Oud-premier Tony Blair werd in het Britse parlement zes uur lang ondervraagd over de oorlog in Irak. Hij gaf geen krimp.

Er was reikhalzend naar uitgekeken, en niet alleen door de familieleden van Britse soldaten die in de oorlog in Irak zijn gesneuveld. Vorige week vrijdag kwam oud-premier Tony Blair voor een onderzoekscommissie tekst en uitleg geven over zijn beslissing om in 2003 samen met de Amerikanen Irak binnen te vallen, op zoek naar massavernietigingswapens die er achteraf niet bleken te zijn. Demonstranten ontvouwden spandoeken waarop Blair een oorlogsmisdadiger en een leugenaar werd genoemd. Hun boegeroep kon Blair niet van zijn stuk brengen.

Blair werd zes uur lang ondervraagd, maar het werd hem niet echt moeilijk gemaakt. Zelfverzekerd beantwoordde hij de vragen van de commissieleden. En nee, hij had nergens spijt van. Zijn bewering in september 2002 dat Saddam Hoessein ‘binnen de 45 minuten’ massavernietigingswapens kon inzetten, was door de pers verkeerd geïnterpreteerd. En Saddam beschikte dan misschien wel niet over massavernietigingswapens, maar wie zegt dat hij niet de intentie had om die te ontwikkelen?

Blair benadrukte vooral hoe na de aanslagen van 11 september 2001 zijn wereldbeeld was gekanteld. Een mogelijke collusie tussen terroristen en schurkenstaten zoals Irak vond hij ‘een onaanvaardbaar risico’. Dat is een beetje een vreemd argument: er is nooit een bewijs gevonden voor een link tussen Saddam en Al-Qaeda, en samenwerking tussen religieuze fundamentalisten en het seculiere Ba’ath-regime lag ook echt niet voor de hand. Blair voelde zelf ook wel dat zijn redenering niet zo overtuigend was en dus wauwelde hij iets over het risico dat staten als Iran, Jemen en Somalië vandaag vormen. Het had veel weg van een afleidingsmanoeuvre.

Over zijn ontmoeting met George W. Bush in Crawford, Texas, in april 2002 zei Blair dat hij altijd ‘schouder aan schouder’ met de Amerikaanse president heeft gestaan, maar hij ontkende het bestaan van een akkoord dat de Britten verplichtte mee te doen aan de invasie in Irak. De voormalige Britse ambassadeur in Washington had de Irakcommissie verteld dat in Crawford een geheime deal ‘in bloed was ondertekend’.

Blair hield de commissie voor dat je de zaken niet vanuit het perspectief van 2003 maar juist vanuit het perspectief van 2010 moet bekijken. ‘De ruwe olie kostte destijds 100 dollar per vat. Als Saddam toen niét was omvergeworpen, dan had hij niet alleen de intentie maar ook de middelen gehad om massavernietigingswapens te ontwikkelen. En hadden wij dan de moed nog kunnen opbrengen om hem aan te vallen?’ Met andere woorden: als Amerika en zijn bondgenoten niet tot actie waren overgegaan, was het allemaal misschien nog veel erger geworden. Maar dat zullen we natuurlijk nooit weten.

© The Economist

‘De president van de Republiek volhardt blijkbaar liever in zijn haat dan borg te staan voor de Franse justitie.’

Oud-premier Dominique de Villepin ziet in het beroep tegen zijn vrijspraak in de Clearstreamomkoopaffaire de hand van zijn politieke rivaal Nicolas Sarkozy.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content