Eerstejaars-hogeschoolstudenten hebben niet altijd de nodige voorkennis. Misschien is een opfrisbeurt nuttig. Informeer of de hogeschool voor de beginners ‘excursiecursussen’ heeft.

Toekomstige studenten vragen zich af hoe het in een hogeschool toegaat. Wat is het lestempo? Hoe dik zijn de cursussen? Wat moet er nog zelfstandig bijgewerkt worden?

‘Daarom zijn vakantiecursussen onmisbaar’, zegt Freddy Beernaert, die verantwoordelijk is voor onderwijsontwikkeling en -begeleiding in de Hogeschool Gent. ‘Er komen telkens zowat 1500 kandidaten naar onze vakantiecursussen. De meeste organiseren we in de tweede helft van september en duren één tot vijf dagen. Ze zijn toegespitst op één studierichting, zoals wiskunde voor de opleiding handelswetenschappen. Veel kandidaten verwachten dat ze hun tekorten in één klap zullen opvangen in een korte brugcursus. Maar dit zijn veeleer opfriscursussen. De abituriënt krijgt de gelegenheid kennis te maken met de cultuur van de hogeschool. We nemen hem met de cursus op excursie. Abituriënten met een beperkte voorkennis zijn aangewezen op langlopende brugcursussen. Ze moeten dan wel al ingeschreven zijn.’

In een langlopende brugcursus kan de student zijn voorkennis voor bijvoorbeeld wiskunde op peil brengen. Beernaert: ‘Sommigen beginnen aan een opleiding handelswetenschappen, met een vooropleiding van amper twee uur wiskunde per week. Wenselijk is ten minste zes. Maar met hun commercieel inzicht zouden de kandidaten goede handelswetenschappers kunnen worden. Een computerprogramma brengt de kandidaten op het peil van ‘begintermen’ die nodig zijn om met succes de leerstof te volgen. Dit inloopprogramma ontwikkelden we in het kader van het stimuleringsprogramma Innovatie Hoger Onderwijs van de Vlaamse regering. Studenten werken het programma individueel af. Het houdt niet alleen rekening met de voorkennis van de student, maar ook met zijn leerstijl. Iemand met meer behoefte aan sturing werkt in kleinere items en met meer feedback. Een snellere student kan zijn leertempo verhogen. Iedereen kan leren op de manier die hem het best past.’

Wie met twijfels zit over zijn studiekeuze kan aankloppen bij de gespecialiseerde dienst studieadvies. Het komt er immers op aan een haalbare opleiding te kiezen en de verwachtingen realistisch in te schatten. In het kortlopend brugonderwijs kan de abituriënt alvast zichzelf evalueren. Meestal organiseren de verschillende departementen van de hogeschool infodagen. Enkele cursussen inkijken, demonstratielessen bijwonen, een idee krijgen van de doceervorm, het lestempo en het lesniveau kunnen misverstanden en vooral ontgoochelingen vermijden. Wie de gekozen studierichting niet langer ziet zitten, kan op de dienst studieadvies samen met een studiebegeleider bekijken wat fout is gelopen. De begeleider helpt je het studietraject bij te sturen.

ZELFSTUDIE

Eerstejaars kampen in het hoger onderwijs veelal met studievaardigheden. Velen van hen hebben problemen met notities maken tijdens het hoorcollege, rapporteren voor de groep en een presentatie geven. ‘Dat zijn vaardigheden die ze te weinig in het secundair onderwijs konden oefenen,’ meent Eddy Bonte van de dienst communicatie, ‘ook omdat de leerstof zich daar minder toe leent. Toch passen we hier al vier jaar zelfstudie toe, wat in het secundair amper is voorbereid. Want er is een misverstand over zelfstudie als werkvorm. Een jongere van zestien plots confronteren met probleemgericht onderwijs loopt zelden positief af. Ze hebben er nog geen werkvorm voor gekregen. Het proces van probleemoplossend denken en kennis leren gebruiken, moet geleidelijk geleerd worden. Daarom is er bij ons in het eerste jaar begeleide zelfstudie. We gebruiken daarvoor een open leercentrum met geschikte zelfstudiematerialen.’

‘In het begin is zelfstudie sterk gestuurd. Een leraar in het secundair denkt wellicht te gemakkelijk dat alles vanzelf komt. “Zoek maar op internet”, zegt hij tegen zijn leerlingen, maar hij toont niet hoe ze de bronnen moeten afbakenen en de informatie selecteren. Het eindproduct is dan veelal een goedbedoelde, dikke bundel leuk geïllustreerd papier. Belangrijker is evenwel het proces bespreken. Op die manier leren jongeren probleemoplossend denken.’

Veel studenten denken dat er maar één weg is om minder onvoldoendes te halen: harder studeren. Meestal moeten ze vooral efficiënter studeren. Daarom is het nuttig dat hogeschooldepartementen infosessies organiseren rond studeren in het hoger onderwijs. Hoe teksten bestuderen en grote hoeveelheden stof verwerken? Ook hulp rond studie plannen, stress beheersen, faalangst voorkomen en examens afleggen, heeft al menig student op kot gehouden.

Een goed georganiseerde hogeschool biedt nog drie andere diensten aan: een monitoraat, psychosociale begeleiding en een ombudsdienst. Elke student voelt zich al eens onrecht aangedaan. Of hij vond zijn beoordeling onrechtvaardig. In zo’n geval bemiddelt de ombudsdienst tussen examinator en student. In het monitoraat leert de eerstejaars nadenken over zijn studiegedrag. De aangeboden studievaardigheidstraining is in de Hogeschool Gent gekoppeld aan het leerstijlprofiel dat uit de computer rolde.

Er bestaat individuele en groepsgewijze psychosociale begeleiding. Beernaert: ‘Eerstejaarsstudenten komen in groepjes geregeld samen onder leiding van een mentor, een hogerejaars of een docent in een ‘mentoraat’. Een kans om ervaringen uit te wisselen. In de mentorgroep bouwen ze een sociaal netwerk op. Dat biedt in de onzekere beginperiode enig houvast.’

G.D.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content