Fatah-leider Marwan Barghouti over het Palestijnse verzet.

Dinsdagmiddag in Ramallah, de zon schijnt. Een militante betoging is op weg naar het checkpoint bij het Westin-hotel in El Bireh, een zwartgeblakerd punt waar Palestijnen en Israëlische troepen botsen en waar geregeld doden vallen. Het is een vrolijke betoging, er wordt geprotesteerd tegen de bezetting en de Israëlische bombardementen, dat is iets anders dan het rituele verbond met martelaars en de dood van de begrafenissen.

Niet ver van het doel loopt, ineens, zonder overgang, de man mee die er tevoren niet was: Marwan Barghouti van de gewapende Fatah-organisatie, de man die in de fantasie van zowel Palestijnen als Israëli’s de guerrilla leidt. Doctor in de politieke wetenschappen, 41 jaar oud, lid van het Palestijnse parlement, baas van Fatah in de Westoever – en dus van de tanzim. Komt niet goed overeen met Arafat, maar heeft als het erop aankomt toch diens politieke steun. Klein en gezet, Barghouti, snorretje, een zekere arrogantie. Je bewondert de manier waarop hij met snelle pas naar het treffen blijft stappen, de beginnende traangasdampen en het bereik van de Israëlische scherpschutters in tot, als door de hemel gezonden, een grote vrouw hem tegenhoudt: ‘Jij niet, Marwan, jij niet, jou hebben we nog nodig!’ En rechtsomkeert. Er vallen wat schoten, er waait wat gas over het slagveld. Tijd voor commentaar heeft hij wel.

De Israëli’s hebben gisteren Gaza beschoten?

Marwan Barghouti: Er is van Israëlische kant een voortdurende agressie tegen de Palestijnen. Die aanvallen moeten een einde maken aan onze intifada. Maar de intifada komt voort uit de wil van het Palestijnse volk, die kan niet gestopt worden. Die zal in de toekomst nog feller worden.

De Israëli’s zeggen dat het een antwoord was op de aanslag tegen de schoolbus. Hoort een aanslag op een schoolbus bij de intifada?

Barghouti: Na de bloedbaden die zij hebben aangericht, moeten de Israëli’s begrijpen dat er wel reactie van Palestijnse kant moest komen. Het Palestijnse volk heeft, volgens de wetten van de Verenigde Naties, onverkort het recht zich te verzetten tegen de bezetting en tegen de kolonisten.

Toch vroeg Arafat het schieten te stoppen.

Barghouti: Er wordt niet geschoten vanuit de A-zone. Arafat heeft maar één ding gezegd: niet meer schieten vanuit A-zones. Dat is de bevolkte zone onder Palestijnse controle. Zodat de Palestijnse bevolking de bommen en aanvallen van de Israëli’s bespaard zou blijven. Hij sprak niet over een wapenstilstand, omdat er geen vuur komt van Palestijnse kant. Ziet u hier geweren of andere wapens? De Israëli’s hebben wapens, raketten en tanks, en wij hebben stenen.

Wie heeft die bus dan aangevallen?

Barghouti: Die aanval op die bus maakt geen deel uit van de populaire, vreedzame intifada. Die past in het verzet tegen de bezetting – trouwens in gebied onder Israëlische controle.

Dus dit is iets anders?

Barghouti: Ja, dit is iets anders, natuurlijk! Het is deel van het Palestijnse verzet. Het gebeurde onder druk van Palestijnse emoties. Onze strategie is heel duidelijk: de vreedzame intifada voortzetten. En de vraag is niet waarom wij hier de hele tijd lopen te betogen tegen de Israëli’s. De vraag is wat de Israëli’s hier doen. Een bezettingsmacht, kolonisten, die moeten ons land teruggeven. Wij hebben recht op onafhankelijkheid zoals iedereen op de wereld.

Sus Van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content