Bladspiegel VR 13/ 11

Nog even iets uit de krant van half november: ‘Kamagurka en voorzitter Yves Lejaeghere van voetbalclub KV Oostende zagen het stadionverbod van drie maanden dat ze eerder opgelegd kregen, gisteren in beroep bevestigd. Het verbod kwam er nadat de twee na een wedstrijd op Oud-Heverlee-Leuven het veld opliepen. Het beroep dat ze tegen dit vonnis aantekenden is verworpen, maar de twee gaan mogelijk naar Cassatie, zo werd aangekondigd door hun raadsman, meester Walter Van Steenbrugge.’

ma 16/ 11

Uit een andere kwaliteitskrant: ‘Personeelsleden van het groenestroombedrijf Electrawinds zijn erin geslaagd om een auto met omgebouwde motor een etmaal te laten rondrijden op dierlijke afvalvetten afkomstig van slachthuizen en vetsmelterijen. Het gaat om een wereldprimeur. Het record werd in Moeskroen gevestigd. Electrawinds gebruikt de technologie om dierlijke vetten te verbranden in zijn elektriciteitscentrales in Oostende en Moeskroen.’

Twee nochtans evidente vragen worden jammer genoeg niet beantwoord in bovenstaand bericht. Eén: hoeveel meter, eventueel kilometer, heeft die auto afgelegd in 24 uur en is hij de helling ook weer op geraakt? Twee: hoeveel overheidssubsidie zal de voorzitter van Electrawinds, de heer Den Baard, nu weer naar zijn bedrijfskas sluizen om deze proefnemingen op grote schaal en ten eigen bate verder te zetten?

wo 18/11

In brede kring bestaat nog altijd het onuitroeibare misverstand dat kranten als de Frankfurter All-gemeine, Le Monde, of The Wall Street Journal betrouwbaarder zouden zijn dan bijvoorbeeld Het Laatste Nieuws. Dit is niet zo. Het volstaat dat deze bladen berichten over iets waarvan je zelf precies weet hoe het in elkaar zit, en je stelt vast hoe ver ook zij de bal telkens weer mis slaan.

Lees in een buitenlandse zogezegde kwaliteitskrant een artikel over Belgische toestanden, en je valt achterover van de massa fouten die erin staan. Als dat zo is voor België, dan is dat ook zo voor hun berichtgeving over de rest van de wereld, maak uzelf niets wijs.

Indien dus Financial Times Didier Reynders de op twee na beste minister van Financiën in de EU noemt, dan bewijst dat alleen dat de Financial Times een krant van mijn voeten is. Of erger: van uw voeten. Zoals De Morgen.

do 19/ 11

Zij die denken dat Rik Torfs het ergste exces is van de Katholieke Universiteit Leuven, hebben gelijk. Maar Rik wordt als uitwas wel op de hielen gezeten door andere apen, die voor zogenaamd wetenschappelijke doeleinden worden mismeesterd, wie weet levend opengesneden. Iets wat ongetwijfeld niet helemaal strookt met de bedoeling van de Schepper, aan wie de Leuvense universiteit toch enige toewijding verschuldigd is. Men zou misschien beter Rik Torfs eens opensnijden. Dat zou nuttige aanvullingen kunnen leveren bij de ontdekkingen die dezer dagen zo kwistig worden rondgestrooid door de bemanning van de Beagle II.

Op geregelde tijdstippen voert de Anti Dierenproeven Coalitie in Leuven actie tegen tests op levende apen. Om aan te tonen waartoe zoiets kan leiden op een keer zelfs met een groot portret van de burgemeester. Maar de universitaire overheid blijft potdoof voor het protest. Bladspiegel steunt de actievoerders. En wel om particuliere redenen.

Weinigen zullen het geloven, maar uw dienaar heeft ooit een cursus psychologie gevolgd. Vele jaren later zijn nog steeds niet alle trauma’s daarvan verwerkt. Zo herinneren wij ons een gastcollege van een Nederlandse hoogleraar die ter inleiding stelde dat hij zou onthullen hoe je een kameel door het oog van een naald kreeg. Dat was een lokkertje dat zijn effect niet miste: de hele aula bleef verbouwereerd zitten en studenten die al naar de kroeg waren vertrokken, keerden inderhaast op hun stappen terug.

