De ontwikkelingslanden moeten zelf de vruchten kunnen plukken van hun kennisreservoir.

Voor een lappenpop krijgt een naaister op een markt ergens in de Andes met moeite 25 dollarcent. In een winkel in New York kan poppemie gemakkelijk voor 20 dollar over de toonbank gaan. Het verschil blijft ergens in de geïndustrialiseerde wereld plakken aan vingers die meer bedreven zijn in het uittellen van winsten.

Ook het volk dat de heilzame werking heeft ontdekt van dat ene endemische plantje uit het diepe oerwoud op onze door de elementen geteisterde velletje, kan op weinig meer rekenen dan een eervolle vermelding op de dure verpakking. Dat laatste wordt ‘biopiraterij’ genoemd. De algemene repliek vanuit de ‘huidcrèmefabrikanten’ luidt steevast dat het op de markt brengen van traditionele kennis erg moeilijk is, omdat er geen commerciële waarde aan kan worden vastgeplakt. Nonsens, zo zegt een recente studie van de Wereldbank. Van alle plantaardige medicijnen die wij dagelijks gebruiken, wordt 74 procent van de natuurlijke ingrediënten door de mensen die ze als dusdanig ontdekt hebben voor precies dezelfde doeleinden gebruikt. Voor wie graag cijfermateriaal heeft: in de EU, Australië, Canada en de VS staat de marktwaarde van het aandeel van Indiase planten in de medicijnen voor een totaal van 70 miljard dollar! Van uw geliefkoosde Basmati-rijst, die in India en Pakistan al duizenden jaren wordt geoogst, zijn varianten ontwikkeld die ook in de VS kunnen gedijen en via een patent werden beschermd en gecommercialiseerd.

Volgens de Wereldbank-studie zijn de voorstellen op het vlak van intellectuele eigendomsrechten die door de Wereldhandelsorganisatie werden uitgewerkt, volledig op maat geschreven van ons deel van de wereld. Het rapport reikt echter ook ideeën aan om dit kennisreservoir te gebruiken als economische hefboom voor de regio’s zelf. Is de kennis over de kwaliteiten van de Basmati-rijst en de medicinale planten oraal van oorsprong? Laten we dat dan documenteren en publiceren, zodat anderen er met hun tengels afblijven. Of laten we, om eens uit een ander vaatje te tappen, de Afrikaanse muziek even beluisteren. Volgens experts staat deze voor een wereldwijde doorbraak van dezelfde omvang als wat met country en rock in 1950 e.v. is gebeurd. In de brain centers van de wereldwijde muziekindustrie wordt er dus al heel wat gelikkebaard. In een zestal Afrikaanse landen wordt nu naar methodes gezocht om ervoor te zorgen dat de verhoopte winsten zo- veel mogelijk terug zouden kunnen vloeien naar de lokale economie.

Samengesteld door Marcel Schoeters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content