Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het kon niet blijven duren. Steeds meer Knack-redacteuren gingen op het paleis hun benen onder tafel steken, zonder dat de koning ooit voor een tegenbezoek werd uitgenodigd. Dus werd dat onlangs rechtgezet toen de koning zich, bij zijn wekelijkse raadpleging van onze directeur, danig geschrokken toonde over een bijdrage in deze rubriek. Onder de kop ?Driekamp? hadden wij gewag gemaakt van de achtergebleven technische middelen waarmee wij op deze redactie de actualiteit proberen te volgen. Als het buiten regent, kunnen wij op onze Gründig Brussel Vlaams niet meer beluisteren. Laat dat u een idee geven.

Het kostte onze directeur heel wat moeite om de vorst uit te leggen dat dit maar om te lachen was geweest. (De koning : ?Ach zo, die laatste bladzijde is om te lachen. Dat wist ik niet.?) En om zijn woorden kracht bij te zetten begon onze directeur, opgezweept door zijn eigen geestdrift, steeds grover op te scheppen over alle hoog-technologische apparaten die wij op de redactie dagelijks hanteren. Waarna hij zijn hand helemaal overspeelde door eraan toe te voegen : ?Als ge tijd hebt moet ge maar eens komen kijken, sire.? Tot zijn niet geringe verrassing ging de koning op deze uitnodiging in.

Vanaf dat moment heerste er bij redactie en directie van Knack regelrechte paniek. Stukadoors, schilders, timmerlui, leiendekkers, glazenmakers, tapijtleggers, putrelstekers… in een eindeloze stoet liepen ze af en aan. De voltallige instructie-afdeling van Unisys kwam een week lang op onze kantoren resideren om elke redacteur afzonderlijk uit te leggen hoe een computer eruit zag en functioneerde. Er werden kilometers kabels langs de muren getrokken, schotelantennes werden op het dak vastgeklonken en kleine gele mannetjes met vreemd gevormde ogen schroefden microscopisch kleine draadjes en plaatjes in schermen en schijven. Dit alles tot opperste verwarring van al de u vertrouwde redacteurs, van wie sommigen nog nooit met een schrijfmachine hadden leren werken. De hoofdvogel werd afgeschoten door een chef van wie wij de naam niet zullen noemen, die een splinternieuwe en peperdure on-line-terminal onklaar maakte door er een vier-literfles blauwe inkt in te gieten.

OM KORT TE gaan : drie instructeurs sprongen in wanhoop van de vierde verdieping (chef-boeken, chef-buitenland, chef-muziek) naar beneden, en een vierde onderging ongewild hetzelfde lot toen hij naar de vijfde verdieping (uw dienaar) poogde op te klimmen maar niet gemerkt had dat er in de uitschuifladder drie treden ontbraken.

Hierna werd een cd-romtoren binnen gesleept en klom een man op een houten kist om ons een nieuw woord te leren : Internet. Dit was te veel. Zelfs de minder conservatieven onder ons moesten afhaken. Waarna onze directeur een briljante ingeving kreeg : in de plaats van zijn redacteurs tot computerspecialisten om te vormen, deed hij het omgekeerde. Een programmeur van Digital Equipment werd verzocht zich de dag van het vorstelijk bezoek voor te doen als een toevallig aanwezige Knack-redacteur. Deze omschakeling verliep heel wat vlotter. Na drie minuten had de man de knepen van ons vak onder de knie.

Ieder van ons werd per aangetekende brief verboden om, tot de koning weer weg was, op wat voor knop ook te drukken en vier dagen op voorhand werden onze chef-boeken en onze chef-Wetstraat in een inbouwkast op de entresol opgesloten. Onze chef-boeken omdat hij in zijn bestseller Het klauwen van de leeuw heeft gepleit voor het oprichten van de republiek. Onze chef-Wetstraat omdat hij, hoewel goedwillend ten opzichte van de de Mora y Aragon‘s, niets moet hebben van de Saksen Coburgs. Als leider van Opus Dei is hij namelijk niet opgezet met frivoliteiten als de Pinksterbeweging. En nog veel minder met de manier waarop de Saksen-Coburgs indertijd de Belgische troon hebben cadeau gekregen. Ten nadele van prins de Ligne. Onze chef-Wetstraat heet voluit Rik Van Cauwelaert de Wyels de Ligne. Gezien zijn pugilistiek verleden wenste onze directeur geen risico te nemen.

TOEN DE GROTE dag was aangebroken, drukte onze directeur om half acht ’s morgens iedereen nog eens op het hart om elke koninklijke vraag om uitleg over te laten aan de computer-programmeur, onze nieuwe collega die zich die week al had nuttig gemaakt met reportages over de Chinees-Russische grensconflicten, de juridische tegenstrijdigheden in de Belgische grondwet, een tentoonstelling rond de fotograaf Edouard Baldus, een exclusief dubbelinterview met Bill Clinton en Bob Dole, en een historische schets over het ontstaan van de Vlaamse identiteit. Tussendoor had hij ook de moord op André Cools opgelost. Zoals de brandweercommandant wel vaker de pyromaan blijkt te zijn, was de schuldige in dit geval Walter De Bock.

Vanaf tien uur was de koning al een paar keer zenuwachtig onze kantoren voorbij gelopen, want de redactie van Knack bezoek je tenslotte niet elke dag. Wij zeker niet. De nabijheid van de vorst viel nogal op aangezien hij vergezeld was van een regiment bereden rijkswachters, een kordon van de gemotoriseerde verkeerspolitie, en twee Mirages van de luchtmacht. Waarvan er een per ongeluk onze pas geïnstalleerde schotelverbinding met Reuter vernielde.

Om half elf belde de koning aan. Onze directeur had zich persoonlijk bij de parlofoon gezet, haakte af en dreunde met een stem die de vorst verschrikt achteruit deed deinzen naar beneden : ?Wie daar ??

?’ t Ben het ekik,? klonk het bedeesd van beneden. ?Albert, de koning.?

?Albert De Coninck ?? herhaalde onze directeur peinzend, om niet de indruk te geven dat hij al een kwartier op hete kolen had zitten wachten. ?Zijt gij familie van Pieter ??

Beneden kreeg de vorst langzaamaan de indruk dat er met zijn voeten gespeeld werd. ?Maar neen,? verhief nu ook hij zijn stem. ?’t Is Albert Twee. Doe open, Sus.?

Hierna tikte onze directeur op zijn klavier zijn wachtwoord in ( ?Guy?), drukte Command F7 en vervolgens ENTER, en liet zijn rechtse pink achteloos op PAGE DOWN vallen. Op het gelijkvloers zwaaide de smeedijzeren deur open en aan de zoldering kantelde een doos gekleurde papiersnippers zich feestelijk leeg boven het hoofd van de koning, die bijna omver werd geblazen door een pompeuse versie van de Brabançonne. En terwijl de lift automatisch opendraaide en de vorst geruisloos richting derde verdieping tilde, haalde boven onze directeur nog gauw een kam door zijn haar. Hierbij drukte hij per ongeluk op de toetsen ALT-CTRL en DELETE, en moesten we met zijn allen vertwijfeld op zoek naar waar de koning kon gebleven zijn.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content