ma/ 19/ 05

Twee weken geleden hebben wij u op de hoogte gebracht van de afloop van het volleybalseizoen. Dankzij het kordate ingrijpen van onze chef-Wetstraat, die in de derde set van de beslissende finalematch tegen Maaseik de tribunes van Schiervelde afdaalde, schoenen en kousen uittrok, broekspijpen oprolde, en persoonlijk als middenman ging meespelen, is Knack Roeselare knap vicekampioen geworden.

Vele lezers wensen nu ook te weten hoe het is afgelopen in de basketbalcompetitie. Wie is kampioen? Te vroeg om te zeggen. Het is daar nog niet gedaan, en het is spannend. Slechts één ding is zeker: Oostende wordt het niet. Oostende lag al uit de play-off nog vóór die goed en wel begonnen was. Tegen Aalstar nota bene, het vroegere Okapi Aalst, ocharme zesde geëindigd in de reguliere competitie en als amuse-gueule opgediend aan de derde in de eindstand, zeg maar als een extra training voor het echte werk dat nadien zou beginnen. In twee wedstrijden lag Oostende eruit.

Dat was zeer jammer voor den Baard, die net voordien zo zijn best had gedaan om bijkomende sponsors binnen te halen, eigenlijk het werk waarvoor general manager Marijke Schaepelinck zo rijkelijk wordt betaald. Wij kennen in Oostende enkele cynici die beweren dat dit salaris in feite een goedkope vorm van alimentatie is, maar laten we geen aandacht schenken aan cynici.

Bijkomende sponsors binnenhalen, gaat in Oostende als volgt. Den Baard is naast al zijn andere mandaten ook voorzitter van de Oostendse haven, en had begin mei alle daar gevestigde bedrijven uitgenodigd om hen zijn nieuwe plannen uit te leggen. Of op te leggen, om het correcter te formuleren. Ambitieuze plannen, want den Baard heeft zich voorgenomen om Oostende uit te bouwen tot een grotere haven dan Zeebrugge.

Nu al wordt volop gebaggerd voor een bredere en diepere haventoegang. Dat slib wordt dan ’s nachts illegaal geloosd in Zeebrugge, waardoor daar binnenkort de tonnenmaat van de schepen steeds kleiner zal worden terwijl ze in Oostende spectaculair zal vergroten. Den Baard wil dat over vier jaar bulkcarriers en containerschepen met een diepgang van 18 meter tot aan de Mercator kunnen varen, en dat mammoettankers met een lengte van 300 meter kunnen aanmeren aan de Churchillkaai, teneinde de opslag van gas en olie te bevorderen.

De totale overslag in Oostende, nu 7 miljoen ton, moet in korte tijd de 20 miljoen ton overstijgen. En aangezien de verhoogde trafiek in Oostende perfect parallel zal lopen met de verminderde trafiek in Zeebrugge, waar ze nu 40 miljoen ton omzetten, moet Oostende kort voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 Zeebrugge achter zich hebben. En dan wil den Baard zich, ook officieel, tot burgemeester laten kronen.

Vande Lanotte heeft verder een nieuwe ferrylijn in de steigers staan waarvan hij zelf gedelegeerd bestuurder zal worden, het Visserijdok wordt dichtgegooid, en volgende week beginnen ze aan de bouw van een kade voor een ultramoderne roroterminal. Daarnaast wil hij de westelijke strekdam verlengen tot een kilometer of twintig in zee, zodat Electrawinds er gesubsidieerde turbines op kan installeren. Den Baard wil ook een nagelnieuwe spoorverbinding tussen Oostende en het Ruhrgebied aanleggen, die nu al de IJzeren Baard wordt genoemd. Met alle marionetten die hij de vorige jaren aan de top van de Spoorwegen heeft benoemd, is dit het minst lastige onderdeel van het hele project.

Op 6 mei jongstleden kregen alle in de haven actieve bedrijven te horen waar ze in de toekomst hun gebouwen zullen moeten optrekken. Verhuizing en nieuwbouwkosten zijn vanzelfsprekend voor hun eigen rekening. Als gebaar van goodwill werden de vertegenwoordigers van de getroffen firma’s daarna in een goedkope autobus geladen en naar de basketmatch Oostende-Luik vervoerd. Daar werd aan ieder van hen afzonderlijk verteld tegen welke prijs ze businessseats in de Sleuyter Arena konden huren, hoeveel het kostte om de ploeg als sponsor financieel te ondersteunen, en dat een betere locatie op de nieuwe haventerreinen eventueel mogelijk was.

