‘Hoe ziet het Nederlandse inburgeringsbeleid eruit?’ Met die vraag trok Vlaams minister van Inburgering Geert Bourgeois (N-VA) naar Rotterdam voor een werkbezoek.

De inburgeringsprocedure in Vlaanderen mist zijn doel, vindt Vlaams minister van Inburgering Geert Bour-geois (N-VA). Hij meent dat de Nederlanders hier bekwaam mee omgaan. Op 12 februari ging hij een dagje spieken in Rotterdam. Wat blijkt? In Nederland is een taaltest verplicht om genaturaliseerd te kunnen worden. Bij ons is dat niet het geval: Vlaanderen hanteert het principe van de inspanningsverbintenis. Ons beleid is meer gericht op deelname en begeleiding, terwijl in Nederland gewoon ‘slagen voor de test’ telt.

‘We merken dat de kennis van het Nederlands bij onze inburgeraars vaak ondermaats is’, zegt Bourgeois. ‘Daar moet dringend verandering in komen. Onze maatschappij duldt geen achterstand, dus is taalverwerving een belangrijke sleutel.’ De minister vindt dat de Belgische naturalisatieprocedure moet worden aangepast. ‘In Nederland is naturaliseren het eindpunt van de integratie. Bij ons is het net omgekeerd. De maatschappelijke oriën-tatie moet voornamelijk vóór de neutralisatie plaatsvinden. Maar makkelijk wordt het niet, want asielbeleid is een federale materie.’

Met praktische voorbeelden als ‘ik voel me niet goed, ik denk dat ik griep heb’ tracht een docent van het Aldebacollege een groepje inburgeraars uit te leggen hoe ze zich moeten gedragen in vaak voorkomende situaties. Dit Rotterdamse college is een regionaal opleidingscentrum waar inburgeraars stap voor stap begeleid worden. Docenten wijzen hen daarbij op foute of ongepaste uitspraken en laten hen zinnen correct herformuleren. Kortom: een intensieve vorming Nederlands. ‘Naast dergelijke praktijkgerichte lessen leggen wij ons ook toe op de kennis van de Nederlandse maatschappij’, zegt Anca van der Sluys, coördinator in het Aldebacollege. ‘Het is belangrijk om inburgeraars actief om te laten gaan met onze taal, zodat ze ook wat voeling krijgen met de samenleving.’

En daar wringt volgens de minister het schoentje. ‘Onze inburgeringslessen worden bij ons niet gedoceerd in het Nederlands maar in de taal van afkomst. Dan krijg je minder voeling met de taal. Het zou beter zijn als de lessen in het Nederlands worden gegeven. De lat moet hoger, want zonder taal kom je niet vooruit. Anders komen we uit bij een gesegregeerde maatschappij.’

Bourgeois maakte in Rotterdam nog bekend dat Belgische ambassades en consulaten in ‘grote migratielanden’ informatiepakketten ter beschikking stellen voor buitenlanders die zich willen voorbereiden op hun migratie naar Vlaanderen. ‘Daarnaast zal binnenkort een sensibiliseringscampagne van start gaan die huwelijksmigratie wil afraden’, aldus de minister. ‘Uit statistieken blijkt dat het educatieve en culturele verschil vaak te groot is tussen beide partners, waardoor het echtscheidingspercentage hoger ligt dan normaal.’ De imams zullen actief bij de campagne betrokken worden. Bourgeois wil hen een engagementsverklaring laten ondertekenen waarmee ze de westerse waarden en normen onderschrijven en zo – als rolmodellen – de integratie vergemakkelijken.

Jurgen Masure

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content