BEESTENBOEL: DE INGEKORVEN VLEERMUIS

Dirk Draulans

De ingekorven vleermuis dankt haar naam aan een inkeping in haar oorschelpen. Ze is een van onze zeldzaamste vleermuizen.

De vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt stuurde onlangs een bericht uit met verontrustend nieuws: onderzoekers vonden in dode exemplaren en meststalen van ingekorven vleermuizen sporen van niet minder dan veertien pesticiden. Het betrof bestrijdingsmiddelen voor zowel onkruid, schimmels als insecten – zelfs het al lang verboden DDT werd aangetroffen. Niemand weet hoe gevaarlijk de cocktail is. De gevonden concentraties zouden niet dodelijk zijn, maar ze kunnen sluipende effecten veroorzaken, zoals hinder voor het zenuwstelsel of de voortplanting.

Zoals de meeste vleermuizen is ook deze soort vooral een insecteneter. Ze laat haar voeding afhangen van wat ze vindt in de buurt van waar ze vertoeft: vliegen, vlinders of – dat zijn natuurlijk geen insecten – spinnen. Ze plukt haar prooien niet uit de lucht, maar graait ze van zitplaatsen. Mogelijk vliegt ze dwars door spinnenwebben om spinnen te grijpen.

Overal waar ze komt, kan ze met giftige stoffen te maken krijgen. De ingekorven vleermuis jaagt graag in open veestallen, waar het soms bulkt van de vliegenbestrijders. Ze vliegt ook graag op de grens tussen bossen en cultuurlandschappen, waar onkruidverdelgers schering en inslag kunnen zijn. Belangrijk is dat ze misschien onze enige vleermuis is die in rust ondersteboven gaat hangen aan balken in stallen en zolders – andere soorten kruipen in holen of spleten. Zo zou ze stoffen binnenkrijgen die gebruikt worden om balken te beschermen tegen verrotting. In de balken op zomerverblijfplaatsen van de ingekorven vleermuis werden negentien pesticiden aangetroffen, waarvan er negen in de dieren werden gedetecteerd.

De ingekorven vleermuis is een van onze zeldzaamste vleermuizen – ze schurkt hier tegen de noordgrens van haar leefgebied aan. Ze overwintert in de mergelgroeven van Limburg en de forten van de Antwerpse gordel, zo ver mogelijk van de ingang, want ze heeft het graag warm. Bij haar laatste telling kwam de vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt uit op 1300 overwinterende diertjes.

In de zomer verzamelen de vrouwtjes voor hun voortplanting op warme en liefst pikdonkere zolders van kerken, kastelen of abdijen. Ze komen er in grote groepen bij elkaar om hun jong te krijgen – meestal krijgen ze er slechts één per keer. De mannetjes komen niet in de ‘kraamkamers’. Momenteel zijn er in Vlaanderen slechts zes kraamkamers van ingekorven vleermuizen bekend, waar bij de laatste telling ongeveer 1500 diertjes werden aangetroffen, moeders en jongen samengeteld. De grootste kolonie telde meer dan 500 diertjes, die dicht bij elkaar hingen, als een tros.

Het is van het grootste belang dat de kraamkamers niet verstoord worden, want in de commotie kunnen moeders hun jong verliezen, en een tweede kans is er niet. De paring gebeurt namelijk voor de winter. Bizar is dat het begin van de zwangerschap wordt uitgesteld tot in de lente, wat bij meer vleermuizensoorten de regel is. Zo vermijden ze energieverbruik voor de ontwikkeling van het jong in het winterseizoen, wanneer vleermuizen zelden eten.

De ingekorven vleermuis is niet de enige vleermuizensoort in Vlaanderen die problemen heeft: twee derde van onze vleermuizen is min of meer ernstig bedreigd. Daarom heeft de overheid een soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen gelanceerd. Een betere bescherming van de Antwerpse fortengordel is er een speerpunt van.

Door Dirk Draulans

Ingekorven vleermuizen paren voor de winter, maar het begin van de zwangerschap wordt uitgesteld tot in de lente.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content