Zoals gezegd: allemaal ambitieuze plannen, maar er dan al in de voorronde van de play-off uitvliegen tegen Okapi Aalst is geen te beste reclame. Het past wel perfect in het parcours dat den Baard nu al anderhalf jaar aflegt. Aangezien hij dat zelf niet meer schijnt te beseffen, getuige de grootspraak die hij zich in tal van interviews weer veroorlooft, nog even de feiten: sinds Edmond Van Beveren in 1877 de Vlaamse Socialistische Arbeiderspartij oprichtte, is er nooit, maar dan ook werkelijk nooit, een slechtere voorzitter geweest dan Johan Vande Lanotte.

Al zijn initiatieven zijn faliekant afgelopen. Allemaal. Rampen en catastrofes, dat waren het. Nooit, in geen enkele partij, zijn de lijsten voor de verkiezingen zo dom samengesteld als vorig jaar bij de SP.A, waar den Baard van niemand inspraak duldde en alle adviezen negeerde. Het resultaat mocht er zijn: de SP.A verloor in één enkele verkiezing dertig procent van haar kiezers. DERTIG PROCENT!

De dag erna beging den Baard al zijn volgende twee gaffels: hij stelde per oekaze Caroline Gennez aan als zijn opvolgster, hierbij abstractie makend van partijstatuten en -reglementen. En hij riep Freya Van den Bossche uit tot nieuwe fractieleidster. Van den Bossche had persoonlijk het partijresultaat nog overtroffen door VIJFTIG procent van haar kiezers te verliezen. De nieuwe fractieleidster schoof nog tijdens de persconferentie waarop ze werd voorgesteld een papiertje met haar ontslag naar den Baard, die daarna ook nog het ongelooflijke vakmanschap opbracht om dat briefje op de tafel te vergeten, zodat het de volgende dag op de één van De Standaard prijkte.

Hier de opdracht van de nieuwe Knack-zomerwedstrijd: vind een grotere knoeier dan den Baard! Veel succes.

di/ 20/ 05

De rechtbank van Dendermonde heeft nu ook iemand veroordeeld die al overleden was! Alle in leven zijnde verdachten, zowel in het eigen rechtsgebied als daarbuiten, zijn inmiddels opgepakt door het nooit aflatende parket van procureur Christian Dufour en de flashy onderzoeksrechter Evy Muylaert. Dezelfde middag werden ze veroordeeld door supperrechters als Freddy Troch en Peter D’Hondt, waarna ze dezelfde avond eerst werden opgesloten en kort nadien ontsnapten uit de gevangenis van Dendermonde.

Daarom zijn ze nu begonnen aan de niet meer in leven zijnde verdachten. Een agressieve jongeman kreeg twaalf maanden cel, en daarbovenop een strenge berisping omdat hij zich niet persoonlijk bij de rechtbank had aangeboden. Het excuus van zijn nabestaanden dat hij een tijdje geleden gestorven was, werd van tafel geveegd. In Dendermonde moet je niet komen aandragen met zulke flauwiteiten.

wo/ 21/05

De foto in de vorige Knack van het boeddhabeeld ter ere van Louis Tobback heeft voor beroering gezorgd in Leuven. Inderdaad: hoe te verklaren dat dit standbeeld in een tempel op een heuvel in Hongkong staat, en niet in Leuven zelf? Waar ze van De kotmadam over Fonske tot Fiere Margriet en Dorre den Bakker een standbeeld hebben, maar niet van Louis Tobback. Nochtans de grootste politicus, in figuurlijke zin, die Leuven ooit heeft gehad.

Zeker, er is Sylvain Van de Weyer, lid van het Voorlopig Bewind in 1830, minister van Binnen- én Buitenlandse Zaken, ambassadeur in Londen, VN-gezant, én gedelegeerd bestuurder van een Katangese mijnbouwgroep. Maar die stelt niets voor in vergelijking met Louis Tobback. Toch staat voor Van de Weyer op de Kapucijnenvoer een monument dat zowel grotesk als wanstaltig mag worden genoemd, en voor Tobback staat nergens iets. Zelfs geen beeldje in de 236 nissen van het stadhuis.

Dat de Chinezen ons in alles de loef afsteken, daar zullen we mee moeten leven, maar in dit geval kunnen we niet passief blijven toekijken. Dat standbeeld moet onverwijld naar Leuven komen, maar hoe? De firma A. Romulus, het bekendste verhuisbedrijf van Leuven, is niet erg happig meer, nadat ze vorig jaar al eens onverrichter zake de toren van de Sint-Pieterskerk heeft gehaald. De bedoeling was om door het gat in het dak het prestigieuze Contiusorgel, het grootste barokorgel ter wereld, naar binnen te takelen. Samen met de Contius Foundation had mijnheerke Louis dat besteld bij de vermaarde orgelbouwers van het Göteborg Organ Art Centre, maar het transport vanuit Zweden had nogal wat voeten in de aarde.

