De werkzaamheden rond een nieuw Europees verdrag gingen maandag in Brussel van start. België liet zich in weinig gunstige zin opmerken.

Omdat in 1997 in Amsterdam nogal wat knopen niet werden doorgehakt, zitten de lidstaten van de Unie sinds maandag opnieuw rond de tafel om over een nieuw Europees verdrag te praten. Vooraleer de eerste landen van Centraal- en Oost-Europa toetreden, moet de besluitvorming verder uitgewerkt worden. Ze moet in de toekomst vooral efficiënter en soepeler zijn om de toevloed van nieuwe leden te kunnen opvangen, zoniet dreigt een beslissingsinfarct. Er moet bijgevolg aan de samenstelling van de Europese Commissie, de stemverhouding in de ministerraad en de unanimiteitsregel gesleuteld worden. Het wordt een bijzonder moeilijke onderhandelingsronde omdat het deze keer niet over abstracte principes gaat, wel over concrete mandaten en machtsposities. In Amsterdam raakten de Vijftien er niet uit, maar nu zullen ze de knoop moeten doorhakken. Als er eind van dit jaar in Nice geen akkoord is, komt de uitbreiding van 2003 in het gedrang.

België heeft in deze Intergouvernementele Conferentie (IGC) een reputatie hoog te houden. In Amsterdam speelde toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CVP) een opvallende rol. Hij blokte een akkoord af waarbij er niet aan de unanimiteitsregel werd geraakt en eind vorig jaar inspireerde hij een spraakmakend rapport over de noodzakelijke institutionele veranderingen. De regering-Verhofstadt trad in zijn voetsporen en nam diverse initiatieven om de agenda van de IGC zo breed mogelijk te maken. De premier ontpopte zich als een onvermoeibaar pleitbezorger van de ‘versterkte samenwerking’. Daarmee zouden gemakkelijker samenwerkingsverbanden à la carte tussen enkele lidstaten kunnen worden afgesloten. Vorige week stond Verhofstadt nog in Rome bij premier Massimo D’Alema op de stoep om er het Belgische gedachtegoed te bepleiten.

DE SLAG OM DE AMBASSADEUR

Ondanks het ambitieuze getoeter nam België maandag bij het begin van de IGC een valse start. Het was uitgerekend met Oostenrijk het enige land dat de samenstelling van zijn delegaties nog niet bekend kon maken. Hoewel er al maanden over gepraat werd, raakte de kabinetsraad er ook vrijdag niet uit. Volgens de officiële uitleg was het wegens tijdsgebrek, maar iedereen in de regering weet beter. In de politieke delegatie waren er maandagochtend drie zekerheden: minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL), staatssecretaris Pierre Chevalier (VLD) en de directeur-generaal van de politiek Jean De Ruyt, een diplomaat van PS-signatuur. Over de vierde plaats werd nog gebakkeleid, maar allicht gaat ze naar Ecolo. Vooral de naam van europarlementslid Pierre Jonckheer werd genoemd. In de technische delegatie die het meest intensief zal vergaderen en eveneens vier leden telt, waren alleen Frans Van Daele, EU-ambassadeur en van CVP-signatuur, en Peter Moors, diplomaat en Europees adviseur van Verhofstadt zeker van hun plaats. Over de resterende zitjes werd nog slag geleverd. Zowel de SP, Agalev als de PRL menen dat ze er recht op hebben. De PRL schuift Alex Van Meeuwen, diplomaat en kabinetslid van Michel naar voren, terwijl Agalev de kandidatuur van Jan Mertens, de voormalige medewerker van vice-premier Magda Aelvoet, verdedigt. Bij de SP heerst grote onduidelijkheid. Freddy Willockx vindt dat hij een plaats in de delegatie meer dan verdient, maar kan op weinig steun van de kopstukken in zijn partij rekenen. Hun voorkeur gaat naar topdiplomaat Jan De Bock en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Eric Derycke.

Gezien het belang van de IGC en het beperkte aantal plaatsen in de delegatie werd herhaaldelijk de idee geopperd om ambassadeur Van Daele te wippen, want van CVP-signatuur. Maandagochtend gingen er opnieuw stemmen op om zo uit de impasse te raken. Zowel premier Verhofstadt als minister Michel verzetten zich evenwel, omdat ze Van Daele zeer deskundig en loyaal vinden en uiterst negatieve persreacties vrezen. Als Van Daele aan de kant wordt geschoven, gaat veel ervaring verloren. Hij is de enige die de onderhandelingen van Amsterdam van begin tot eind heeft meegemaakt. Al de anderen zijn met pensioen of op een zijspoor beland. Onder hen de even intelligente als beslagen non-conformist Franklin Dehousse.

Dat het tijdens de IGC-onderhandeling over meer dan institutionele haarkloverij gaat, onderstreepte vice-premier Laurette Onkelinx (PS) vorige vrijdag in Lissabon. Ze verklaarde toen dat België een wijziging van de verdragen wil om de EU-lidstaten die de rechten en vrijheden niet eerbiedigen, makkelijker te straffen. ‘De huidige verdragsregeling volstaat voor ons niet.’ In hoge regeringskringen was men verbaasd over deze uitspraak. ‘Het gaat hier om een individuele opinie, geen regeringsstandpunt’, aldus een lid van het kernkabinet.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content