De achtendertigjarige Douglas Coupland is dé literaire cultfiguur van het ogenblik en ontpopt zich meer en meer tot een eigentijdse messias. Wat is zijn boodschap?

Momenteel is hij vooral begaan met een op til zijnde meubelex- positie waar hij zijn nieuwste tafelontwerpen wil showen, van de Lichtenstein-tafel tot de Henry Moore-desk. Terloops schreef hij een nieuwe roman, Miss Wyoming. Maar ondertussen laat hij er geen twijfel over bestaan dat hij niets minder dan de hele schepping wil redden. Vandaar dat hij voortdurend op zoek is naar nieuwe collages waarin hij puzzelt met allerlei artistieke vormen: van magazinekaften tot eigenhandig aangebrachte tekeningentjes.

De Canadese designer-schrijver Douglas Coupland vertegenwoor- digt in zijn eentje de internationale avant-garde. Hij doet dat op een dusdanig onnadrukkelijke manier dat het overtuigend werkt. Hij bezit na tien jaar literair-artistieke activiteit de status van een goeroe. Zijn idool Andy Warhol heeft in hem een literaire reïncarnatie gevonden. Coupland denkt immers na over zijn eigen VIP-status en laat er geen twijfel over bestaan dat ‘iemand willen zijn’ een interessant leven in de weg staat.

Ook in zijn nieuwste roman, Miss Wyoming, gaan zijn personages op zoek naar een nieuwe natuurlijkheid, weg uit de sleur van een opgefokt leventje. De protagoniste won ooit een schoonheidsverkiezing in de Amerikaanse staat Wyoming, schopte het tot steractrice in een bekende soap en tot bruidje van een rockartiest. Na een vliegtuigongeval laat ze iedereen in de waan dat ze dood is. Op die manier kan ze als nobody een leven gaan leiden dat de moeite waard is. Haar mannelijke tegenspeler is een filmproducer die ook meer dan uitgekeken is op zijn artificieel paradijs: ‘Als er één ding is in deze wereld dat ik écht zou willen, dan is dat een enorm breekijzer om mezelf open te breken en dan het wezen dat daar binnenin zit eruit halen, goed uitschudden als een vloerkleed en het dan in een koud, helder meer ergens in Oregon goed uitspoelen en het dan in de zon te drogen leggen en te laten genezen, groeien, zitten en weer laten bijkomen met een heldere en rustige geest.’ Coupland schrijft in aforismen. In deze roman heeft hij de zelfbespiegelingen van zijn personages weliswaar ingebed in een soort van verhaalstructuur. Maar de plot is ondergeschikt aan de beschrijving van het levensgevoel dat zijn personages ervaren. ‘Bloot zijn en beginnen’ heette het bij de jonge Paul Van Ostaijen. ‘Mezelf goed uitschudden als een vloerkleed en het dan in een koud, helder meer uitspoelen’, wordt dat in het pop art-jargon van Coupland.

MIJN NAAM IS NIEMAND

Zoals alle grote schrijvers schuwt Coupland de grote woorden niet. Hoe kan het ook anders? Coupland is samen met zijn belangrijkste personages immers op zoek naar de zin van het leven, ook al wordt die nergens zo bij naam genoemd. In de welvaartsmaatschappij, aldus Coupland, hebben we alles maar zijn we blijkbaar onszelf kwijtgeraakt. Daarom willen Couplands protagonisten hun ‘valse’, opgedrongen identiteit eerst en vooral opgeven. Verlost van alles en iedereen, en vooral van hun oude zelf, kunnen ze aan het leven beginnen.

Coupland stuwt beide helden op zoek naar verlossing in elkaars armen. Nadat ze de oude gewaden hebben afgelegd, zijn ze klaar voor een grote liefde. Coupland suggereert alleen maar het happy end. Het is moeilijk om in de eigentijdse literatuur een meer kuise auteur te vinden dan hij. Van seksuele vervulling is nergens sprake, laat staan van expliciete erotiek. En toch is de geladenheid van zijn proza er niet minder om: ‘Als hij (…) één ding had geleerd dan was het wel dat eenzaamheid en het openlijk bespreken van eenzaamheid het grootste taboe ter wereld is. Niks seks of religie. Of zelfs mislukking. Met eenzaamheid heb je zo een hele kamer leeg. (…) In hen beiden zou iets moois en ethisch kunnen ontluiken en tot wasdom komen.’

Coupland is de voorhoede van een nieuw soort humanisme in de kunst. Een humanisme dat niet hoog van de toren blaast over de kracht en macht van een vrije mens maar dat bescheiden probeert eerst niemand te worden en dan pas, heel misschien, iemand. Het programma van Couplands humanisme is dus in eerste instantie nihilistisch maar betracht uiteindelijk een nieuw vanzelfsprekend geluk. Schort je eigen leven op om écht te kunnen gaan bestaan. Een dergelijk project is elke messias op het lijf geschreven, ook al presenteert de verlosser zich in het anonieme habijt van een nobody: ‘Nobody’s hadden hun familie verlaten, hun jeugd, hun baan, hun geliefden, hun vaardigheden, hun bezittingen, hun genegenheid en hun hoop. Het waren nog mensen, maar ze hadden ook iets dierlijks gekregen.’

Mijn naam is niemand. De sluwe Odysseus wist dankzij deze list aan de cycloop te ontkomen. De spaghettiwestern met die titel ( My name is nobody) was een hommage aan de camouflagekunsten van de revolverheld van dienst. Couplands nobody’s vinden rust door op te lossen in hun omgeving. Het is de kracht van Couplands proza dat hij niet uitschuift in religieuze platitudes of new age-gedoe. Eindelijk nog eens een auteur die er echt toe doet, ook al houdt hij zich dan momenteel bezig met het maken van tafels. Maar was Jezus ook geen zoon van een schrijnwerker?

Douglas Coupland, ‘Miss Wyoming’, Meulenhoff, Amsterdam, 300 blz., 790 fr.

Frank Hellemans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content