Balkankenner Raymond Detrez schreef een boek over de Joegoslavische crisis. Waarom verkruimelden de federale staat en Bosnië ?

DE GESCHIEDENIS van Joegoslavië houdt Raymond Detrez bezig. Hij boog er zich al over in ?De Balkan. Van burenruzie tot burgeroorlog? (1992) en nu verscheen van hem ?De sloop van Joegoslavië. Relaas van een boedelscheiding?. Daarin zoekt hij historische en politicologische verklaringen voor de crisis in ex-Joegoslavië. Detrez is producer bij de BRTN (Radio 3) en docent geschiedenis van de Balkan aan de KU Leuven.

Hij schrijft met bewondering over het federale systeem in voormalig Joegoslavië.

RAYMOND DETREZ : Ik heb de nadruk gelegd op dat systeem omdat een federale staat meestal een goede oplossing is voor etnische problemen. Je kon veel kritiek hebben op het Joegoslavische model, op de communistische aspecten van het regime, maar de federale organisatie zat goed in elkaar. Ze gaf maximale culturele rechten aan de kleinste groepen die daar leefden, ook aan de zigeuners.

Kon de federale grondwet zonder de communistische aspecten ervan standhouden ?

DETREZ : Ik denk het wel. Het Joegoslavische systeem omvatte drie luiken. De niet-gebondenheid was zeer belangrijk, ook omdat ze een hele tijd bijdroeg tot het voortbestaan van het land. Er was het arbeiderszelfbestuur, dat niet zo goed functioneerde. En dan had je het minderhedenbeleid dat best had kunnen overleven, mocht de omschakeling naar markteconomie en parlementaire spelregels vlotter zijn verlopen. Die overgang zette de federatie onder zeer zware druk. Want de deelstaten gingen hun eigen economische belangen behartigen. En de politieke elites grepen naar het nationalisme in de vrije deelstaatverkiezingen. Het federale systeem overleefde die pressie niet. Het stond trouwens ook onder druk als gevolg van de botsing tussen het rijke noorden en het arme zuiden van het land, die al tot uiting kwam in de economische crisis van de jaren zeventig. De rijke deelstaten dachten dat ze te veel moesten afdragen en de arme dat ze te weinig kregen.

Na de dood van president Tito, in 1980, liep het al mis. Het hele federale systeem en het voortbestaan van Joegoslavië leken gekoppeld aan de persoon van de leider.

DETREZ : Mocht hij hebben voortgeleefd, zou Joegoslavië waarschijnlijk toch zijn gesloopt. Hoe belangrijk de figuur van Tito ook was, de internationale constellatie en de interne dynamiek van het Joegoslavische federale systeem zouden belangrijker zijn gebleken dan zijn figuur. Een jaar na Tito’s dood kreeg het federale systeem wel een fatale slag door de eis van de autonome Servische provincie Kosovo om deelrepubliek te worden. Dat was onaanvaardbaar voor de Serviërs en de andere volken in Joegoslavië. Hij bracht de hele constructie in het gedrang.

De Serviërs vonden dat de grondwet van 1974 hen al in vele opzichten tekort deed. Ten eerste woonden de Serviërs gespreid over drie of vier deelstaten. Dat was nadelig want vanuit hun nationalistisch perspectief moest het hele volk binnen de grenzen van één staat kunnen leven. De Joegoslavische grondwet hield de Serviërs ook zwak, om het federale systeem te laten functioneren. Onder een Servische dominantie zou dat onmogelijk zijn geweest.

De Serviërs vonden zich als grootste volk te weinig aan hun trekken komen. De twee miljoen Slovenen hadden in de federale bestuursinstellingen immers evenveel te zeggen als de zes miljoen Serviërs. Het hele systeem hing aan elkaar van de compromissen.

Eind de jaren tachtig rees de ster van Slobodan Milosevic, die president werd van Servië. Hij organiseerde demonstraties tegen de besturen van de autonome Servische provincies Kosovo en Vojvodina en van de deelrepubliek Montenegro, die omvergeworpen worden. De kiem van het geweld was toen al te zien.

