De NMBS moet de politiek niet de les spellen, zegt specialist Peter Roose (SP).

Sinds de overheidsbedrijven en dus ook de spoorwegen (NMBS) autonoom zijn, bezorgen zij de politieke wereld jaarlijks een ruim pakket aan statistische gegevens. Die cijfers geven een gedetailleerd beeld van de vertragingen op het net. Of ze brengen in kaart welke treinen overvol zitten. Allemaal best interessant. Als er wat mee gebeurt.

“Algemene statistieken vertellen niets over het lot van de reizigers op sommige lijnen en in sommige treinen”, zegt de jonge SP’er Peter Roose uit Veurne. “Verfijnde statistieken leren ons wel veel over systematische vertragingen of permanent overbevolkte treinen. Ze bieden de spoorwegen de kans om in te grijpen. De vraag is of ze dat doen: verlengen ze de perrons en leggen ze extra treinen of wagons in?”

Ook de parlementsleden en de bevoegde minister hebben de kans om desgewenst jaar na jaar op dezelfde spijker te slaan. Maar ze doen dat onvoldoende, vindt Roose. “We reageren als politici veel te weinig en schijnen te vergeten dat de spoorwegen met veertig miljard frank belastinggeld omgaan.”

Roose zetelde van 1995 af als plaatsvervanger van Johan Vande Lanotte in de Kamer. Eind april ruimde hij de baan, toen Vande Lanotte na zijn ontslag als minister opnieuw parlementslid werd. In korte tijd ontpopte Roose zich tot een spoorspecialist. Daarbij werd hij geholpen door de socialistische spoormensen – de topfuncties bij de NMBS worden sinds jaren tussen socialisten en christen-democraten verdeeld.

Roose meent dat de overheid met het beheerscontract te veel macht afstond. Er is niet eens een administratie die ook maar de schijn van een tegenwicht voor de NMBS kan ophouden. “De overheid mist alle expertise om dit kolossale overheidsbedrijf te controleren. Het beleid zou zelf een visie op mobiliteit moeten uitbouwen en die aan de spoorwegen opleggen. Dat kan ze niet, omdat er sinds de regionalisering van het departement Verkeer op het federale niveau geen kennis meer voorhanden is. Het is niet de overheid, maar de NMBS zelf die bepaalt wat ze in 2010 wel en niet wil doen. De staat kan alleen kijken of de spoorwegen geen commercieel project met belastinggeld betalen. Daarmee is de kous af.”

Gevolg: de spoorwegen zeggen waar ze wanneer hoeveel reizigers hopen te vervoeren. Peter Roose: “Het is niet eens zeker of de facturen die de spoorwegen voorleggen, wel kloppen. Wie zal ze tegenspreken? De controle is puur formeel. Op een parlementaire vraag antwoordde minister van Verkeer Michel Daerden (PS) dat de controle in de beste verstandhouding verloopt. Dat zegt alles. We weten niet eens of de cijfers kloppen, laat staan dat we als parlement zouden kunnen zeggen hoeveel reizigers de NMBS moet halen en wat het maximum aantal vertragingen mag zijn.”

Roose gelooft dat de politieke wereld te weinig signalen aan de spoorwegen geeft. “De overheid mist planning. Ze laat alles over aan de spoorwegen. We moeten als overheid blijven hameren op een inhaalbeweging inzake onderhoud en infrastructuur en op het capaciteitsprobleem op de Brusselse Noord-Zuidas en in de andere grote steden Antwerpen en Luik.”

Dat gebeurt dus niet. De minister doet niet meer dan goedkeuren wat de NMBS hem voorschotelt. Daarbij worden de communautaire verdeelsleutels grondig in de gaten gehouden, zowel inzake personeel als inzake investeringen. Politiek en spoormaatschappij treffen daarbij evenveel schuld, zegt Roose. “De politieke verantwoordelijken zwijgen erover en de NMBS past de wafelijzerpolitiek zo rigoreus mogelijk toe, om zeker geen verwijten te krijgen. Maar het gaat er niet over of Vlaanderen benadeeld of bevoordeeld wordt. Het gaat erover of de investeringen aansluiten bij de behoeften. En die behoeften wijzigen in de loop van de jaren.”

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content