Twee uur duurde de lezing, daar kwam geen eind aan. Of iemand van ons naar het bord vooraan wou komen om zijn commilitones de doctrine van Harry Stack Sullivan uit te leggen, vroeg die man. Dat wou niemand, zodat een Chinese vrijwilliger werd aangewezen. Die wist van toeten zomin als van blazen, en stamelde een eind weg dat eerst nog moest worden bewezen dat Harry effectief Sullivan had gestoken. Er bestonden volgens hem ook andere versies van het incident, waarbij de schuld veeleer bij Sullivan werd gelegd. Dit illustreerde dat men altijd moet oppassen met verhalen van ooggetuigen.

Na twee uur gezaag, de avond was al gevallen, kwam de Nederlander eindelijk aan het eind van zijn betoog: hoe krijg je een kameel door het oog van een naald? Die naald kon je alvast horen vallen in de nu muisstille zaal. De professor, hij kwam uit Groningen, blikte geringschattend naar zijn domme publiek, scharrelde zijn papieren bij elkaar, haalde een koppel handschoenen uit zijn boekentas en verklapte toen het geheim, alvorens met besliste tred het faculteitsgebouw te verlaten: ‘Zoek eerst een kleine kameel en daarna een heel grote naald.’

Van dat soort mannen kregen wij dus les. En zo werden wij tegen onze wil in ook betrokken bij practica met dieren. Kent u de theo-rie van Buridan over de ezel en de twee hooischelven? Jean Buridan was een Franse scholastische filosoof, een beetje zoals Rik Van Cauwelaert maar dan zonder ACW-inslag. Zijn thesis was simpel: een ezel heeft geen vrije wil, dus indien men hem opstelt tussen twee totaal identieke hooischelven zal hij van honger omkomen omdat hij niet kan kiezen welke schelf eerst te verorberen. Men zou kunnen aanvoeren dat dit aantoont dat hij net wél een vrije wil heeft, maar dat is kenmerkend voor een leerstelling in de psychologie: het omgekeerde is ook altijd waar.

Een van onze professoren, een gedragswetenschapper van de empirische strekking, had het plan opgevat om die theorie van Buridan in de praktijk te bewijzen, en hij had daartoe een beroep gedaan op enkele confraters en assistenten, een handvol studenten onder wie uw dienaar, en een boer.

Wij lieten op een afgelegen hofstee twee geurige en volstrekt gelijkende hooischelven aanrukken, berekenden tot op de millimeter nauwkeurig het middelpunt tussen beide, en sleepten een onwillige ezel tot precies boven dat punt. Hierna trokken wij ons opgewonden terug in het struikgewas om te observeren. Zou de ezel sterven?

Neen. Wij verklappen maar meteen de uitkomst van het experiment: neen. De ezel keek eerst naar links, hierna naar rechts, en at vervolgens eerst de rechtse hooischelf helemaal leeg om zich dan met nog meer vraatzucht op de linkse te storten. Ons team van psychologen, plat op de buik onder een oncomfortabele taxushaag, lag van de hand Gods geslagen voor zich uit te staren. Hiermee was de theorie van Buridan al bij de eerste test ontkracht, want één preuve du contraire en een wetenschappelijk principe ligt aan diggelen. Behalve bij de evolutieleer.

De teamleider, die voor zijn ogen het tegendeel had zien gebeuren van wat hij wenste aan te tonen, gaf het evenwel niet zo snel op. Er diende zich immers een geheel nieuwe vraag aan: indien men een ezel posteert tussen twee identieke hooischelven, zal hij dan altijd beginnen met de rechtse op te eten? Er waren er die dachten van wel, en er waren er die dachten van niet. Anderen wisten het niet zeker, nog anderen twijfelden.

The proof of the pudding is in the eating, wisten wij uit eerdere lessen en nog meer uit het studentenrestaurant, en dus werden uit een nabijgelegen wei nu vier proefezels gehaald. Met de hulp van een inderhaast opgetrommelde oftalmoloog werd eerst gecontroleerd of die alle vier even goed zagen uit beide ogen. Eén viel af. De andere drie kregen drie dagen geen eten. Toen werden opnieuw twee identieke hooischelven opgesteld, het middelpunt werd nog eens nagemeten, de eerste van de drie proef-ezels werd met enkele rake stokslagen in het midden gedwongen, en ons hele onderzoeksteam, ondertussen aangevuld met twee biologen en een astrofysicus, verborg zich opnieuw onder het struikgewas.

De ezel keek eerst naar rechts, dan naar links, en haastte zich toen naar de linkse hooischelf die in een ik en een gij werd opgepeuzeld. Daarna draafde hij naar de overkant en verhapstukte daar eveneens al het hooi.

