, en wordt Club kampioen? U verneemt het in de volgende regels.

Wordt Club kampioen?

Dany Verlinden: Dat weet ik niet. Ik vrees dat de titelstrijd open blijft tot de laatste speeldag. Het gaat niet om Club en Anderlecht alleen, Racing Genk is een even grote kandidaat, en ondanks het puntenverlies van de voorbije weken schrijf ik Standard niet af. In dat koppeloton steekt geen enkele ploeg erbovenuit, we laten allemaal punten liggen. Dat wijst op een nivellering, maar zorgt ook voor een ongemeen spannende competitie. Met het driepuntensysteem is een kloof van vijf punten zo weggewerkt. Wij hadden er eind november elf meer dan Anderlecht, vier matchen later waren het er twee. Tegen Racing Genk is het na negentig minuten 1-1, ze krijgen in blessuretijd een penalty en winnen met 1-2. Blijft het 1-1, dan heeft Genk twee punten minder en wij één meer, dat zijn drie punten in de kering. KV Mechelen zag in tweede klasse veertien punten voorsprong in geen tijd wegsmelten.

Jullie hebben dat vorig seizoen al meegemaakt, in dezelfde periode: van zes voor naar zeven achter Anderlecht. Is december een behekste maand voor Club?

Verlinden: Blijkbaar. Vorig jaar was het de eerste nederlaag, tegen Anderlecht, en de uitschakeling door Barcelona, die een zwarte periode heeft ingeluid. Dit seizoen heeft de uitschakeling tegen Lyon ons een mentale dreun gegeven die een tijdje is blijven nazinderen. We hebben ook drie keer thuis verloren, dat mag niet voor een titelkandidaat.

Dat komt ervan, van almaar aan te vallen. Na de 2-4 nederlaag tegen Lokeren namen belangrijke spelers als Philippe Clement, Tjörven De Brul en op zijn manier ook Gert Verheyen de offensieve speelstijl van trainer Trond Sollied op de korrel.

Verlinden: De tactische aanpak lag niet aan de basis van die nederlagen. Tegen Genk was er een penalty in de toegevoegde tijd, nadat we eerder afstand hadden kunnen en moeten nemen. Tegen Standard waren we in de eerste helft de mindere, en zij kwamen verdiend op voorsprong. Dan ben je verplicht om vooruit te trekken en wordt elke counter gevaarlijk. Dat is een evidente wet uit het voetbal. Tegen Lokeren gaven we door individuele fouten een comfortabele 2-0 voorsprong uit handen. Dat is niet de schuld van de trainer, maar van de spelers die op dat moment de verkeerde dingen doen. En onze enige uitnederlaag, op Anderlecht, was ook niet naar het beeld van het spel. Wij waren beter, en in de eerste helft zelfs nadrukkelijk.

Tot Nzelo Lembi geblesseerd raakte. Sollied schoof Clement een rij achteruit en bracht Ebou Sillah in het midden. Verkeerde tactische zet?

Verlinden: Gedwongen tactische zet. Na het uitvallen van Lembi bij ons, en het inbrengen van Alin Stoica bij hen, verloren we onze greep op het middenveld een beetje, maar veel kansen heeft Anderlecht niet gehad. Wij wel, maar we hebben ze niet afgemaakt. Hun doelpunt kwam uit de lucht vallen. En vergeet ook niet dat Gert Verheyen een penalty heeft gemist. Die nederlaag kan niemand de trainer aanrekenen.

Klopt het cliché nog altijd dat Anderlecht staat voor techniek en Brugge voor kracht?

Verlinden: Wat de kernen betreft wel. Anderlecht heeft een paar technische voetballers die wij niet hebben, en ook niet kunnen betalen. Maar uitgerekend die jongens mogen niet meedoen. Ook Anderlecht kiest in de eerste plaats voor de fysiek. Yves Vanderhaeghe zal niet snel naast de ploeg vallen. Met techniek zonder kracht ben je minder dan met kracht zonder techniek. In het voetbal van vandaag is het werken geblazen. Wie dat niet opbrengt, kan niet mee, hoeveel techniek hij ook heeft. En je kan een elftal niet meer in functie van één speler laten acteren, dat maakt het de tegenstander veel te makkelijk.

Toen Trond Sollied bij AA Gent begon, leek het of de Messias was neergedaald. Wat je in Gent niet bepaald verwacht. Ook bij Club was men in het begin euforisch. Is er na het missen van de titel vorig seizoen, en de mindere wedstrijden van de voorbije maanden, sleet gekomen op de goeroe?

