België besliste in Argentinië tot de economische invasie van Latijns Amerika. Philippe Maystadt sloeg in Mexico het bruggenhoofd.

EEN BERICHT UIT BUENOS AIRES

De Belgische Consulaire Conferentie zetelde boven zijn stand in het even chique als historische Plaza Hotel in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Twaalf ambassadeurs uit Centraal- en Zuid-Amerikaanse landen, een half dozijn handelsattachés en de topambtenaren van de federale en regionale exportdiensten kwamen voor het evenement van 10 mei overgevlogen. Vice-premier en minister van Financiën en Buitenlandse Handel Philippe Maystadt (PSC) leidde de debatten, Vlaams minister-president Luc Van den Brande (CVP) zat aan het tafelhoofd de Waalse regeringsleider Robert Collignon (PS) en zijn Brusselse collega Charles Picqué (PS) stuurden hun kabinetschef, wegens verplichte aanwezigheid op het PS-congres. In de Plaza had een ongewoon herfstcongres plaats van diplomatiek-economische staatsdienaren, dat net zoals een politieke partij of een vakbond ontwerpresoluties goedkeurde. De Consulaire Conferentie besliste tot een exportaanval op het Amerika onder de Rio Grande.

Voor de Belgische overheid staan Centraal- en Latijns Amerika nu vooraan inzake exportinspanningen. Al gaat twee derde van ’s lands uitvoer niet verder dan onze directe buurlanden en blijven Azië en Oost-Europa, zoals Maystadt onderstreepte, evenzeer prioriteiten. Premier Jean-Luc Dehaene (CVP) zette eerder het licht op groen met zijn paasreis naar Argentinië, Chili en Uruguay.

Die frisse economische liefde heeft een grondslag. De markten van Latijns Amerika komen tot ontwikkeling, Belgische bedrijven kunnen er zaken doen. En de overheid wil dat steunen, ten dienste van de werkgelegenheid. De rapporten van de internationale economische instellingen melden dat Latijns Amerika de goede economische (snel)weg opgaat. De jaren tachtig waren een verloren decennium, getekend door algemene economische crisissen en opstapeling van buitenlandse schuld. In het lopende decennium geraakte de staatsvoogdij over de economie teruggedraaid en openden de landen van Latijns Amerika hun economische grenzen. Ze temmen de hyperinflatie en betalen hun schulden af.

JONGER DAN ZEVENTIEN

Maar dergelijke in de bedrijfswereld gehanteerde wereldbeelden, die economisten in twee, drie transparanten projecteren, behoeven enige nuancering. Daartoe zijn de Belgische ambassadeurs op de Belgische Conferentie geschikte lui. De ontwikkeling in Latijns Amerika verloopt in twee snelheden. De hooggeprezen liberalisering en privatisering heeft vaak veel weg van een snelle uitverkoop, die de staatsstructuren ontreddert. De militaire dictaturen zijn zo goed als verdwenen, maar wat in de plaats kwam zijn nog lang geen zachtzinnige democratieën. Nagenoeg alle landen marginaliseren hun ethnische bevolkingsgroepen, hebben problemen met gewapende oppositie, voeren een moeilijke strijd tegen criminaliteit en drugs en hebben een zwak overheidsapparaat en een fantasierijke justitie.

Nog vele staten zijn ontwikkelingslanden met een zeer hoge werkloosheid. De Wereldbank meldt dat de helft van de bevolking van Latijns Amerika onder de armoededrempel leeft ; twintig procent is slecht gevoed. De economische groei is niet wat de Aziatische Tijgers presteren en het economisch gewicht van Centraal- en Zuid-Amerika is overschat. Hun gezamenlijk bruto nationaal product (1.500 miljard dollar) stemt overeen met 70 procent van het Duitse BNP.

?De economieën ontwikkelen zich hier snel,? zegt minister Maystadt. ?We mogen dat continent niet onaangeroerd laten liggen. De Belgen zijn niet erg aanwezig. Als we met een handelsmissie naar China trekken, moeten we ondernemingen weigeren. Als we naar Latijns-Amerika gaan, moeten we aandringen. Gezien het verleden is dat misschien normaal, maar dat moet veranderen. De mogelijkheden zijn groot. De exporteurs vergeten blijkbaar dat samenwerken met Zuid-Amerikanen gemakkelijker is dan met Aziaten, omdat de culturele verschillen kleiner zijn.?

