De Amerikaanse wapentransporten mogen hier te lande dan al enige politieke commotie hebben teweeggebracht, voor enkele Belgische ondernemingen, zelfs overheidsbedrijven, zit er een aardig profijtje in.

Het is weinig waarschijnlijk dat veel Belgische bedrijven straks geld zullen verdienen aan de wederopbouw van Irak. De Amerikanen zijn al begonnen aan de verdeling van het reconstructiewerk, nog vóór zij met hun raketten en bommen alle wegen, elektriciteitscentrales en regeringsgebouwen hebben vernietigd die zij hopen weer op te bouwen. Evenmin slaagde de Iraakse republikeinse wacht er al in alle oliebronnen in brand te steken die bij de Texaanse gespecialiseerde ondernemingen op het lijstje van de te blussen putten staan. De verdeling van het lucratieve werk blijft dus onder Amerikaanse vrienden. Een groffe bedoening, vinden de Duitsers en Fransen. Maar ook de aan de VS hondstrouwe Britten vrezen uit de boot te vallen.

Zelfs de Amerikaanse publieke opinie schrok van het allereerste commerciële wederopbouwcontract. De US Corps of Civil Engineers wees het herstel van de olie-installaties, een klus van nagenoeg één miljard dollar, toe aan Kellogg, Brown & Root. De bouwgroep uit het Texaanse Houston is een dochter van Halliburton. En dat was een van de grootste sponsors van de verkiezingscampagne van president George W. Bush. Sterker nog: Dick Cheney was er de baas vooraleer hij vice-president van de Verenigde Staten werd.

De ‘onbetrouwbare Belgische bondgenoten’ zullen mekaar na de oorlog dus zeker niet voor de voeten lopen in het bezette historische aardse paradijs aan de Eufraat en de Tigris, waar de gepensioneerde Amerikaanse generaal Jay Garner als een soort landvoogd zal regeren. Maar anderzijds draaien enkele Belgische ondernemingen en – hele of halve – overheidsbedrijven nu toch extra omzet dankzij de Amerikaanse strijd tegen Saddam Hoessein. Daar geven zij niet graag ruchtbaarheid aan. Hun onverwachte business is immers top secret, zo willen het hun Amerikaanse opdrachtgevers.

BUNKEREN IN ANTWERPEN

Vorige week voer in Antwerpen de Cetan Victoria uit het Vrasenedok de Schelde op, richting Koeweit. Het schip, met oorlogstuig in zijn ruim, lag achter op het politieke schema. Want premier Guy Verhofstadt (VLD) had toen al gezegd dat de Amerikaanse militaire doorvoer afgelopen was – hij was té haastig geweest, om de pacifistische groenen in zijn regering te kalmeren. Dat wist de commandant van de Cetan Victoria natuurlijk niet. Het zou hem overigens ook niets hebben kunnen schelen, net zo min als zijn klant – het Pentagon – zich iets van die Belgische politieke fijngevoeligheden aantrekt.

Havencommandant Jan Verbiest heeft in totaal een 25-tal maritieme wapentransporten geteld. Het moeten er veel meer zijn, gelooft Jan Van de Putte van Greenpeace. Zijn uitkijkposten noteerden sedert vorige herfst drukke activiteiten, niet alleen op de linkeroever, maar ook aan de rechterkant, rond het Churchilldok. Een enkele keer waren vijf schepen tegelijk Amerikaanse vrachtwagens, pantsers en helikopters aan het inladen. Het is een hele bedoening voor Antwerpen, die onder meer weegt op het bewakingsbudget van de politie. Maar geen woord van kritiek valt te horen op die prominente plaats van Antwerpen in de Amerikaanse militaire logistiek. De haven is business, en via het Havenbedrijf incasseert de stadskas. Met 25 havenafvaarten int de stad naar schatting tussen de 300.000 en de 400.000 euro aan scheepsrechten.

Bij de Hesse-Noord Natie tikt de factuur zonder twijfel hoger aan. Het Amerikaanse leger besteedt zijn transporten uit aan civiele rederijen. Nogal wat schepen die in Antwerpen aanmeerden, voeren voor de Grimaldi Lines uit Napels. De Natie verzorgt het stouwen, met Amerikaanse soldaten als dokwerker. Het is precies de legering van die militairen in het Kwartier Westakkers in Sint-Niklaas die het protest tegen de wapentransporten op gang heeft gebracht.