Verlinden: Nee. Als je een paar keer verliest, komen tongen los, dat is overal zo. Maar als we een paar wedstrijden kunnen spelen zoals tegen Antwerp, dan is het enthousiasme er terug en heeft niemand kritiek op de trainer. In voetbal bepaalt het resultaat alles. Hoe ouder je wordt, des te meer je beseft dat de meeste clichés correct zijn.

De bal is rond.

Verlinden: Daar raak ik steeds meer van overtuigd. En dat het de spelers zijn die het moeten doen. Een trainer mag zijn ziel en zaligheid geven, hij mag aan de lijn op zijn hoofd gaan staan, iets waar sommigen niet ver van af zijn, maar als op het veld fouten worden gemaakt staat hij machteloos.

Wat maakt Sollied anders dan andere trainers?

Verlinden: Zijn koele en beredeneerde, zeg maar geprogrammeerde aanpak. En het werken met de bal. Ik heb trainers gekend voor wie conditietraining gelijk stond met lopen. Door het bos of rond het veld, kilometers vreten tot je steendood zat. Dat doet Sollied zo goed als nooit, en ik heb niet de indruk dat we fysiek minder sterk zijn dan vroeger. Met de bal oefent hij eindeloos dezelfde patronen in. Wedstrijdsituaties, en de shadow game tegen een ingebeelde tegenstander.

Zoals RWDM tijdens de match. Leg eens aan de Knack-lezer uit wat looplijnen zijn.

Verlinden: Dat valt aan de Knack-lezer niet uit te leggen.

Ik vreesde het al.

Verlinden:(lacht) De Knack-lezer moet aanvaarden dat dat bestaat, looplijnen, en verder geen vragen stellen. Ik zal een poging doen: speler X heeft op positie Y de bal, wat moeten de anderen op dat moment doen? Naar waar moeten ze lopen? En wat moet de speler aan de bal doen?

En dat wisten Eric Gerets en Hugo Broos niet?

Verlinden: Natuurlijk wel. Bovendien kan je daar duizend keer op oefenen, tijdens de match doen zich totaal andere situaties voor. Je oefent automatismen in. Maar dat heeft Sollied uiteraard niet uitgevonden. Dat pretendeert hij ook niet, het is de pers die het soms zo voorstelt.

Naar verluidt zijn die trainingen saai.

Verlinden: Dat valt mee. Maar het schema is niet erg gevarieerd, dat klopt. In normale weken zijn alle maandagtrainingen dezelfde, alle dinsdagtrainingen enzovoort. Je weet op voorhand wat komt. Hoewel hij soms verrast. Vorige week kregen we te horen dat er op zaterdag een vrije training zou zijn. Wie wou komen kon komen, en wie niet wou komen mocht thuis blijven.

En zat de volgende dag op de bank.

Verlinden: Nee, want ik ben zelf niet geweest en ik heb toch gespeeld. Maar wellicht hebben vele jongens zich afgevraagd wat ze daarmee aan moesten. Ondanks dat trainen op automatismen eist Sollied dat zijn spelers zelf denken, zelf verantwoordelijkheid nemen, en zichzelf de nodige discipline opleggen. Met die houding is hij een buitenbeentje in het trainersgild.

Is hij tactisch sterk? Zelf het spel maken en aanvallen kan soms naïef zijn.

Verlinden: Wij gaan uit van onze eigen kracht. Middenvelders aan de bal, flanken bedienen, en vandaar voor de goal. En dan is het woord aan onze spitsen. Zij worden soms op de korrel genomen, maar Rune Lange heeft er al zeventien binnengetrapt, dan kan je niet van een slechte spits spreken.

Dat hangt ervan af hoeveel hij ernaast trapt.

Verlinden: Met een ploeg die druk zet, creëer je normaal gezien veel kansen. Als die er allemaal in zouden gaan, is het elke week 10-0. Tegen Antwerp was het 3-0 aan de rust, maar we hebben minstens negen kansen gehad. Is dat dan slecht afgewerkt?

Ja.

Verlinden:(lacht) Dan stel je hoge normen. Zonder een ongeluk zal Lange vlot boven de twintig goals uitkomen dit seizoen, er zijn niet veel spitsen die dat kunnen zeggen.

Het Europese verhaal van Club was, niet voor het eerst, dramatisch. Thuis 4-1 winst tegen Lyon, maar in de return met 3-0 uitgeschakeld. Het fatale doelpunt in de 92ste minuut. Gelukkig stond jij niet in het doel, maar Dejan Nemec.

