‘Bij de keuze van een partner is politieke voorkeur belangrijker dan het uiterlijk’

SHANTO IYENGAR 'Geen blank tegen zwart, maar Democratisch tegen Republikeins: dát is de nieuwe sociale segregatie.'

In de VS wekt politieke voorkeur meer afkeer dan etniciteit of ras, blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse politicoloog Shanto Iyengar, en dat heeft verstrekkende sociale gevolgen. ‘Je krijgt een balkanisering van Amerika, een land van geïsoleerde politieke eilandjes.’

‘Mijn schoonvader is een conservatieve Republikein die rotsvast gelooft dat Barack Obama een moslim is. We praten niet meer over politiek, want argumenten doen er kennelijk niet toe. In Amerika is politiek religie geworden, een kwestie van geloof, van simpelweg goed of fout.’

Aan tafel met de schoonouders van Shanto Iyengar is politiek taboe. Ze praten over het weer en daar blijft het bij, vertelt hij aan zijn bureau in Antwerpen. Iyengar is directeur van het Political Communication Laboratory aan Stanford University in Californië (top drie van de wereld, samen met Yale en Harvard) en tot begin juli is hij in België om zijn kennis uit te wisselen met collega-wetenschappers en studenten. Op voordracht van de UAntwerpen, de KU Leuven en de UL Bruxelles werd hij gelauwerd als titularis van de International Francqui Professor Leerstoel, en hij gaf een bevlogen lezing over ‘Fear and Loathing across Party Lines’, over de wederzijdse afkeer van doorsnee-Amerikanen voor landgenoten die sympathiseren met ‘de andere partij’. Uit zijn recente onderzoek, zo betoogde Iyengar, blijkt dat de vooroordelen van Democraten tegenover Republikeinen (en vice versa) groter zijn dan die van blanken tegenover zwarten. ‘Studies met vragenlijsten, psychologische experimenten en economische trust games leidden allemaal tot dezelfde conclusie. Er zijn twee Amerika’s. Geen blank en zwart, maar een blauw (Democraten) en een rood (Republikeinen). Dat is de nieuwe sociale segregatie. Amerikanen gaan nauwelijks nog met andersdenkenden om.’

In 1955 bedroeg het aantal “gemengde huwelijken” – koppels met verschillende politieke sympathieën – 30 procent. Vandaag is dat nog nauwelijks 10 procent. Onderzoek over onlinedating toont hetzelfde patroon, zegt Iyengar. ‘Mensen die na wat over en weer mailen uiteindelijk beslissen om te daten, blijken dat alleen te doen met iemand die hun politieke overtuiging deelt. Bij de partnerkeuze blijken politieke ideeën zelfs belangrijker te zijn dan het uiterlijk.’

Is dat niet goed en logisch? Je wilt toch niet samenleven met iemand die een ander mens- en wereldbeeld heeft?

IYENGAR: Tuurlijk niet, want daar komt voortdurend ruzie van. Maar vroeger was het anders.

Was het ook beter?

IYENGAR: Republikein of Democraat, dat maakte in de jaren vijftig niet uit. Zolang je maar een patriottische, Godvrezende Amerikaan was. Maar in het keuzemenu waaruit mensen vandaag hun selectie maken, óók bij het kiezen van vrienden, zijn de parameters ‘progressief’ (‘liberal’) en ‘conservatief’ geïntroduceerd. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn: wat polemiek is gezond voor een democratie, het getuigt van vitaliteit. Maar de wederzijdse afkeer tussen Democraten en Republikeinen is vandaag visceraal en verblindend.

Hij leidt zelfs tot discriminatie, zegt u. Hoezo?

IYENGAR: Uit een experiment over het toekennen van studiebeurzen, bijvoorbeeld, bleek partijvoorkeur belangrijker dan al de rest. We gaven mensen informatie over middelbareschoolstudenten en vroegen hen aan wie ze een studiebeurs zouden geven. Bij een uitmuntende student die in zijn vrije tijd jongerenvoorzitter van de Republikeinen (of Democraten) was, bleek die politieke factor de allesoverheersende reden om die studiebeurs níét te geven. Dat is toch sterk? De beslissing of iemand een studiebeurs verdient of niet zou moeten steunen op academische geloofsbrieven. Vandaag wordt ze bepaald door politieke ideeën. Ten gronde toont dit aan dat politieke voorkeuren meer en meer binnensluipen in niet-politieke beslissingen. Want het huwelijk en een studiebeurs hebben niets met politiek te maken.

Hoe zorgwekkend is dat?

IYENGAR: Die discriminatie is stuitend, vind ik. Dat ze sterker is dan de discriminatie op grond van ras of etniciteit, tot dusver de belangrijkste breuklijn in de VS, is bovendien nieuw – of toch nooit eerder aangetoond.

