Vanaf de landing op Zaventem volgende zondag verloopt het bezoek van George W. Bush volgens een tot in de puntjes uitgekiend veiligheidsscenario. Een overzicht.

‘Het is toch niet voor het eerst dat een president van de Ver- enigde Staten naar België komt?’ De woordvoerder van Buitenlandse Zaken probeert de heisa rond het bezoek van George W. Bush weg te wuiven. In 1985 kwam Reagan, niet eens vier jaar geleden George W. Bush. En goed een decennium geleden liep Bill Clinton, helemaal bij het begin van zijn ambtstermijn, rustig te joggen op de Louizalaan. Alleen: dat was vóór 11 september 2001. En de aanslagen op het WTC, de oorlog in Irak en het toenemende anti-Amerikanisme hebben zowel de dreiging als de Amerikaanse paranoia opgedreven.

Brussel, met al zijn Europese ministerraden, heeft best wel ervaring met het beveiligen van toppolitici. Maar een bezoek van een Amerikaanse president, zeker in combinatie met een NAVO-bijeenkomst met 26 andere staatshoofden én een ontmoeting met alle 25 Europese leiders, dat is toch nog wel andere koek. Dan mag er niets aan het toeval worden overgelaten.

Wellicht daarom heeft Washington een lijvig draaiboek uitgeschreven voor het bezoek van George W. Bush (en dat van Laura Bush en Condoleezza Rice, die de president zullen vergezellen). Het lag op de onderhandelingstafel tijdens verschillende vergaderingen in Parijs, waar leden van het Belgische crisiscentrum voor binnenlandse zaken aan tafel schoven met vertegenwoordigers van de Amerikaanse geheime diensten. Die hebben in Parijs een buitenkantoor, bemand met bommenexperts, specialisten in contraspionage en de bestrijding van sluipschutters.

Zij zijn het bezoek al maanden aan het voorbereiden. Naar aloude gewoonte kwam daarvoor een advanced team met agenten van de FBI en de CIA alle plekken in Brussel en omgeving uitkammen waar de president zal komen. Iedereen die tussen 20 en 23 februari het pad zal kruisen van de Amerikaanse president, is grondig gescreend of zal dat worden – wellicht in samenwerking met de Belgische Staatsveiligheid. Elk gebouw in de buurten die president Bush bezoekt, is doorgelicht en desnoods beveiligd met scherpschutters van de federale politie. De gevaarlijke punten op de route van de presidentiële colonne zijn in kaart gebracht, en eventuele wegenwerken werden uitgesteld. De bouwvakkers op hinderlijke werven, zoals die naast het Egmontpaleis, krijgen op 22 februari een dagje vrij om de veiligheid van de president, of die van Laura Bush of Condoleezza Rice, die een apart programma volgen, toch maar niet in het gedrang te brengen. Tijdens een van de vergaderingen zou zelfs zijn geopperd dat een muur van het Brusselse stadhuis zou moeten sneuvelen, opdat de geheime dienst een overzicht zou kunnen houden op de zaal waar Bush eventueel van een glaasje zou kunnen nippen. Dat Amerikaanse voorstel is gelukkig afgewezen.

Proefdraaien

Vorige week kon het hele beveiligingsscenario al een keertje worden uitgetest, ter gelegenheid van het bezoek van minister van Buitenlandse Zaken Rice. ‘Het gebeurt wel vaker dat iemand wordt vooruitgestuurd als een testcase voor het latere bezoek van de president’, zegt een agent. De eigenlijke beveiligingsoperatie start een halfuur voor George W. Bush zondagavond op Zaventem landt. Wanneer de Air Force One zijn landingsgestel uitklapt, gaan rond het platform de ploegen van DOVO, de ontmijningsdienst van het leger, aan de slag. Eerst zullen ze op een groot deel van de luchthaven een bomb sweeping uitvoeren, later zullen ze dat overdoen op verschillende plekken waar de president zal verblijven. ‘DOVO houdt zich in een kazerne van de federale politie paraat voor ontmijningsopdrachten gedurende het hele bezoek’ zegt kapitein Laurent Collin, de woordvoerder.

Rond dezelfde tijd zal de controletoren het luchtruim vrijmaken. ‘In de lucht wordt president Bush intussen ‘behandeld als elk ander staatshoofd’, zegt John Byron, hoofd van de Central Flow Management Unit van Eurocontrol, de verkeersleiding van het hogere luchtruim. ‘Als zijn vliegtuig vertraging zou hebben, zullen andere vliegtuigen moeten wijken.’ En een tiental minuten lang zullen de Belgische luchtverkeersleiders verhinderen dat andere toestellen landen of opstijgen in de buurt van het presidentiële vliegtuig, al was het maar omdat het anders lastig begroeten is onder het motorengeraas. Maar zodra de president met zijn gevolg van de luchthaven is weggereden, gaat het leven er gewoon weer voort zoals voorheen.

