Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Verenigde Naties zijn een uit golfplaten opgetrokken rommelhok, de Verenigde Staten een in gewapend beton gegoten bunker. Ziedaar de controversiële stelling waarmee onze chef-Wetstraat half februari miljoenen vredesbetogers en de voltallige Belgische regering een trap tegen hun delicate delen verkocht. Plus de Knack van die week. ‘The Star Spangled Banner shall yet wave, over the land of the free and the home of the brave’, besloot Van Cauwelaert, die het vermogen bezit ingewikkelde gedachten eenvoudig over te brengen.

Tegelijkertijd nuanceerde hij de uitspraak van onze chef-buitenland Sus van Elzen. Die had in De Journalist verklaard dat Knack voor de vrede is. En dat we wel zouden zien hoe wij over een eventuele oorlog zouden berichten. ‘Men moet de problemen niet oplossen voor ze zich stellen’, stelde Sus.

‘Wij zijn helemaal niet voor de vrede’, schreeuwde een woedende Van Cauwelaert toen hij het bewuste artikel onder ogen kreeg. ‘Wij zijn voor de loop van het geweer. En als gij wél voor de vrede zijt, dan kan ik niet zeggen dat ge in twintig jaar Midden-Oostenverslaggeving veel succes hebt geboekt.’

Onze directeur-hoofdredacteur weet waarover hij spreekt. Als jongeman heeft hij zelf in dienst van de NAVO aan grote militaire operaties deelgenomen. Men ziet het Bart Sturtewagen of Yves Desmet node doen. Misschien gelooft u het niet, maar Rik Van Cauwelaert heeft ooit met een Apache-gevechtshelikopter boven het Poolgebied gecirkeld. In het kader van de akkoorden van Helsinki toonde hij daar aan een paar enthousiaste Russen hoe je in het donker een vijandelijke tank moet uitschakelen. ‘Dat doet ge zo’, siste Van Cauwelaert, en nadat hij op een klein geel knopje had gedrukt, spatte op de begane grond een Belgische Leopard in duizend stukken uit elkaar. Een kwartier vroeger dan in het oefenschema was voorzien, zodat de bemanning helaas niet de kans had gekregen om tijdig het voertuig te verlaten.

Onze chef-Wetstraat trakteerde de Russen daarna op een extraatje. Met één hand sturend, ging hij buitenboord hangen en schoot met een 30-millimeterkanon vijf kleine zeehondjes, die beneden in een wak aan het zwemmen waren, omver. Na dit schokkende incident besloot de militaire leiding in Casteau om deze bloeddorstige bruut uit de geallieerde strijdkrachten te verwijderen. De trefzekerheid van de NAVO-troepen is er sindsdien niet op verbeterd. Wie per ongeluk de Chinese ambassade in Belgrado van de kaart blaast, kan beter eerst nog wat oefenen op de kermis. Onze chef-Wetstraat van zijn kant kan zijn agressie intussen kwijt in ‘Van de redactie’, de wekelijkse slag in het gezicht van vredesactivisten en mensen met ecologische bekommernissen.

Ze mogen in Irak van geluk spreken dat zijn verantwoordelijkheden op de redactie hem niet toelaten voor langere tijd naar het buitenland te vertrekken. Hopelijk voor hen geldt datzelfde voor Mia Doornaert van De Standaard, een andere gemotiveerde pleitbezorger van het gewapend atlantisme. Mia zou liefst staande in een open geschutskoepel aan het hoofd van een colonne tanks Bagdad binnendaveren. Om ze daar met behulp van chewing gum en een paar dozen Zippo’s eens duidelijk te maken waar alle heil vandaan komt. En dat is in de ogen van Mia niet van Allah.

Van Rudi Vranckx raken ze in elk geval níét verlost, de Irakezen. Gaat nu proberen via Koeweit binnen te dringen, ook al heeft hij met zijn infantiele reeks ‘Op weg naar Bagdad’ het hele voorjaarsbudget van de VRT-nieuwsdienst erdoor gejaagd. Vorig jaar maakte hij in enkele weken tijd het hele jaarbudget op, door in de straten van Jeruzalem en Ramallah voor de voeten van Johan Depoortere te gaan lopen. Nadien moesten beiden in De Laatste Show toegeven dat ze in die periode nooit contact met elkaar hadden gezocht.

Depoortere en Vranckx spreken niet meer met elkaar sinds 1989, toen Vranckx voor het Journaal en Depoortere voor Panorama naar Roemenië werden gezonden. Depoortere, die via zijn Russische vrienden een lange lijst met interessante contactpersonen had samengesteld, had Vranckx toevertrouwd wie hij allemaal ging interviewen. Toen hij een week later in Brussel terugkwam met veertig uur interview op tape, vernam hij dat al zijn gesprekspartners al door Vranckx in het Journaal waren opgevoerd. Zijn reportage in Panorama werd vervangen door iets van Xavier Waterloos, tot overmaat van ramp op diens typische wijze ingelezen. Ze hebben Depoortere met zeven man moeten tegenhouden.

‘If you can’t take the heat, stay out of the kitchen’, liet Vranckx vorige maand stoer weten in het mediatijdschrift Scoop, dat een volledig nummer aan oorlogsverslaggeving wijdde. Daarin prees Jef Lambrecht de oorlog als het enige domein van de politiek waarin een journalist nog vrij en zonder druk van bovenaf kan werken. ‘De oorlog geeft mij een vrijheid die ik anders niet zou hebben’, poneerde Jef, die bij de vorige Golfoorlog inderdaad zes maanden in een luxueus hotel in Amman heeft gelogeerd.

‘Om contact te houden met de plaatselijke bevolking zijn er speciale technieken’, verklapte Jef een van de grote geheimen van de oorlogsjournalistiek. ‘Als je bijvoorbeeld in Pakistan of Afghanistan door de taal geen woord verstaat van wat de lokale bewoners zeggen, kan je altijd op zoek gaan naar plaatsen in de stad waar mensen zijn die Engels of Duits kennen.’ Zo simpel is het dus. Rudi Vranckx huurt voor twee maanden een tolk, waardoor er nadien geen geld meer is voor een reporter.

Nu de tip van Vranckx: ‘Als je aan de deur zit en je hebt een kogelvrij vest, leg die dan tegen de deur. Dan ben je extra beschermd.’ Iemand enig idee wat dit zou kunnen betekenen?

Die jongen meent het niet slecht, horen wij u vergoelijkend roepen. Doe ons niet lachen. Vranckx heeft maar één drijfveer: indruk maken op zijn vrouwelijke collega’s. Al lukt dat niet bij iedereen. Zo sloot Phara De Aguirre een interview met Rudi in Bagdad als volgt af: ‘Benieuwd of we je morgen nog terugzien.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content