Ik wil niet doen uitschijnen dat we in crisis zijn. Maar als dit dertig of veertig jaar blijft duren, kan het tot incidenten en geweld leiden en het land grondig destabiliseren. Wat mij nú het meeste zorgen baart, is dat feiten onderschikt worden aan geloof: dat staat samenleven in de weg. Net zoals de zwarte president Barack Hussein Obama voor veel Republikeinen – onder wie dus mijn schoonvader – een moslim is, was Mitt Romney (de Republikeinse presidentskandidaat in 2012, nvdr.) voor veel Democraten een rijke schurk die nooit belastingen had betaald. Beide beweringen zijn manifest onwaar, maar mensen hebben een bril op met een D van Democraten of een R van Republikeinen. Ze bekijken alles door die filter en geloven in hun eigen grote gelijk. We roepen alleen maar, en luisteren niet meer naar elkaar. Dat leidt naar een soort balkanisering van Amerika, een land van geïsoleerde eilandjes van blauw en rood. Naar meer sociale afstand – ook fysiek – en minder dialoog en debat. Naar meer vooroordelen. Want mensen die alleen met gelijkgezinden praten, kunnen nooit de logica van andermans standpunt inzien. Blauw en rood Amerika zijn niet alleen politiek verdeeld, maar nu ook sociaal, cultureel en interpersoonlijk. We leven meer en meer in parallelle werelden.

Hoe verklaart u dat?

IYENGAR: Het is complex en gaat een heel eind terug. Sinds 2000, met de gecontesteerde presidentsverkiezing van George W. Bush, is alles in een stroomversnelling geraakt. Maar de kiemen van de kloof dateren van lang daarvoor, van het invoeren van voorverkiezingen in de jaren zestig bijvoorbeeld. In de jaren vijftig selecteerden de partijen zelf hun verkiezingskandidaten, en verschilden Republikeinen en Democraten ideologisch niet gek veel van elkaar. Om kiezers meer duidelijkheid en democratie te geven, voerden ze de primaries in. Maar doordat bij die voorverkiezingen alleen de meest gemotiveerde en fanatieke aanhangers stemmen – die mensen zoals zij steunen -, werden de verkozenen gaandeweg radicaler. De Democraten schoven op naar links, de Republikeinen naar rechts, en beide groepen werden intern homogener. In het Congres stemmen Republikeinen en Democraten in 90 procent van de gevallen als twee blokken tegen elkaar. Het gevolg is een politieke stilstand, die in oktober 2013 ook tot een government shutdown leidde. De overheid lag toen twee weken lam omdat de Republikeinen (die sinds 2010 de meerderheid hebben in het Huis van Afgevaardigden, nvdr.) niet wilden meestappen in Obama’s vraag om het schuldplafond te laten stijgen.

Ook onder president Bill Clinton lag de overheid wekenlang plat. Wat is het verschil tussen de recente government shutdown en die van vroeger?

IYENGAR: Het is al zeven of acht keer gebeurd, meestal doordat het Congres (dat bestaat uit twee kamers, het Huis van Afgevaardigden en de Senaat, nvdr.) er niet in slaagde om de begroting goed te keuren. Anders dan vandaag was het destijds de tragische uitloper van mislukte, complexe onderhandelingen. Terwijl de onderhandelaars vroeger oprecht leken te geloven dat ze tijdig tot een vergelijk konden komen en de shutdown vermijden, is er deze keer bewust op aangestuurd. Als je niet luistert, is dat wat er zal gebeuren, zeiden de Republikeinen tegen Obama. Het was een uitgevoerd dreigement.

Om de animositeit te be-grijpen, moet je het grotere verhaal zien. De ideologische opdeling tussen Democraten en Republikeinen draaide altijd rond meer of minder overheid, en meer of minder welvaartsstaat. Nu gaat het bovenal over morele kwesties, zoals abortus en het homohuwelijk. Die thema’s liggen moreel zó gevoelig dat ze, meer dan de klassieke gevoeligheden, de gemoederen hoog doen oplaaien.

Ook media spelen daarin een nefaste rol, zo blijkt uit onderzoek. Op Fox News, de facto een propagandamachine van de Republikeinen, werden Democraten in vier jaar tijd 1125 keer ‘nazi’s’ genoemd. MSNBC, de Democratische tegenhanger van Fox, deed in diezelfde perio-de 988 keer hetzelfde met de Republikeinen. Heeft die symmetrie u verrast?

IYENGAR: Ja.Voordien waren er aanwijzingen dat de Republikeinen vijandiger waren tegenover de Democraten dan andersom. Dat blijkt niet te kloppen. Ze zijn allebei even schuldig aan het uitdragen van vooroordelen over hun politieke tegenstanders.

Kijk, de VS hebben geen openbare omroep, maar in de jaren zeventig waren er drie nieuwskanalen – ABC, NBC en CBS – waarop honderd miljoen Amerikanen elke dag vrijwel hetzelfde journaal bekeken. Dat was een gemeenschappelijke basis voor dialoog en discussie. Vandaag hebben diezelfde drie netwerken nog een tiende van hun publiek van toen, en zijn er honderd verschillende nieuwsleveranciers. Bovendien worden die vaak niet gerund door journalisten, maar door commentatoren die gewoon hun mening geven.