Psychologen en biologen bleven in vertwijfeling achter: weer had een mooie theorie de toets van de praktijk niet doorstaan. De astrofysicus werd per ziekenwagen afgevoerd, hij had net zijn hele universum zien instorten. Toch was niet iedereen bereid van een mislukking te spreken. Onze teamleider het minst van allen. Gebleken was namelijk dat de eerste ezel eerst naar links had gekeken, daarna naar rechts, en nadien de rechtse schelf als eerste had aangepakt. Terwijl de tweede ezel eerst naar rechts had gekeken, dan naar links, en zich daarna eerst aan de linkse schelf tegoed had gedaan. Wat de optie opende dat indien men een ezel opstelt precies in het midden tussen twee hooischelven, hij eerst de schelf zal verorberen die hij het laatst heeft bekeken.

Ook dat diende verder te worden getest, er bestond onder alle deelnemers aan het onderzoek nu de vaste wil om tot het uiterste te gaan, ook bij de twee resterende ezels die scheel zagen van de honger. De eerste werd nog dezelfde middag weer precies in het midden tussen twee weer exact dezelfde schelven neergepoot. Hij keek eerst naar links, dan naar rechts, en begaf zich naar de rechtse hooischelf. Een onderdrukt gejuich steeg op van uit de bosschages. De tweede evenwel keek eerst naar rechts, keek niet naar links (!), en stapte met het water om de lippen naar de rechtse hooischelf. In de heesters zaten wij met zijn allen opnieuw met de handen in het haar.

Nu blijft een psycholoog zelden neerslachtig, in tegenstelling tot het merendeel van zijn patiënten. En dus werd de theorie over de ezel en de schelven andermaal verfijnd tot wat volgt, en wat bij ons weten nog steeds niet is weerlegd. Indien men een ezel neerzet precies in het midden van twee volstrekt identieke hooischelven en hij kijkt eerst naar de ene kant en dan naar de andere kant, dan zal hij beginnen te eten van de schelf die zich bevindt aan de kant die hij het laatst heeft bekeken. Kijkt hij evenwel slechts naar één kant, dan zal hij ook de schelf aan die kant opeten aangezien hij die aan de andere kant niet heeft gezien. Hierbij dient telkens goed te worden gecontroleerd of de ezel niet toevallig één dominant oog heeft, want in dat geval is hij ongeschikt voor een wetenschappelijke test.

Niet alle proefnemingen waren echter zo onschuldig. Zo was dat jaar ook een leerstoel voorbehouden aan een Duitse professor van de universiteit van Tübingen, en die deed de kwalijke reputatie van zijn landgenoten alle eer aan. Zijn stelling luidde kort en krachtig: indien men in een aquarium een tunnel bouwt en men snijdt het schedeldak van een goudvis open, dan zal die vlugger geneigd zijn om door die tunnel te zwemmen indien men eerst 750 volt op het water zet. Dat geloofde bij ons niemand, maar de Duitser liet een aquarium met ingebouwde tunnel aanrukken, een goudvis, een mes, én een accu. En bewees voor onze verbijsterde ogen zijn gelijk.

Toen kreeg een van ons het lumineuze idee om die proef uit te breiden. Zou dat ook lukken met een pladijs? En niet bij 750 volt op een bokaal vol water, maar bij 7500 volt op een vat vol foliumzuur? Zo’n pladijs kan wat meer verdragen, dat dachten wij althans in onze jeugdige onschuld. Weer tekende de Duitser de benodigde bestelbonnen en een paar dagen later stond de hele faculteit met ingehouden adem toe te kijken toen een tegenstribbelende schol in een pot folium-zuur met een tunnel werd gedwongen, waarna twee elektrische draden werden verbonden met een hoogspannings-generator.

Het resultaat overtrof alle verwachtingen. De deur van het practicumlokaal werd uit haar hengsels geblazen, alle ruiten spatten aan scherven, en tot op de vierde verdieping hingen er stukken pladijs tegen de muren. De tunnel was onherstelbaar beschadigd, die hebben we nadien vervangen door een brug. De theorie die we na dit geslaagde experiment onder leiding van de Duitse geleerde hebben opgesteld, staat dertig jaar later nog altijd als een huis: ‘Indien men de schedel van een in een vat foliumzuur rondzwemmende pladijs opensnijdt, en men onderwerpt hem hierna aan een elektrische schok van meer dan 7000 volt, dan zal de pladijs wel proberen te vluchten maar niet noodzakelijk door een tunnel.’

Met deze gruwel in gedachten steunen wij dus de Anti Dierenproeven Coalitie in haar protest tegen de wreedheden op apen aan de universiteit van Leuven, overigens in meerdere opzichten een barbaarse stad.

door Koen Meulenaere

Financial Times is een krant van mijn voeten. Niet beter dan De Morgen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content