Wie zelf niet groot is, compenseert dat graag door de grootte van zijn instrument: het Contiusorgel van mijnheerke Louis is vijfentwintig meter hoog, dertig meter breed, en vijftien meter diep. Het weegt veertig ton, en telt op één of twee na zesduizend pijpen. Kost zeven miljoen euro. Nu u.

Toen het hele geval met veel moeite tot aan het einde van de Brusselsestraat was gesleept, kreeg mijnheerke Louis het eens te meer lumineuze idee om het eerst uit te testen. Hij zette zich op een door een lakei aangesleept roodfluwelen bankje, rolde even met de schouders, kneedde zijn vingers soepel, maande iedereen aan tot een gewijde stilte, en waagde een eerste roffel over een van de vier klavieren.

Niets. Geen klank, geen noot, geen zucht was te horen. Mijnheerke Louis keek verbaasd om zich heen, waar niemand durfde te bewegen, laat staan te grinniken om het komische tafereel. Toen begon hij plots te twijfelen over welke techniek gebruikt diende te worden bij een orgel en welke bij een beiaard, en gaf met zijn in de loop van zijn politieke carrière flink ontwikkelde ellebogen een paar nieuwe dreunen op het klavier. Weer niets.

Bij het gemeentepersoneel veranderde hoop in wanhoop. Arbeiders haalden in allerijl de grootste luchtperspomp waarover de stad beschikte: een dubbelzijdige centrifugaalcompressor met een vermogen van 10.000 pk en 20.000 toeren per minuut. Toen ze die aansloten op de blaasbalg van het orgel, spoot er niet meer of niet minder dan een orkaan door de registers. Mijnheerke Louis speurde even om zich heen om zeker te zijn dat niemand durfde te grijnzen, stond op, liet zich op het zitbankje hijsen, en sprong vervolgens met beide voeten tegelijk boven op het grootste van de klavieren.

Tientallen toetsen vlogen door de lucht, maar uit de pijpen kwam wederom niets. Geen halve kreun, geen kwart piep, niets. Voor Louis Tobback was de maat vol. Hij greep de voorman van het konvooi, een nochtans fors uit de kluiten gewassen Viking, bij de nek en schudde hem vervaarlijk heen en weer: ‘Wat is dat voor bucht dat gij mij hier komt afleveren? Dat maak ik in mijn kelder beter met een paar regenpijpen en een varkensblaas. Gij pakt dat orgel stante pede terug mee naar uw fjord, en zeg tegen uw baas dat ik hier tegen volgende maand een orgel wens waarop ik Adieu mein kleiner Garde-Offizier kan spelen. Anders ziet het er bijzonder slecht uit voor uw firma, en bij uitbreiding voor uw stad.’

De verhuizers van Romulus kregen de dringende raad om de torenspits tegen de middag weer op zijn plaats te zetten. ‘In míjn kerk géén gat’, snauwde mijnheerke Louis, en hij beende boos de trappen van zijn stadhuis weer op. Dat ze bij Romulus dus niet happig zijn om een boeddhabeeld van vijftien meter hoog in Hongkong te gaan ophalen, zal niemand verbazen. Daarom besloot het in spoedzitting samengeroepen schepencollege, of toch die leden ervan die nuchter waren, te opteren voor een in Leuven meer gebruikelijke methode: diefstal.

Nu is het stelen van een standbeeld uit een door drieduizend Chinezen bewaakte tempel in Hongkong iets moeilijker dan het roven van een meiboom in het Zoniënwoud. Maar mijnheerke Louis was niet meer te houden: ‘Wij Leuvenaars zijn de koningen van de fietsdiefstallen. Wel: wie een fiets kan pikken, kan ook een boeddhabeeld pikken. We graven dat spel uit, wikkelen het in een zeildoek of in een Leuvense vlag, we laden het op zo een sissende sampan gelijk bij Suske en Wiske, en dan roeien we zo rap als we kunnen de Yangtze af. Voor die Chinezen goed doorhebben wat er is gebeurd, zitten wij al op de Dijle, en daar ben ík de hoogste autoriteit.’

Ter voorbereiding van deze delicate operatie ging Tobback zijn zeventigste verjaardag vieren in Zierikzee op Schouwen-Duiveland, waar hij de eerste dag al vier keer door de kustwacht uit de Oosterschelde moest worden gevist. Maar mijnheerke Louis leert snel. Op het jaagpad langs de Vaart in Wijgmaal meenden verschrikte vissers en wandelaars vorig weekend plotseling een speedboot te zien aankomen: mijnheerke Louis is klaar voor de grote slag. Hoopt en passant nog een medaille te pakken in Peking.

door Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content