DETREZ : Op dat moment was nog niet zo duidelijk waar Milosevic heen wou. Hij noemde die demonstraties antibureaucratische revoluties. De oude, verstarde en vaak corrupte Tito-garnituur verving hij door vernieuwers uit zijn eigen omgeving. Ze vallen te vergelijken met de neocommunisten in andere Oost-Europese staten. Geen communisten meer, maar ook geen neoliberalen. Mensen die hervormingen wensten, een vrije markt en een parlementair systeem, maar tegelijk poogden hun machtsposities te handhaven. In heel Joegoslavië, zelfs in Slovenië, was er in het begin veel waardering voor het optreden van Milosevic. Zijn antibureaucratische ingrepen, waarbij nieuwe mensen aan de macht kwamen, werden niet helemaal afgewezen.

Waarom brak in 1991 oorlog uit ?

DETREZ : Wanneer zo’n federaal systeem uit elkaar valt en nieuwe, etnische natiestaten ontstaan, rijst het grensvraagstuk. Veel Serviërs leefden buiten Servië, Kroaten buiten Kroatië en volksalbanezen buiten Kosovo. De nieuwe staatsgrenzen en de etnische grenzen vielen niet samen. Daardoor viel later ook Bosnië uiteen. Servië en Kroatië wilden Bosnië-Hercegovina verdelen, om de gebieden waar respectievelijk Serviërs en Kroaten woonden bij hun eigen staat te voegen. Eventueel zou een ministaatje voor Moslims overblijven. De oorlog deelde Bosnië de facto in tweeën. Dat had ook aan de conferentietafel gekund, zonder oorlog. De Moslims zouden geprotesteerd hebben, maar ze hadden kunnen gedwongen worden tot een compromis.

Wat is er inmiddels gebeurd ? De internationale gemeenschap erkende Bosnië als onafhankelijke staat, maar liet na die staat te beschermen. Ik weet niet of men daartoe ooit in staat zou zijn geweest, maar als je niets wil of kan doen, heeft het weinig zin om een staat te erkennen die van binnenuit en van buitenuit bedreigd wordt. Men had beter ingestemd met de opdeling van Bosnië, plus een maximale bescherming van de Moslim-bevolking.

Als Joegoslavië uiteenviel, moest Bosnië wel uiteenvallen.

DETREZ : Bosnië bestond bij de gratie van Joegoslavië. Het was de sluitsteen van de federale evenwichten. Slovenië was daarin niet zo belangrijk, maar zodra Kroatië zich afscheidde, waren de evenwichten fataal verstoord en maakte Bosnië geen kans meer. Daarom drongen president Alija Izetbegovic en andere Bosnische politici aan om Joegoslavië te redden. Izetbegovic voerde een tamelijk domme politiek. Hij wou Bosnië redden en was bereid om daartoe veel Bosniërs op te offeren.

Bezorgde het vredesakkoord van eind ’95 Bosnië een zeker evenwicht ?

DETREZ : Neen, we zijn op weg naar een nieuw evenwicht. De Amerikanen hebben het vredesverdrag van Dayton erdoor gedrukt toen alle strijdende partijen niets liever vroegen. De Serviërs en Kroaten hadden het grondgebied dat ze wensten en waren de oorlog beu. Dayton wou twee entiteiten, een zwakke centrale regering en het behoud van de territoriale integriteit van Bosnië, wat dat ook mag voorstellen.

Het probleem is dat Bosnië nog niet helemaal is opgedeeld. Dayton bevroor de situatie in een soort overgangsfase. In de Servische Republiek (één van de twee ?entiteiten? in Bosnië) zijn er niet zoveel problemen meer. De bevolking is er vrijwel homogeen Servisch. In het voorjaar van 1994 bezegelden de akkoorden van Washington echter het Moslim-Kroatische bondgenootschap. Die planden een federatie waarin Kroaten en Moslims, of Bosnjakken, samenleven (de andere entiteit). Maar de Kroaten dromen van een homogeen Kroatisch territorium met dezelfde autonomie als de Servische Republiek. De VS zetten president Franjo Tudjman van Kroatië nu onder druk om de Moslim-Kroatische Federatie in stand te houden. Maar Bosnische Kroaten, die veel minder rekening houden met de internationale gemeenschap dan Tudjman, proberen de Federatie te saboteren. De Federatie is het zwakke punt van Dayton. Als het Kroatische deel van de Federatie echt autonomie verwerft, blijft er voor de Moslims een staatje in Centraal-Bosnië over, dat om economische en andere redenen aangewezen is om in een federaal of confederaal verband met Kroatië te treden.

