Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Dat de koning na de stuitende ontwikkelingen in de zaken- Dutroux en – Cools zelf naar buiten kwam met vragen en opmerkingen aan het adres van justitieminister Stefaan De Clerck, mag geen verwondering wekken. Net zo min als het feit dat Albert II terzelfdertijd een serie oplossingen voorschreef die de hele magistratuur dooreen schudde, tot de staande zat en de zittende stond.

De aanzet tot deze ongebruikelijke démarche van Laken was maanden voordien gegeven toen koning Albert, zoals de lezer wellicht weet, een bezoek bracht aan onze redactie. Onze directeur, die een centraal gelegen kantoor betrekt in het paleis, had de vorst zo langs zijn neus weg een keer verteld over onze redactievergaderingen, en het was de vurigste wens van de koning er ooit een in levende lijve te mogen meemaken.

Zo verscheen hij op een mooie mei-morgen op de Tervurenlaan en zette zich verwachtingsvol neer aan de vergadertafel, recht tegenover onze directeur. Die had ieder van ons vooraf, op straffe van ontslag, opgedragen om voor één keer zelf een onderwerp voor een reportage te bedenken, en dat summier toe te lichten tijdens het bezoek van de monarch. Het resultaat was ernaar. De oren van de koning tuitten zoals ze nooit voordien hadden getoten. Of is het getuit ?

De eerste die sprak was onze chef-economie, die voor deze speciale gelegenheid rookverbod had gekregen en begrijpelijkerwijze erg uit zijn humeur was. Hij meldde op barse toon dat hij een artikel klaar had over de ineenstorting van de Belgische frank, het faillissement van de nationale bank, de exploderende werkloosheidscijfers, de drastische stijging van de inflatie en de desastreuze toestand van ons industrieel patrimonium. Hierna kondigde hij het uitbreken van de Derde Wereldoorlog aan.

Na hem betreurde onze chef-milieu, met een van droefenis trillende stem, de dood van de laatste zoetwatervis in de Belgische rivieren. En weidde uit over een verontrustende piek in de gevallen van botulisme, botanisme en bodifeeïsme. Onze chef-gezondheid voegde daaraan toe dat de kindersterften in België angstwekkend toenemen, en dat de ziekenhuizen zozeer in financiële moeilijkheden verkeren dat tegen het eind van dit jaar ook de meest elementaire medische zorgen niet meer kunnen verstrekt worden. Onze chef-wetenschappen signaleerde dan weer ontstemd dat in Belgische universiteitsbibliotheken de basisliteratuur inzake fysica en scheikunde ontbreekt, dit wegens schrijnend geldgebrek.

De volgende die een onderwerp mocht aanbrengen was de chef-vrouwenhandel. Hij toverde uit een wandkast enkele Filippijnse tienermeisjes tevoorschijn die snikkend vertelden wat hen elke avond in gore tenten in de buurt van het Brussels paleis overkwam. Wij zagen de koning steeds dieper en dieper wegzakken. En toen moest onze chef-justitie nog komen met een overzicht van de ergste wantoestanden die hij had opgemerkt bij een doorlichting van het Belgische gerecht.

Bij het verhaal van onze chef-armoede (soepbedeling aan het station, pandjeshuis barst uit zijn voegen, kledingtekort in de grote steden, verkrotting en dakloosheid) moesten ook de hardste redacteurs even slikken. Toen onze chef-landsverdediging de logistieke middelen en de mentale malaise van de Belgische strijdkrachten beschreef, drupten de eerste tranen.

DE KONING MOEST DREUN na dreun incasseren. Met de snelheid van een Mauser 460 Magnum werd hij doorzeefd met de smadelijke tekortkomingen en onrechtvaardigheden in zijn koninkrijk. Geen spaander bleef heel. Tijdens de meer dan een uur durende slagenregen viel niet één positief woord over België te noteren. Onze chef-cuisine Herwig Van Hove bestond het zelfs om brandhout te maken van de zo geroemde Belgische keuken. ?Allez, gij op uw paleis,? sprak Van Hove op het familiaire toontje waarmee hij de toegesprokene graag op de hiërarchische verhoudingen wijst, ?hoe maakt gij asperges klaar ??

De koning had geen idee, maar dat bleek ook niet nodig. ?Met boter !? gaf Van Hove zelf het antwoord. ?Awel, ik zal u eens iets zeggen zie, dat moet ge niet met boter doen, asperges bakken. Weet ge hoe ge dat moet doen ? Met margarine, en dan een beetje olijfolie erover. Niet te veel hé, een vingerhoedje. En dan vijf minuten in de pan. Maar denkt ge dat er dat hier ene kok weet ? Haha, gij zijt nog naïef gij.?

De koning hing murw in de touwen. En toen gaf Patrick Duynslaegher de fatale uppercut : de korte inhoud van de Belgische film Camping Cosmos. De vorst viel met een luide bons onder tafel en werd per draagberrie de Knack-redactie buitengedragen. Toen hij na de middag weer min of meer toonbaar bij de koningin thuis was afgeleverd, verliet onze directeur in zeven haasten de receptie die wij naar aanleiding van het hoge bezoek hadden georganiseerd.

Bij het bed van de koning gekomen zette onze baas, die in de gauwte enkele ruim belegde toastjes had meegegrist, zich op een stoel neer en informeerde of het al wat beter ging. Doorgaans zijn gesprekken tussen het staatshoofd en zijn gasten geheim, maar in dit geval moeten we een uitzondering maken. Want de vraag die de vorst aan onze directeur stelde, zal later in de werken van de achterkleinkinderen Luykx genoteerd staan als het keerpunt in de Belgische politieke geschiedenis. ?Sus,? fluisterde de koning, ?Sus, ben ik echt koning van zo een afschuwelijk land ??

Onze directeur, die net zijn tanden had gezet in een broodje zalm dat koning Albert met een vermoeid gebaar had geweigerd, bromde met volle mond iets onverstaanbaars, maar de vorst begreep wel dat zijn bange vermoeden bevestigd werd. Hij zakte achterover in de kussens en kreunde moedeloos. Onze directeur schonk zichzelf een glas Veuve Cliquot in, keek nadenkend naar het hoopje menselijke ellende naast zich, krabde in zijn baard en kikkerde toen zijn invité van die morgen weer wat op door te antwoorden : ?Sire jong, ge moet u dat niet zo aantrekken. Na de vakantie zal ik er mij mee bezighouden. We lossen dat wel op.?

VANDAAR DAT DE KONING begin september plotseling kwam aanzetten met een communiqué dat zowel de regering, het parlement als de rechterlijke macht in opperste verwarring bracht. Zeker de vervanging van de zes procureurs-generaal door één nationale en alles-overkoepelende magistraat sloeg in als een bom. Temeer daar de koning er, op instigatie van een niet nader genoemde adviseur, ook al een naam had opgeplakt : onze hoofdredacteur en chef-justitie Frank De Moor. Het eerste wat die deed, was een arrestatiebevel uitschrijven tegen de gebroeders Lippens.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content