De Europese Commissie heeft altijd zeer streng geoordeeld over begrotingstekorten bij de lidstaten. Zwaargewichten als Duitsland, Italië en Frankrijk zijn al meermaals gewaarschuwd omdat zij hun rekeningen onvoldoende onder controle houden. Hun tekorten benaderen of overschrijden de drie procent van het bruto binnenlands product. Dat gaat regelrecht in tegen het Stabiliteitspact.

Maar wegens de dreigende oorlog tegen Irak aanvaardt de Europese Unie nu dat zijn leden grotere tekorten hebben. De economie vertraagt, waardoor de fiscale inkomsten dalen en de uitgaven, onder andere voor werkloosheidsuitkeringen, stijgen. De lidstaten hebben ook rechtstreekse uitgaven voor de deelname aan de oorlog en de bescherming van de veiligheid.

Voor oorlog moeten de economische regels dus wijken. Zo ook bij de Europese Centrale Bank. Voorzitter Wim Duisenberg en zijn medebankiers verzetten zich uit angst voor inflatie (prijsstijgingen) al ruim een jaar lang tegen een versoepeling van het monetair beleid. Daarmee hinderden zij het herstel van de economie. Nu stellen ze een belangrijke daling van de rente in het vooruitzicht. Omdat de economie door de ophanden zijnde Irak-oorlog hulp nodig heeft. Maar oorlog, zoals bekend, wakkert de inflatie aan.

Het economische rijk van wijlen Aimé Desimpel staat grotendeels te koop. In moeilijke omstandigheden, want de voormalige liberale politicus bouwde veel met korte-termijnfinancieringen van (negen) banken. Die hebben zich intussen verenigd in een consortium en eisen terugbetaling.

De familieholding De Speyebeek onderhandelt over terugbetalingstermijnen en consolidatie van de schuld op langere termijn. Daarbij zullen industriële en financiële activa uit het ondoorzichtige web – een geheel van meer dan 200 ondernemingen – moeten worden geliquideerd. Waarschijnlijk pogen de erfgenamen het beursgenoteerde Remi Claeys Aluminium en het vastgoed te redden. Waarnemers vragen zich af hoe investeringen als die in het Thermae Palace in Oostende, de Wellington-renbaan, de Abdijhoeve in Oudenburg en de Vossenberg in Hooglede te gelde kunnen worden gemaakt.

Twee externe groepen werken aan een actief liquidatieplan. De beide zonen van Desimpel willen niet over een crisis praten. Het actief zou nog altijd groter zijn dan het passief.

In Genève liggen de hoofdzetels van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) op een steenworp van elkaar. Beide internationale instellingen maken zich zorgen over de tabak. De WHO ontraadt vanzelfsprekend het roken, de IAO zit in over de toekomst van de tabaksindustrie. Dat veroorzaakt evenwel geen wrevel tussen beide, want er is geen enkel verband tussen het dalende tabaksverbruik als gevolg van de anti-rookcampagnes en de dalende werkgelegenheid. Met veel minder volk produceert de tabaksindustrie veel meer sigaretten, de productietechnieken zijn spectaculair verbeterd.

Vertegenwoordigers van de regeringen, de werkgeversverenigingen en de vakbonden van de 180 lidstaten van de IAO hebben nu in Genève over de tabakssector vergaderd. De industrie boert helemaal niet goed. Naar schatting werken wereldwijd honderd miljoen mensen in de tabak, de overgrote meerderheid daarvan in de ontwikkelingslanden. De arbeidsomstandigheden zijn er meestal erbarmelijk. In Afrika, Azië en Latijns-Amerika bloeit de kinderarbeid. In India gaan de kastelozen in de tabaksteelt. Zelfs in het rijke Amerika krioelen de plantages van de onderbetaalde illegale migranten. Die werknemers zonder vakbonden – wegens verboden – slagen er niet in betere loon- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen.

Slechts één procent van het totale aantal tabakswerkers is in rijke westerse of Aziatische landen aan de slag. Hun arbeid is goed betaald en de werkomstandigheden gereglementeerd. Maar onder druk van productiviteitsverbeteringen is hun werkzekerheid zwak. Alleen bij de talrijke organisaties van de antitabakslobby groeit het aantal banen, noteert het rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie.

Samengesteld door Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content