Verlinden: Lyon is niet de eerste de beste. Staat tweede in Frankrijk, kwam uit de Champions League en had daar liefst negen punten gepakt. In een groep met Barcelona, Leverkusen en Fenerbahçe. Zo een ploeg met 4-1 afdrogen, is een enorme prestatie. Goed, het kan dat ze hier ongeconcentreerd en misschien ongeïnteresseerd hebben gespeeld, maar dan nog moet je dat kunnen afstraffen. Wij hadden een fantastische avond, en ook ginder was het in orde. We kregen wel snel na elkaar twee goals binnen, maar in de tweede helft draaiden we beter mee en vond Lyon de opening niet meer. Als je dat dan in de slotminuut uit handen geeft, kan je alleen maar onder de TGV springen.

Sollied deed twee minuten voor tijd wat alle trainers doen: een speler vervangen om wat tijd te rekken. Dat heeft zelden nut want die tijd wordt er toch weer bijgeteld. Nu werd Mendoza eruit gehaald en de jonge onervaren Duarte kwam er koud in. Uitgerekend hij raakte rond de zestien meter van Lyon de bal kwijt, en tien seconden later lag hij er aan de overkant in. Domme vervanging, fout van Sollied.

Verlinden: Daar ben ik het niet mee eens. Over het nut van die vervangingen kan je discussiëren, maar toen Duarte de slechte pas gaf, stonden er nog negen spelers van ons achter de bal. Negen man die hem hadden kunnen afpakken, of die op zijn minst een fout hadden kunnen maken. Als dat niet gebeurt, is dat niet de schuld van Duarte of van de trainer die hem heeft ingebracht. Het is Europees de voorbije tien jaar inderdaad een paar keer op een dwaze manier misgelopen. Hoe is dat te verklaren? Dat is niet te verklaren. Ervaring te kort in dat soort wedstrijden? Misschien. Dan zit je natuurlijk in een vicieuze cirkel. Vergeet ook niet dat wij in de jongste UEFA-bekercompetities gestoten zijn op Lyon, twee keer zelfs, en Barcelona. Dat zijn geen kleine ploegen. En in onze voorrondes van de Champions League hebben we iets minder geluk gehad dan Anderlecht. Dat had vorig jaar aan Porto een taaie klant, maar in deze editie waren Sherrif Tiraspol en Halmstadt niet bepaald zware opdrachten. Wij hadden in onze voorrondes Rosenborg Trondheim en Steaua Boekarest aan ons been. Dat is andere koffie.

Hapoel Haifa! Bochum, voorlaatste in de Bundesliga.

Verlinden:(zucht) Dat waren inderdaad minder geslaagde avonden. Wat voor Anderlecht geldt, geldt minstens zo zeer voor Brugge: het verschil in financiële middelen met het buitenland is te groot. Als alles meezit en iedereen haalt op hetzelfde moment zijn topniveau, kan een elftal als het onze in de Champions League misschien ook voor een paar uitschieters zorgen. Maar dat kan je niet bestendigen. En het gevolg van een paar goede prestaties is dat buitenlandse clubs je beste spelers komen weghalen, waardoor je het jaar nadien in de problemen zit. Wat Anderlecht heeft meegemaakt, is voor clubs uit kleine landen onvermijdelijk.

Heeft Club niet dringend de Champions League nodig? Voor wat financiële zuurstof en voor hernieuwde bezieling naast het veld?

Verlinden: Voor de clubkas zeker. De bezieling is opnieuw in stijgende lijn. Tegen Antwerp hadden wij achttienduizend toeschouwers, in een match met gesloten loketten op een middag dat half België uitkeek naar het WK veldrijden in Zolder. Anderlecht en Genk pronken al een paar seizoenen met een uitverkocht stadion, Club moet dat in competitie en eventueel in de Champions League ook kunnen.

Hoe zit het met Dany Verlinden zelf ? Bijna 39, al vele vervangers mogen verwelkomen en nog meer mogen uitwuiven.

Verlinden: Ik heb mijn contract in december verlengd tot eind volgend seizoen. Ik had er mij bij neergelegd dat dat voor de bank zou zijn. Tijdens de winterstage in Spanje vertelde Sollied mij dat hij voor de toekomst zou kiezen. Ik ging ervan uit dat Nemec de rest van de competitie zou rondmaken, maar om een of andere reden is de trainer van mening veranderd.

Die reden is niet ver te zoeken: de 2-4 tegen Lokeren.

