C’est la vie

LUCIANO FABRO 'Tubo da mettere tra i Fiori', 1961. © Courtesy Archivio Fabro/Galerie Micheline Szwajcer

In een oud gebouwencomplex in de Brusselse Regentschapsstraat wemelt het van jonge galeries die allemaal hun vernissage op dezelfde dag houden, zodat er een grote toeloop van jongeren ontstaat. Gevestigde galeriehouders zoals Micheline Szwajcer uit Antwerpen vormen er een uitzondering. Trouw aan haar vaste kunstenaars toont ze deze lente Luciano Fabro (1936-2007), een grootheid uit de arte povera. Die in Italië gewortelde stroming bracht in de jaren zestig en zeventig een zachte, poëtische revolutie teweeg in de Europese kunst, experimenterend met oude en nieuwe, rijke en arme materialen, met ruimtelijkheid en installaties.

Fabro refereerde vaak aan de klassieke traditie van de sculptuur en betrok zijn marmer uit Carrara, voor hem een materiaal als een ander. De wandelaar in het beeldenpark Middelheim kan in de vijver zijn marmeren Baadsters ontdekken, een heerlijke echo van de Baigneuses op de schilderijen van Paul Cézanne. Die historische gelaagdheid paste vanzelfsprekend bij een kunstenaarschap dat diverse vormen aannam. De filosofische basis ervan is een reflectie over de verhouding van kunst en natuur, de wereld en het leven, de (kunst)geschiedenis en het geheugen, lichaam en geest: overwegend antieke thema’s, gebracht in eigentijdse vormen.

Op de openingsavond zag Micheline Szwajcer drommen jongeren in de galeries naast, onder en boven de hare voorbijkomen. ‘Maar hier komen alleen ouderen naar kijken’, zo taxeerde ze het publiek in de kleine expo Luciano Fabro, waar vier vroege werken uit de jaren zestig staan. Stalen buizen lijken op lijntekeningen die contact met elkaar maken in de ruimte, en de Buis om tussen de bloemen te plaatsen (1963-2001) is ook een reflectie over het samengroeien van kunst en natuur, zonder dat ze tot een synthese komen.

Arte povera verovert niet veel nieuwe harten meer, ondanks haar poëtische en vaak zintuiglijke karakter. Het is dan ook een kunst met intellectualistische, minimalistische en conceptuele trekjes, en met maar weinig verhalende kapstokken. Werk van meesters zoals Gilberto Zorio, Mario Merz, Jannis Kounellis, Giuseppe Penone en Luciano Fabro is te vinden in onze vaderlandse musea, het SMAK in Gent, het MUHKA en Middelheim in Antwerpen, het MAC’s in Le Grand Hornu.

Jan Hoet introduceerde de poveristas in onze contreien. Dat gebeurde in 1980 op de expo Kunst in Europa na 1968, en nogmaals, met klank, in 1986, toen hij ze elk een Chambre d’ami liet aankleden. In een oud Gents herenhuis drapeerde Fabro, op de plankenvloer en tot over de vensterbank, een eindeloos lang stuk wit katoen, gesneden in mooie grillige vormen als een weerspiegeling van de groei en de bloei van het pasgeboren kind in het huisgezin waar hij te gast was. Het knippatroon volgde de contouren van de tekeningen in de eerste grote Europese roman, The Life and Opinions of Tristram Shandy, Gentleman (1759-67) van Laurence Stern. C’est la vie, noemde Fabro zijn werk, dat hij zelf, onder de indruk van de kernramp in Tsjernobyl, ridiculiseerde: ‘De genetische mutatie vernietigt elke humanistische wil.’

In 1988, bij zijn eerste grote solotentoonstelling in de Brusselse Bozar, vertelde hij me in een interview dat iemands eerste blik op een kunstwerk vergelijkbaar is met de relatie tussen twee mensen op basis van eenvoudige sympathie,die gaandeweg tot iets complex kan uitgroeien. Zoiets gebeurde ook met ons, we werden vrienden en zetten de dialoog verder doorheen de jaren. In juni 2008 wachtten we Luciano op in Le Grand-Hornu, waar hij naar de installatie van zijn marmeren sculptuur De slaven, zou komen kijken, toen we hoorden dat hij die ochtend in zijn huis in Milaan overleden was, als door de bliksem getroffen.

Galerie Micheline Szwajcer, Regentschapsstraat 67, Brussel, tot 4 juni.

Arte povera verovert niet veel nieuwe harten meer, ondanks haar poëtische en zintuiglijke karakter.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content