Vanaf de luchthaven zal de one minute car de presidentiële colonne voorrijden. De one minute car is een – wellicht Amerikaanse – auto die een paar minuten vóór het escorte uitrijdt om de sfeer langs de weg en bij de toeschouwers te meten. Mogelijk stuurt de ploeg zelfs beelden door naar het protectieteam. Daarna volgt het gepantserde voertuig van de president, voorafgegaan door minstens één en gevolgd door twee andere voertuigen. Zijn ‘ close protection’, zijn ‘intieme beveiligingscel’, bestaat uit lijfwachten en veiligheidsagenten. Enkelen van hen zijn Belgen, maar de kern bestaat uit Amerikanen die een tijdelijke wapenvergunning voor België hebben gekregen. Tijdens voorbereidende vergaderingen op het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn afspraken gemaakt over de taakverdeling, ‘maar daar houden de Amerikanen zich toch nooit aan’, zegt een voormalige medewerker van de Staatsveiligheid.

De lokale politie van Brussel organiseert het escorte. Het korps van de hoofdstad is verantwoordelijk voor de concrete invulling van het hele veiligheidsprogramma. Het legt onder meer de veiligheidszones vast en regelt het verkeer waar Bush voorbijkomt. De opdracht was simpel: ‘De colonne mag niet stoppen voor ze haar bestemming heeft bereikt.’ Om die opdracht te vervullen, krijgt het Brusselse korps extra personeel, gepantserde voertuigen, cavalerie en spuitwagens ter beschikking van de federale politie. Desnoods kan het ook agenten opvorderen uit aanpalende gemeenten die niet betrokken zijn bij het bezoek – via een rondzendbrief heeft de top van de federale politie precies om die reden al maanden geleden elke verlofdag geweigerd tussen 20 en 23 februari. Risicoanalyse

Waar precies in België de Amerikaanse prominenten drie nachten lang zullen logeren, daarover is er geen officiële informatie. Bepaalde bronnen nemen aan dat ze in de residentie van de ambassadeur zullen verblijven, maar de Amerikanen hebben ook 700 kamers afgehuurd in onder meer het Hilton Hotel aan de Waterloosesteenweg. Wel bekend is de officiële agenda van George W. Bush – of althans toch een deel daarvan. Maandag brengt hij een bezoek aan de koning in het paleis in Brussel, en aan eerste minister Guy Verhofstadt (VLD) in de Wetstraat 16. Beide liggen pal in de ‘beveiligde zone’ – een stukje Brussel waarvoor een overvliegverbod geldt, en dat ook op normale dagen stevig wordt bewaakt. ‘Het is geen toeval dat de bezoeken daar plaatsvinden’, zegt een veiligheidsexpert. ‘Het is veel makkelijker om dat soort plaatsen extra te beveiligen.’

George W. Bush gaat ook op bezoek bij voorzitter Jose Manuel Barroso van de Europese Commissie en bij 25 Europese leiders in het gebouw van de Europese Raad. Zijn programma vermeldt ook een ‘belangrijke toespraak’, vermoedelijk in de Concert Noble-gebouwen van de KBC. Maar die plek wilde niemand officieel bevestigen. Wellicht wordt de lakmoesproef voor de beveiliging het bezoek van Bush aan de NAVO in Evere. Daar vindt een top plaats van de staatshoofden en regeringsleiders van de 26 lidstaten. De al behoorlijk strenge veiligheid binnen het NAVO-hoofdkwartier krijgt voor de gelegenheid versterking van de Belgische militaire politie en van bewakers met honden.

Wellicht nog het indrukwekkendst zijn de middelen die ‘achter de schermen’ worden ingezet. Zo analyseren de dienst Antiterrorisme van de federale politie en de Antiterroristische Gemengde Groep (AGG) voortdurend ook alle bijkomende informatie die binnenloopt, via telefoons, persagentschappen, internet of via eigen informanten. De speurders kijken naar mogelijke dreigingen voor bomaanslagen en evalueren het risico op betogingen die de openbare orde kunnen verstoren. Alle informatie wordt permanent doorgestraald naar het crisiscentrum van Binnenlandse Zaken, en naar de bunker van waaruit de Brusselse politie de hele operatie coördineert. En wanneer het alarmlichtje zou flikkeren, is iedereen op alles voorbereid. Speciale arrestatieteams van de federale politie zitten klaar met het wapen in de aanslag: twee verbindingsofficieren op de Amerikaanse ambassade in Brussel staan voortdurend in contact met hun mensen in het veld. Het crisiscentrum van Binnenlandse Zaken is 24 uur op 24 in staat van alarm. Klaar om in te grijpen, als het moet. Want al ligt het hele scenario vast, het blijft toch enigszins vechten tegen ‘de onzichtbare vijand’. En dat leidt soms tot onvervalste paranoia: zo werden op een van de voorbije politieke topontmoetingen de obers met hun boules de Berlin manu militari uit de zaal verwijderd. Geheim agenten vreesden dat ze in plaats van poedersuiker weleens antrax op hun koeken gestrooid konden hebben.

Frank Demets en Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content