Elk afzonderlijk bereiken ze een of twee miljoen mensen, en sociale media versterken die ‘verkokering’ nog. Wie het nieuws volgt via Facebook, krijgt een ander soort nieuws voorgeschoteld dan wie naar het tv-journaal kijkt. Want de mensen die verhalen delen, dat zijn je vrienden: die denken net zoals jij.

De toegenomen animositeit bij het publiek zet leiders er niet toe aan compromissen te maken. Radicalisme wordt beloond. Hoe kan die spiraal doorbroken worden?

IYENGAR: Alles hangt af van onze volksvertegenwoordigers. Hun verantwoordelijkheid is verpletterend, want het publiek volgt zijn leiders. Als die leiders zich extreem vijandig en rancuneus gedragen, sturen ze het signaal uit dat het oké is om je tegenstanders als vuil te behandelen. De vraag is of en wanneer het publiek zich realiseert dat het land in een doodlopende straat zit.

Hoe groot is de persoonlijke verantwoordelijkheid van Barack Obama?

IYENGAR: Laten we wel wezen: hij heeft niet veel macht. De Republikeinen controleren het Huis van Afgevaardigden, en blokkeren elk initiatief van de president. De enige reden waarom hij Obamacare erdoor heeft gekregen, is dat de Republikeinen op dat moment géén meerderheid hadden. Het idee dat hij alleen maar een goede spreker is en niets anders kan, is een karikatuur. Obama polariseert niet om wat hij zegt of omdat hij een onaardige man is, maar omdat hij voor de Republikeinen de morele verdorvenheid in de VS symboliseert. Veel van de animositeit steunt louter op het feit dat hij zwart is – en ‘dus’ niet te vertrouwen.

Akkoord, Obama heeft geen bruggen kunnen bouwen. Maar niet omdat hij het niet zou willen. Mijn belangrijkste argument tegen het presidentschap van Obama is amateurisme. De implementatie van Obamacare was bijvoorbeeld een fiasco. Dat de officiële website waarop mensen zich kunnen inschrijven zelfs bij de lancering ervan niet werkt, is gewoon schokkend. Hij heeft zwakke mensen aangesteld, politieke adviseurs die hem bovenal vertelden wat hij moest doen om herkozen te worden. In dat opzicht verschilt hij niet van zijn voorgangers.

Is er enige reden tot optimisme?

IYENGAR: Wat me altijd optimistisch stemt over de Amerikaanse politiek, is dat Amerikanen ze niet erg serieus nemen. Politiek is bijzaak, Amerikanen zijn meer geïnteresseerd in honkbal en in het wel en wee van Tom Cruise. Dat is geruststellend, in de zin dat we geen burgeroorlog hoeven te vrezen. We zullen elkaars huizen niet in puin slaan of zo. (lacht)

Gevraagd naar hoop, geeft u een cynisch argument.

IYENGAR: Politiek ís bijzaak in de VS. Om de twee jaar zijn er verkiezingen, en voor de rest proberen we onze zaakjes te beheren… Maar hoop, in de zin dat we de democratie naar een hoger niveau kunnen tillen, met serieuze debatten en zo? Dat is wel heel idealistisch. Veel Europeanen beseffen niet in wat voor moeilijke omstandigheden de Amerikaanse middenklasse en armen leven. Amerikanen hebben heel weinig vakantie, en ze hebben geen genereuze sociale welvaartsstaat. ‘Politiek? Kan me totaal niet schelen: ik moet mijn gezin eten geven.’ Mensen uit de onderklasse combineren zo veel mogelijk deeltijdse banen als ze kunnen en hebben nauwelijks tijd om te gaan stemmen. Echt.

Toch is Amerika voor veel Amerikanen synoniem voor democratie. Bent u het daarmee eens?

IYENGAR: Absoluut niet. De Amerikaanse politiek is voor mij niet de belichaming van democratie, op geen enkele manier. Onze democratie loopt mank, omdat politici de publieke opinie makkelijk kunnen manipuleren. Veel arme mensen stemmen voor de Republikeinen omdat ze tegen het recht op abortus zijn, bijvoorbeeld. Als een kwestie van goed of fout. Terwijl ze daarmee sociaal-economisch in hun eigen vel snijden. Als je goed geïnformeerde burgers als een van de standaarden van democratie beschouwt, dan zitten de VS aan de bodem. De kennis van wat er in de wereld gebeurt, is vier à vijf keer groter in Europa dan in de VS.

Nogmaals: hoe kan het tij gekeerd worden?

IYENGAR: Je zou een kameleon als presidentskandidaat moeten vinden. Conservatief op sommige vlakken, progressief op andere. Maar er is een flinke kans dat Hillary Clinton de volgende kandidaat van de Democraten wordt. Dat zou slecht nieuws zijn, want als symbool polariseert zij bijna even sterk als Obama.

DOOR JAN JAGERS

‘Politieke leiders sturen het signaal uit dat het oké is om je tegenstanders als vuil te behandelen. Wanneer realiseert het publiek zich dat het land in een doodlopende straat zit?’

‘Mensen die alleen met gelijkgezinden praten, kunnen nooit de logica van andermans standpunt inzien.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content