Eind 2006 ging het OCAD, Coördinatie Orgaan voor de Dreigingsanalyse, van start. Het OCAD verzamelt en verwerkt alle inlichtingen over mogelijke aanslagen in België. Als er twee mensen zijn die weten wat er ons misschien boven het hoofd hangt, moeten het OCAD-directeur André Vandoren en zijn adjunct Luc Verheyden wel zijn.

André Vandoren en Luc Verheyden hebben allebei een gevuld palmares als het op terrorismebestrijding aankomt. Vandoren behandelde als nationaal magistraat de dossiers van de CCC, ALF en de Algerijnse GIA. Verheyden leidde jarenlang de Anti-terroristische Gemengde Groep (AGG). Nu staan ze beiden aan het hoofd van het relatief nieuwe OCAD.

‘Wij verzamelen alle uitingen van radicalisme en communiceren daarover vervolgens met het Ministerieel Comité voor Inlichtingen en Veiligheid’, zegt Luc Verheyden. ‘We zijn opgericht naar aanleiding van het plan Antiradicalisme dat in 2006 door de regering goedgekeurd is. We inventariseren alle radicale boodschappen en hun boodschappers. OCAD is zelf niet op het terrein actief, maar wordt gevoed door inlichtingendiensten, politiediensten… Vaak krijgen we vanuit verschillende diensten informatie over de extremistische activiteiten van een man of vrouw die wij dan met elkaar in verband brengen: iemand runt een website, geeft daarnaast ook toespraken en is lid van een culturele of sociale organisatie waar hij dezelfde extreme boodschap verkondigt. Wij maken onze bevindingen over aan de overheid; zij beslist of er iets moet worden ondernomen.’

Hoe zit het met de informatievergaring? Werkt een organisatie zoals de Belgische Staatsveiligheid naar behoren?

Luc VERHEYDEN: Ik denk eerlijk gezegd dat de diensten die ons van informatie voorzien redelijk goed hun materie beheersen. Ik zit in de terrorismebestrijding sinds 1982, André Vandoren heeft dat allemaal als magistraat opgevolgd. Ik ken de terrorismepreventie op mijn duimpje, André kent de repressieve kant. We hebben dus recht van spreken als we stellen dat we een heel grote evolutie doorgemaakt hebben, en dat de diensten redelijk goed werk leveren. Natuurlijk is er altijd verbetering mogelijk.

andrÉ VANDOREN: Er is nogal wat kritiek gekomen op de ter- reuralarmen die we vorig jaar afgekondigd hebben. Ik kan u verzekeren dat die terecht waren. Ik heb liever dat we achteraf kritiek krijgen, of dat we spottend bekeken worden, dan nadien te moeten concluderen: hadden we toch maar alarm geslagen. De beslissingen waren genomen op basis van verschillende bronnen. We konden niet anders doen dan reageren. Zeker na 9/11, zeker na de aanslagen in Engeland, Spanje en op andere plaatsen in de wereld.

Staat België hoog op de hitlist van terroristen?

VANDOREN: België is kwetsbaar. Niet alleen als centraal land in Europa, maar ook omdat we het NAVO-hoofdkwartier hebben en heel wat Europese instellingen huisvesten. Er is Antwerpen, met zijn haven en zijn grote Joodse populatie, de LNG-terminalin Zeebrugge… Het is wel duidelijk dat er hier een aantal attractieve terroristische doelwitten liggen.

VERHEYDEN: Elke terroristische organisatie probeert een actie te ondernemen die haar bekendheid ten goede komt. De VN trekken zich uit steeds meer conflicthaarden terug, en worden vaak vervangen door NAVO-operaties. De attractiviteit voor een aanslag in Brussel vergroot daardoor.

Hoe zit het met de internationale samenwerking tussen diensten zoals het OCAD? Vroeger speelden veel inlichtingendiensten liever soloslim. Is dat nog steeds zo?

VANDOREN: We zijn niet alleen bevoegd voor het Belgische grondgebied, maar ook voor alle Belgische belangen in het buitenland. Samenwerking met onze zusterorganisaties in het buitenland is dus gewoon een noodzaak. En dat lukt heel goed. Door de internationale dimensie die het terrorisme de laatste jaren aangenomen heeft, beseft elk land dat het probleem van de ene, morgen het probleem van de andere kan zijn.

Schrikken jullie erg van de bood-schappen die jullie verzamelen?

VERHEYDEN: Je kunt het je niet voorstellen. Ik kan u dvd’s of teksten van neonazi’s laten zien waar niets menselijks meer inzit. Maar er is natuurlijk een verschil tussen zeggen dat je niet van moslims houdt en hen ook daadwerkelijk uit de weg ruimen.

Neemt de radicalisering toe?

VERHEYDEN: De radicalisering van de samenleving gaat in golven. Ze hangt samen met onze economische welvaart.

Dus gaan we nu zware tijden tegemoet?

VANDOREN: Dat is niet uit te sluiten. Ik zeg niet dat het zo zal zijn. Ik zou ook niet onmiddellijk durven te stellen dat er nu al indicatoren zijn. Maar we moeten alert blijven. Zowel voor extreemlinks als voor extreemrechts.

VERHEYDEN: Demagogen spelen in op economische crisissen. Anti-imperialistische of extreemrechtse groeperingen spinnen garen bij recessies.

VANDOREN: Gebeurtenissen in het buitenland kunnen ook aanleiding geven tot een verhoogde agitatie. De interventie van Is- raël in Gaza heeft de gemoederen bij sommigen duidelijk verhit. De toekomst is totaal onvoorspelbaar. Ik denk niet dat er momenteel elementen zijn waaruit we kunnen afleiden dat de dreiging binnen zes maanden zal afnemen.

Dreigen er nieuwe vormen van terrorisme?

VANDOREN: Ik zou in het huidige tijdsgewricht extreemrechts zeker niet onderschatten. Neonazisme is echt aan een opmars bezig.

Moeten we ons zorgen maken over de nabije toekomst?

VANDOREN: We hebben geen signalen dat er direct iets zal gebeuren, maar ik sluit ook niet uit dat er binnen het halfuur ergens in het land een bom ontploft.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content