In september begint voor de 751 Europarlementsleden het echte werk. Hoe belangrijk zijn voorkeurstemmen bij de Europese verkiezingen?

Met 568.185 voorkeurstemmen mag de Nederlandse Sophie in ’t Veld van de sociaalliberale D66 zich het populairste Europarlementslid noemen. In de top tien van Europarlementsleden met de meeste voorkeurstemmen krijgt In ’t Veld het gezelschap van uitgesproken EU-critici, zoals de rechtse Deense populist Morten Messerschmidt (3), de Griekse communist Manolis Glezos (4), en de controversiële PVV-politicus Geert Wilders (9), die zijn Europees mandaat uiteindelijk niet opnam. Belgische politici in de top tien zijn ex-premier Guy Verhofstadt (2) en CD&V-boegbeeld Marianne Thyssen (7).

Toch grijpen populaire politici uit kleinere landen vaak naast belangrijke posten in het Europees Parlement. Van de zestien Europarlementsleden die tot voorzitter van een vaste parlementaire commissie werden verkozen, komen er twaalf uit de vier grootste lidstaten. ‘Marianne Thyssen behaalde in mei een goede persoonlijke score’, stelt politicoloog Steven Van Hecke (KUL). ‘Maar omdat haar partij slecht scoorde en maar een kleine groep in de EVP-fractie vormt, haalde zij alsnog geen cruciale functie binnen. Dat illustreert het relatieve belang van de voorkeurstemmen. Je bent beter een nobele onbekende binnen de grote Duitse SPD dan een bekende in een kleine partij.’

Ongeveer de helft van de 751 Europese parlementsleden wordt trouwens niet verkozen op basis van voorkeurstemmen. De meeste grote lidstaten kennen een gesloten kiessysteem, waarbij kiezers geen voorkeurstemmen kunnen uitbrengen en de volgorde van de verkozen politici op voorhand vastligt. Nederland heeft de grootste kieskring waarin politici voorkeurstemmen kunnen verzamelen. Niet toevallig prijken daardoor vijf Nederlanders in de top tien.

Tussen landen mét een voorkeurstemmensysteem bestaan ook grote verschillen. Oostenrijkse kiezers mogen maar één kandidaat een voorkeurstem geven. Zo raakte Barbara Kappel van de extreemrechtse FPÖ alsnog verkozen, al behaalde ze de zwakste Europese score: amper 918 voorkeurstemmen, 600 keer minder dan Sophie in ’t Veld. In Luxemburg daarentegen kunnen kiezers bij de Europese verkiezingen zes stemmen uitdelen aan individuele kandidaten, zelfs als ze op verschillende lijsten staan. Liefst 125.000 van de 225.000 opgedaagde kiezers gaven zo een voorkeurstem aan uittredend Europees Commissaris Viviane Reding.

In Letland schrijven kiezers een plusteken naast de naam van de politici van hun voorkeur. De naam van ongewenste kandidaten mogen de Letten doorstrepen. Dat systeem leidt soms tot bizarre resultaten. Zo kreeg Peteris Vinkelis bijna 5000 plustekens, maar werd zijn naam tegelijk ook 28.700 keer doorstreept. ‘Blijkbaar zijn er veel kiezers die ongeveer alle namen op onze lijst doorstrepen’, relativeert Vinkelis. Bovendien had hij het nadeel dat schoonzus Ilsez Vinkelis, tot voor kort minister van Welzijn, zich bij de bevolking erg onpopulair maakte door de pensioenleeftijd te verhogen.

Barbara Kappel zal het allemaal worst wezen. Na enkele jaren als bescheiden deelstaatparlementslid in Wenen, maakt de 49-jarige plots de sprong naar het Europees Parlement. Met dank aan haar voorkeurstemmen.

Lukas Vanacker

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content