Meer dan helft van de bevolking is jonger dan zeventien. Er moet een geweldige consumentenmarkt openbloeien, waar wat strijd voor gewettigd is. Het gaat om een gevecht met de Verenigde Staten, die Latijns Amerika economisch op Europa aan het veroveren zijn. Een ongelijke strijd, zo ondervond Maystadt een paar dagen eerder in Mexico. Zijn officiële wagen reed er bij herhaling vast in de files als gevolg van het bezoek van de Amerikaanse president Bill Clinton. Volgens plan had hij Brazilië moeten aandoen, maar sedert de Koning Boudewijnstichting er een oppositiebeweging bekroonde, staat het koninkrijk van Albert I er op de zwarte lijst voor nog een jaartje of zo, geloven diplomaten. Bijgevolg verlegde de handelsmissie haar doel van de eerste handelspartner naar de nummer twee. Uiteindelijk heette Mexico tot niet zo lang geleden een economisch wonderland. Het werd geprezen en gelauwerd, tot de Zapatista’s een beetje gewelddadig voor hun Indiaanse cultuur opkwamen. En op de vooravond van kerstdag 1994 spatte de door Amerikaanse speculanten opgeblazen peso uiteen. Sindsdien is het land weer wat het in werkelijkheid altijd was gebleven, een eenvoudig ontwikkelingsland.

NAAR EEN HANDELSBLOK

De experts in buitenlandse handel bekennen dat tien miljard frank handel met Mexico niet veel zaaks is. Zelfs als die met vijftig procent zou stijgen, blijft het nog weinig. Maar Mexico heet voor de Belgische Buitenlandse Handel het bruggenhoofd naar het hele Amerikaanse werelddeel. Daar staan immers tal van douane-unies, vrijhandelszones en andere economische gemeenschappen te sudderen. Zoals de Nafta, waarin de Verenigde Staten en Canada met Mexico samenwerken, in afwachting van de toetreding van Chili. Het EU-achtige Mercosur omvat Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay en associeert Bolivië en Chili. Er zijn de Andesgemeenschap, Caricom voor de Caraïben en nog enkele enkele kleineren. Over het hoofd van Maystadt en zijn missie verklaarde Clinton in Mexico dat één handelsblok voor het hele Amerikaanse continent geen utopie is : een Free Trade Area of the Americas tegen 2005.

De Verenigde Staten hebben goede ervaringen met economische samenwerking over hun ?ijzeren gordijn? aan de Rio Grande heen. Tachtig procent van de in- en uitvoer van Nafta-partner Mexico verloopt met de Amerikanen. Dat gevolg van zorgvuldig zakenmanschap kan Washington ook gebruiken in de strijd tegen drugs en illegale inwijking. Na de verovering van Mexico stoot Amerika door naar Chili en verder.

Maystadt kwam niet bij president Ernesto Zedillo Ponce de Leon. Maar de deuren van de ministers en bankiers die moesten opengaan, gingen ook open. Maystadt, de voorzitter van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), is er een te koesteren gast. Sedert de peso-crisis overleven het land en de economie alleen bij de gratie van IMF-leningen. De voorzitter kan het fonds een beetje gunstig stemmen, is dus het ordewoord. Hij beloofde de Mexicanen Belgische steun voor het handelsakkoord met de Europese Unie. Het sluiten van dat akkoord blijft aanslepen. Niet het minst omdat de Mexicanen ongerust zijn over de klassieke Europese clausule over de mensenrechten. De minister stelde hen gerust, geen probleem.

Vooral de Belgische zakenlui ter plaatse waren erg ingenomen very happy met zijn komst. Hij kon Alcatel Bell een steuntje geven in zijn ongelijke strijd tegen Amerikaanse concurrenten voor de telefooncentrales. Union Minière nam een stevige participatie in een mijnonderneming, maar krijgt geen koper geleverd. Ook die hindernis gaf Maystadt een politiek duwtje. De overheid roept de militairen die contractueel baggerwerk van De Nul afsnoepten, tot de orde. Transurb de dynamische vennootschap van de NMBS, de Brusselse Metro en Tractebel ziet enige kans op spoorwegexploitatie. Corona het best gekende Mexicaanse exportproduct krijgt een zachte regeling voor de ecotaks op zijn bierflesjes in België. Minder geluk had de Belgische petroleumgroep Petrofina. Het Mexicaanse monopolie laat geen plaats open voor Fina-tankstations. Een beetje gênant was de aanwezigheid van de verkoper van nieuwsoortige plastieken bankbiljetten van een UCB-dochter tijdens het onderhoud van de IMF-voorzitter met de gouverneur van de Banco de México.