In Sandzak, een gebied in Servië, wonen driehonderdduizend Moslims.

DETREZ : Begin de jaren negentig bestond daar een sterke autonomiebeweging. De Moslims wilden zich losmaken van Servië en aansluiten bij Bosnië. Dat is niet doorgegaan. Maar de Moslims uit Sandzak kregen wel een grote, radicaliserende invloed op de regering in Sarajevo. De ?fundamentalisten? komen uit Sandzak. De radicaalste Kroaten rond Tudjman komen overigens niet uit Kroatië, maar uit Hercegovina. Terwijl de extreemste Serviërs uit Montenegro afkomstig zijn.

In het begin stonden de Moslims achter het behoud van Joegoslavië. Daarna waren ze bereid om van Bosnië een min of meer civiele staat te maken, waarin ze met Serviërs en Kroaten zouden samenleven. Maar toen bleek dat die twee volksgroepen daar niet van wilden weten, manifesteerden ze zich meer en meer als moslims en zijn ze Bosnië beginnen beschouwen als hun staat. Daar treedt nu geen fundamentalistisch, maar een islamitisch klerikalisme op de voorgrond. De scholen geven religieus onderwijs, bij plechtigheden treden geestelijken op. Het fenomeen doet zich ook voor in Kroatië, waar de katholieke kerk zeer grote invloed heeft. Maar dat wordt als minder verontrustend ervaren. In Servië is het gewicht van de orthodoxe kerk overigens ook erg groot.

Dat moslimklerikalisme hoeft niet duurzaam te zijn.

DETREZ : Veel hangt af van wat er in de toekomst zal gebeuren. Islamitische landen, vooral Iran en Saudi-Arabië, proberen invloed te verwerven in Bosnië. Saudi-Arabië bouwde een groot cultureel centrum in het hart van Sarajevo. Op de opening ervan zag ik veel Iranezen, je vond er boeken in het Perzisch. Hoewel de Bosnische Moslims daarop of op de foto’s van de ayatollah en zijn opvolgers niet zitten te wachten.

Saudi-Arabië levert vooral humanitaire hulp. Er rijden vrachtwagens met het opschrift ?Saudi-Arabië helpt Bosnië?. Maar de Duitse hulp aan Kroatië werkt niet anders. Laten we ons hoeden voor paranoia tegenover alles wat islamitisch is. Dat de mensen nu meer de moskee bezoeken, is niet verontrustend. Maar als een staat zich zo gaat identificeren met de islam haken andersgezinden af. Het Bosnisch (voorheen Servokroatisch) is nu ook een aparte taal geworden. Daarin worden artificieel oude Turkse en Arabische woorden opgenomen die in onbruik raakten. Wie die woorden gebruikt, geeft blijk van loyaliteit tegenover de natie. De Moslims voeren een antiproductieve politiek, als ze tenminste willen dat Bosnië een civiele staat wordt waarin de drie gemeenschappen kunnen samenleven.

Welke rol speelde het Joegoslavische leger in de crisis van de afgelopen vijf jaar ?

DETREZ : Het Joegoslavische leger was begin de jaren negentig gerechtigd op te treden tegen het separatisme. Tegelijk bestonden in alle deelstaten Territoriale Verdedigingseenheden, die stoelden op de principes van de partizanenstrijd. Het waren guerrillastrijdkrachten voor het geval dat een vreemde inval het Joegoslavisch leger (JNA) zou uitschakelen. De Territoriale Verdedigingseenheden werkten nauw samen met het JNA. Maar ze hingen af van de deelstaatbesturen, konden dus makkelijk omgevormd worden tot nationale legers van de deelstaten. Wat begin de jaren negentig gebeurde in Slovenië en Kroatië. Toen die deelstaten onafhankelijk werden, veranderde het JNA plots van een legitiem aanwezig leger in een bezettingsleger. In Bosnië deed president Izetbegovic aanvankelijk vaak een beroep op het JNA. De bevolking droeg er dat leger op handen. Maar bij de onafhankelijkheid werd het een bezettingsmacht.