Hesse-Noord Natie staat in voor het bunkeren en het kraan- en kaaiwerk. Het bedrijf kreeg van de Vlaamse overheid een soepele interpretatie van de veiligheidswetgeving voor de opslag van gevaarlijke stoffen op de kaaien. Het privébedrijf heeft een traditie en ervaring met militaire transporten. Al sinds 1984 loopt het MTM-contract met het Amerikaanse leger, voor gemiddeld één bevrachting per week in vredestijd. En voor de Amerikanen maakt het niets uit dat de gefuseerde Hesse- en Noord-Natie vorig jaar in handen is gekomen van de Singapore Port Authorities.

OOSTENDE BIJ NACHT

Voor de diep in het rood sporende goederenafdeling van de NMBS leveren de militaire transporten een welgekomen extra omzet. De spoorwegmaatschappij brengt militair materieel – vooral vrachtwagens en pantservoertuigen – naar Antwerpen. Dat materieel komt van de Amerikaanse eenheden in Duitsland, die naar de Golf zijn overgevlogen. Het oorspronkelijke scenario met 160 treinen is weliswaar afgeslankt tot een 100-tal transporten, maar dat gaat wel nog altijd om duizenden spoorwegwagons. Hoeveel inkomsten de spoorwegmaatschappij aan die activiteit overhoudt, valt voor een buitenstaander niet te berekenen. Ergens in een hoekje van de spoorwegadministratie huist een celletje militaire transporten, met zwijgzame lui, zelfs voor hun collega’s. Over commerciële contracten wordt bovendien nooit gecommuniceerd. Het brengt ‘schoon geld’ op, fluisteren ze toch in de maatschappij van Karel Vinck, die zopas een nooit eerder gezien verlies heeft moeten toegeven.

Oostende staat, wat regionale luchthavens betreft, wat in het verdomhoekje. Het Antwerpse bedrijfsleven steunt met volle gewicht de luchthaven van Deurne. De Waalse overheid morst met geld, in naam van de werkgelegenheid, om Bierset te laten bloeien. En Oostende ziet een en ander met lede ogen aan. Marginale maatschappijen vliegen daar met brullende kisten de pannen van de daken van de omliggende woningen en louche ondernemingen handelen via Oostende zaakjes met Afrika af. Maar het betert. Ryanair, de Ierse super-budgetmaatschappij, heeft er vanaf 1 mei een dagelijkse vlucht op Londen-Stansted. Daarvoor had de luchthaven zelfs de naamsverandering in Ostend-Bruges Airport over.

Of de tussenlandingen van de Amerikaanse vliegtuigen, met bevoorrading voor de soldaten in de Golf, eveneens bijdragen tot de welvaart van de regionale luchthaven is minder zeker. Zo’n 200 vliegtuigen, vooral Boeings-747’s en DC-10’s, maakten ’s nachts een tussenstop. Het zijn civiele toestellen, gecharterd door het leger en dus rekent de luchthaven landingsrechten aan. Dat grote nachtlawaai kost niet meer dan pakweg 250 euro per toestel, wat een totale omzet van niet meer dan 50.000 euro betekent.

Bovendien zijn de Oostendenaars niet zeker het geld ooit te krijgen, want de Amerikanen voeren aan dat het om transporten in het kader van de NAVO gaat en die zijn vrijgesteld van luchthaventaksen. (Zo blijft het ook een zure oprisping bij Biac dat de intense militaire activiteit op Zaventem de luchthavenexploitant geen geld, maar wel veel overlast oplevert.)

Een aantal mensen van de Oostendse luchtvaartgemeenschap maakt er zich zorgen over dat de militaire transporten een té grote hap zullen nemen uit de reserve van maximaal 900 nachtvluchten per jaar. Dat kan straks schadelijk zijn voor het aantrekken van trafieken die de reputatie van de luchthaven beter ondersteunen en die blijvend zijn.

Ook de luchtverkeersleider Belgocontrol wordt van die Oostendse militaire hoogconjunctuur niet rijk. Meer geld verdienen goederenafhandelaar Aviapartner en vooral Skytanking. Tot vorig jaar was die kerosineleverancier een plaatselijk bedrijf, maar in oktober, als het ware in het vooruitzicht van de oorlog, werd het bedrijf overgenomen door Merling-Trade, een zwaardere groep die in het Verenigd Koninkrijk tal van luchthavens bedient.

Guido Despiegelaere

Voor de diep in het rood sporende goederen-afdeling van de NMBS leveren de militaire transporten een welgekomen extra omzet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content