DE TIJD VAN METTERNICH

Dit handelsreizen ligt Maystadt weinig. Hij besteedt trouwens weinig tijd aan zijn departement Buitenlandse Handel. Maar de Belgische zakenlui, die zoals hun internationale collega’s pleiten voor minder staat en meer vrije handel, dwingen politici in de rol van salesman. Alle overheden en alle politici staan in de promotie van hun nationale economie.

Ondanks de principes van de nieuwe Wereld Handelsorganisatie verkoopt de Franse president Jacques Chirac wereldwijd kerncentrales en wapentuig uit zijn staatsbedrijven. Nederlandse excellenties reizen als vermomde zakenmannen rond. In Peking inspecteerde de Duitse kanselier Helmut Kohl onlangs, als eerste westerse politicus sedert het Tienanmen-drama, een militaire erewacht. In ruil voor Chinese contracten. Hoewel de nieuwe globale economie het zonder politieke inmenging zou moeten stellen, blijkt de rol van de overheid als politiek lobbyist te vergroten. In de zogenaamde geo-economie zijn de militaire veiligheidsproblemen van de Koude Oorlog vervangen door economische veiligheidsproblemen. De spionnen viseren niet langer vijandelijke militairen, maar ze houden de zakenlui en vorsers van de bondgenoten in het oog.

?Meer dan aan handelsbevordering te doen, pogen we te bemiddelen in conflicten tussen ondernemingen of met overheden, die anders onoplosbaar zijn,? bekent Maystadt. ?De promotie van de buitenlandse handel zou eigenlijk moeten verdwijnen. In landen waar de vrijemarkteconomie goed werkt, zoals de Verenigde Staten en Canada, zijn politiek begeleide handelsmissies trouwens niet nodig. Maar in de meeste landen, ook in die met een vrije markt, is de staat nog sterk aanwezig. Ook bij de Tijgers in Azië. De regering van een klein land als België kan dan niet afwezig blijven.?

Prins Filip leidt nog altijd de belangrijkste handelsmissies. Dat opent deuren en kweekt goodwill. De plechtige ambassades zijn al een hele tijd geëvolueerd tot economische promotiecentra. De ambassadeurs hebben, na jaren tegenspartelen, de samenwerking met het buitenlands handelsvolk van de Gewesten aanvaard. Gevolmachtigde ministers evalueren mekaar naar het gewicht van de bemiddelde exportcontracten. ?De tijd van Metternich is inderdaad voorbij,? weet Luc Van den Brande. ?Dat is normaal. Als klein land hebben wij weinig internationale politieke belangen, maar grote economische bekommernissen. De ambassadeurs zijn nu in de eerste plaats economische vertegenwoordigers.?

Misschien valt de exportbijstand te privatiseren. Ondernemingen huren wel de diensten in van dure advocatenfirma’s en buitenlandse consultantbureaus ? ?Het kan,? zegt Van den Brande. ?Wij denken eraan sommige diensten van onze handelsattachés op buitenlandse markten aan de ondernemingen door te factureren. En onze nieuwe Export Vlaanderen zal uitgroeien van een overheidsinstelling tot een autonoom exportagentschap.?

Intussen staat de Consulaire Conferentie van Buenos Aires als een succes in de officiële verslagen genoteerd. Het aantal handelsattachés in Latijns Amerika verdubbelt van zes naar twaalf, evenwichtig verdeeld over het continent. Het informele handelsnetwerk van ereconsuls, adviseurs van buitenlandse handel en kamers van koophandel krijgt nieuwe impulsen. Na de splitsing van de buitenlandse handel over de drie Gewesten wat de overgrote meerderheid van de exporteurs in België nog altijd betreurt moesten de verantwoordelijken naar Argentinië reizen om een nieuwe samenwerking te smeden. Een herfederalisering ? ?Neen, neen,? weerlegt de Vlaamse minister-president. ?Er komt geen coördinatie op nationaal vlak, dan hadden wij niet moeten splitsen. Wij beslisten hier samen tot vrijwillig partnerschap.?

Guido Despiegelaere

De weg naar heel Latijns Amerika loopt via Mexico.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content