Voor het conflict uitbrak, waarschuwde de legerleiding geregeld voor het Servische nationalisme, omdat dit bijdroeg tot de desintegratie van Joegoslavië. De Servische oververtegenwoordiging in het JNA had in de loop van jaren plaatsgemaakt voor evenredige vertegenwoordiging van de volkeren. De top bestond uit een Serviër, een Sloveen en een Kroaat. Het JNA verdedigde de Joegoslavische federale republiek. Zijn inval in Slovenië (1991) gebeurde, bijvoorbeeld, op eigen initiatief. President Milosevic van Servië liet het daar afgaan, om het prestige te ontnemen en om het daarna naar zijn hand te zetten. De Serviërs streefden een Groot-Servië na en het JNA het behoud van Joegoslavië. Die twee belangen vielen deels samen.

Bij de onafhankelijkheid van hun deelstaat begonnen Kroatische en Sloveense militairen uit het leger te deserteren, zodat het een hoofdzakelijk Servische strijdmacht werd. Het was op zoek naar een nieuwe werkgever en het vond die in het nieuwe mini-Joegoslavië.

U heeft het in uw boek over het civiele Joegoslavië.

DETREZ : Daarmee bedoel ik diegenen die zich bij volkstellingen als Joegoslaaf lieten registreren en aan hun etnische afkomst geen belang hechtten of er niet wijs uit raakten. Vanaf de jaren negentig vormden zich overal civiele partijen : burgerlijke partijen, ex-communisten, allerlei groepen die pleitten voor een civiele samenleving. Bij het uitbreken van het conflict verloren ze hun geringe invloed. Ze deden het slecht in de verkiezingen. Daarom praatten buitenlandse onderhandelaars niet met hen. Een vergissing, want uit enquêtes uit de jaren negentig blijkt dat velen in Slovenië en Kroatië gewonnen waren voor het behoud van Joegoslavië. Het succes van het nationalisme had alles te maken met de economische en constitutionele crisis.

De democratie schiet niet echt wortel in de nieuwe republieken.

DETREZ : Democratie is er niet zo goed bekend. Wat vooral ontbreekt, is eenloyale oppositie. Democratie wordt beschouwd als een middel om aan de macht te komen en dan de tegenstander of de oppositie uit te schakelen. Binnen de oppositie wordt elk compromis met de regering beschouwd als verraad. Zelfs in Slovenië, dat het meest de westerse norm benadert, bekleden vele ex-communisten belangrijke functies in de economie, in het maatschappelijke leven en in de pers. Misschien niet eens zo een slechte zaak, omdat het mensen zijn met ervaring en omdat van alle communistische landen Joegoslavië het liberaalste was. Het was een verlichte despotie. Maar voor niet-communisten zitten die ex-communisten in de weg. Dus proberen ze hen te diskwalificeren, te compromitteren.

De partijen die aan de macht zijn, gedragen zich zoals vroeger de communisten. Ze monopoliseren de macht en de media, manipuleren bij verkiezingen. Een autoritair ingestelde generatie voedt jonge mensen op. Erg snel zal de democratisering dus niet verlopen.

Piet de Moor

?De sloop van Joegoslavië. Relaas van een boedelscheiding.?, Uitgeverij Hadewijch, BRTN-VAR, 339 p., 890 fr.

Raymond Detrez : Een gedeeld Bosnië met maximale rechten voor de Moslims was beter geweest dan een oorlog die uitmondde in een feitelijke deling.

Het leger trad legitiem op tegen afscheiding, maar werd bij een onafhankelijkheidsverklaring een bezettingsmacht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content