Verlinden: Ik weet het niet, en ik wens het niet te weten. Ik heb mij al een hele poos geleden voorgenomen geen vragen meer te stellen bij de beslissing van de trainer. Zet hij mij op de bank, goed. Zet hij mij in doel, beter. Ik vraag geen uitleg. Ik was eigenlijk al met prepensioen, maar nu moet ik onverwacht een tijdje verder werken. Zoals de mensen in het onderwijs, maar het verschil is dat ik het met veel plezier doe. Sommige ploegmaats zijn twintig jaar jonger dan ik, ze hadden mijn kinderen kunnen zijn…

Zeker in Aarschot.

Verlinden:(lacht) … maar ik kan het goed vinden met die jongens. Het ontbreekt hen aan ervaring, want eersteklassevoetbal vereist dat je de kneepjes van het vak kent, maar ik probeer te helpen waar ik kan.

Hoeveel keer ben jij opgeroepen voor de Rode Duivels?

Verlinden: Geen idee. Ik ben onder meer als derde doelman naar twee wereldbekers geweest. Maar effectief gespeeld heb ik maar één interland: in 1998 een oefenmatch op de Heizel tegen Noorwegen. Filip De Wilde was toen bij Sporting Lissabon uit de ploeg gevallen, kort nadien kwam hij trouwens naar Anderlecht terug. Het was 2-2, tegengoals van Riseth en Solskjaer die alletwee door de buitenspelval glipten.

Vind je het jammer dat je niet vaker voor de nationale ploeg hebt gespeeld?

Verlinden: Ach nee, zo zit ik niet in elkaar. Ik had de pech dat anderen beter waren. Mijn topjaren vielen samen met die van Michel Preud’homme en Filip De Wilde. Wat zou ik daar om treuren?

Wat is jouw beste resultaat geweest in de Gouden Schoen?

Verlinden: Tweede in 1992, achter Philippe Albert. Eigenlijk was ik een seizoen voordien beter, maar toen haalde ik geen enkel punt. De Gouden Schoen mag over twee stemronden gaan, het zijn dikwijls de prestaties in één korte periode die de uitslag bepalen. Op het juiste moment met de juiste golf mee, zoals Wesley Sonck, daar komt het op aan.

Jij bent veertien seizoenen in Brugge. Monumenten van Club gaan soms met een zweem van bitterheid weg.

Verlinden: Ik blijf daar nuchter in. Mijn contract loopt nog anderhalf jaar, over wat ik daarna doe, heb ik geen idee. Graag iets in het voetbal, er is met Club al vaag over gesproken.

Oei, dat is pas gevaarlijk. Met Ceulemans was ook vaag gesproken.

Verlinden: Voor mij ligt het anders. Jan en Franky wilden meteen hoofdtrainer worden, dat kan niet van de ene dag op de andere. Het is niet gezegd dat een topspeler ook een toptrainer wordt, en je kan de trainersstaf van dat moment toch niet zomaar aan de deur zetten. Ik maak me niet druk, zolang ik me goed voel, zullen ze me eerst uit dat doel moeten krijgen. Want ik heb nooit geprotesteerd als ze een buitenlander kochten, een topclub heeft nu eenmaal minstens twee ervaren keepers nodig, maar ik ben sportief wel altijd voor mijn plaats blijven vechten.

Is het niet merkwaardig dat zowel bij Club als bij Anderlecht iemand van 38 in doel staat?

Verlinden: Absoluut. En ook Filip heeft een hele stoet opvolgers zien binnenkomen, maar hij heeft de meesten ook weer zien vertrekken. Nu hebben ze Daniel Zitka van Lokeren gekocht, hun vijfde volwaardige doelman. Dat is te veel van het goede. Als Filip blijft spelen zoals dit seizoen ben ik niet zo zeker dat Zitka volgend jaar de nummer één is.

Ook in het bestuur voeren zowel bij Club als bij Anderlecht oudere heren het hoge woord. Michel Van Maele is 80 en Constant Vanden Stock 87. Oude kerels aan de lat en oude kerels onder de lat.

Verlinden: Ja maar, tussen die twee vaststellingen is geen verband hoor. Enfin, dat hoop ik toch. Trouwens, oude kerels… hoe oud ben jij?

Veel geluk tegen Anderlecht en Genk, Dany.

Koen Meulenaere

‘Dat de bal rond is, daar raak ik steeds meer van overtuigd.’

‘Looplijnen, dat valt aan de Knack-lezer niet uit te leggen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content