De komende drie weken transformeert Avignon weer in één groot podium, maar een must is het niet, zegt oud-theaterrecensent Wim Van Gansbeke.

Jan Fabre is dit jaar curator van het Festival d’Avignon en dat heeft zo zijn gevolgen voor de programmering. Jan Decorte maakt zijn comeback en staat voor het eerst in zijn carrière in Avignon, maar verder zijn er ook Wim Vandekeybus, Jan Lauwers, Arne Sierens en andere Vlamingen. En dus geldt deze keer nog veel meer wat Van Gansbeke altijd al heeft gezegd: ‘Avignon is geen unieke gelegenheid. Alle belangrijke producties kun je de komende winter in Antwerpen, Gent of Brussel gaan bekijken.’

Van Gansbeke woont al vijf jaar in een oud stationnetje in het Zuid-Franse Mauzac, maar ook dit jaar zal Vlaanderens meest gevreesde criticus van weleer de oversteek naar Avignon niet maken. ‘In 1982 ben ik een keer gegaan omdat de krant het me vroeg. Dat was voldoende om vast te stellen dat ik al die jaren niets gemist had. Alleen voor programmatoren kan het nuttig zijn omdat ze op die manier alles in één keer kunnen bekijken, zonder dat ze heel Europa moeten afreizen.’

Hoewel er naast het officiële programma allerlei voorstellingen en straatshows te zien zijn, maakt de organisatie er geen geheim van dat ze vooral op die professionelen mikt, of toch op degenen die ‘hartstochtelijk verliefd zijn op het theater’. Avignon zou hun jaarlijkse rendez-vous moeten zijn, ‘waar contacten worden gelegd, waar plaats is voor reflectie én waar cultuur-politieke beslissingen worden genomen’.

‘Dertig jaar geleden was dat het geval’, zegt Van Gansbeke. ‘Maar met de nieuwe vormen van communicatie hoeft dat eigenlijk niet meer. Producties trekken ook veel meer op tournee dan indertijd, waardoor Avignon niet meer het alleenrecht heeft op een stand van zaken van de internationale avant-garde. Ik denk dat de organisatoren versteld zouden staan van het kleine percentage bezoekers dat expliciet naar Avignon afreist voor een voorstelling. Het merendeel van de toeschouwers zijn toeristen die daar toevallig in de buurt zijn.’

Waar niet meer naast te kijken valt, is de groeiende internationale dimensie van het programma. ‘Vroeger drukte Frankrijk veel meer zijn stempel op Avignon’, herinnert Van Gansbeke zich. ‘Een gevolg van de ongeneeslijke kwaal die chauvinisme heet. Begin juni kon je hier op geen enkel moment van de dag een televisie aanzetten zonder dat er een rood terrein met witte lijnen op het scherm verscheen, maar een maand later is er behalve op een betaalzender geen sprake van Wimbledon. ‘Gelukkig stelt het Festival van Avignon sinds 2004 elk jaar een andere curator aan. En zoals Jan Fabre dit jaar, komt die ook de komende jaren uit het buitenland.’

H.C.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content