Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Mijnheer Vermeersch, nu de Raad van State het KB over de regularisatie van mensen zonder papieren opschort, maakt de regering opnieuw een slechte beurt.

Etienne Vermeersch: Mijns inziens kan men artikel 10 van de wet van 15 december 1980 zo interpreteren dat het probleem toch met een KB, maar dan een beter, kan worden geregeld. Maar het blijft hoe dan ook het beste om het met een wet te doen. Bij dat alles moet men bedenken dat deze regering kort voor de vakantie gevormd is, terwijl het land in volledioxinecrisis verkeerde. Dat heeft de aandacht afgeleid van de asielzoekers, hoewel de opvangcentra op dat moment al met een overbezetting kampten. De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne heeft van meet af aan een prioriteit gemaakt van het asielbeleid. Hij heeft een ruime consultatieronde gehouden en heeft uit dat overleg een tienpuntenplan gedistilleerd dat volgens mij interessante ideeën bevatte. Het heeft tot na de vakantie geduurd voor hij dit aan de rest van de regering heeft kunnen voorleggen, en ik vermoed dat zijn voorstel daar tot zware discussies heeft geleid.

De regering stond onder een dubbele druk. Aan de ene kant van de steeds sterkere aangroei van vluchtelingen, vooral Kosovaren en Slovaakse zigeuners. Aan de andere kant van Ecolo en Agalev, die een algemene regularisatieprocedure voor mensen zonder papieren eisten. In die omstandigheden is de regering wat overhaast te werk gegaan. Ik vind bijvoorbeeld de termijn van drie weken om een dossier in te dienen, erg krap. En de manier waarop de eerste Slovaakse zigeuners het land zijn uitgezet, was verward. Misschien heeft men die mensen ook niet correct geïnformeerd. Maar ondanks die negatieve punten steun ik toch het idee om op basis van objectieve criteria een algemene regularisering door te voeren. Met als duidelijk signaal dat daarna de procedures streng zullen worden toegepast, ook tegen wie wordt afgewezen.

Verwarring wordt een kwalijk kenmerk van deze regering.

Vermeersch: In een paar gevallen was het een bijna onvermijdbaar gevolg van het Belgische systeem, waarbij politieke kabinetten de uitvoering van het beleid dragen en weinig overlaten aan de administratie. Een minister die op een nieuw departement belandt, wordt vaak geconfronteerd met een leegte. De vroegere kabinetsleden, die hun weg door de ambtenarij kenden en de actuele dossiers beheersten, zijn vertrokken. In hun plaats komen nieuwelingen die de eerste weken verloren lopen. Als je tijdens die inrijperiode dringende en ingewikkelde materies als de dioxinecrisis en het vluchtelingenprobleem moet oplossen, zijn fouten bijna onafwendbaar.

Vindt u het normaal dat men begint met de uitwijzing van Slovaken?

Vermeersch: Ik was voorzitter van de commissie die aanbevelingen heeft geformuleerd voor de uitwijzingen. Wij hebben in een ethische verantwoording gevraagd dat men ook om bredere humanitaire redenen iemand het statuut van vluchteling zou kunnen toekennen. In een van de voorbeelden hadden we het over beweringen dat Slovaakse zigeuners te lijden hebben van aanvallen door skinheads. Ik weet niet of men die beweringen intussen nader onderzocht heeft. Maar na die expliciete waarschuwing, vond ik het jammer dat precies de Slovaakse zigeuners als eersten werden aangepakt. Al begrijp ik de druk die van hun toenemende aanwezigheid uitgaat.

Ecolo dreigt uit de regering te stappen als er nog Slovaakse zigeuners op het vliegtuig worden gezet.

Vermeersch: Niemand kan onbewogen blijven bij het leed van elk geval afzonderlijk. Wie een hart in zijn lijf heeft, vindt het schrijnend dat kinderen die hier Nederlands begonnen te leren, naar school gingen en een toekomst hoopten uit te bouwen, zomaar worden weggestuurd. En die mensen vertrekken uiteraard niet “vrijwillig”, zoals het in de officiële formulering heet. In het beste geval gaan ze gelaten terug, zonder uiterlijk verzet. Uitwijzingen zijn in wezen pijnlijk, maar sommigen weigeren onder ogen te zien dat wij ons medegevoel, hoe legitiem ook, niet kunnen omzetten in een politiek die in feite op “open grenzen” zou neerkomen. Als we deze Slovaken laten blijven, zou dat onmiddellijk een enorme zuigkracht uitoefenen op de andere zigeuners uit Oost-Europa. Als ze zich hier mogen vestigen, sociale voordelen genieten, en onderdak en onderwijs krijgen, zouden ze gek zijn om niet te komen. Het onafwendbare gevolg van al te soepel asiel is een toevloed van buitenlanders die we niet meer aankunnen. Het is makkelijk om moreel verontwaardigd te zijn over het uitwijzen van medemensen, als je niet bereid bent de consequenties van het niet-uitwijzen echt onder ogen te zien.

Stefaan De Clerck is de nieuwe voorzitter van de CVP. Kan hij die partij weer op het juiste spoor zetten?

Vermeersch: Ik zou hem de raad geven een uitstekende perschef te kiezen, die al zijn verklaringen vooraf beoordeelt en zo nodig bijschaaft. Want als voorzitter van de grootste oppositiepartij zal De Clerck om de haverklap zijn mening moeten geven. Niet uit eigen naam, maar uit naam van de partij. En dat vraagt voorzichtigheid, zeker als je zoals De Clerck gewoon bent om nogal spontaan te reageren. Als hij dat niet onder controle houdt, krijgt hij moeilijkheden.

Welke inhoudelijke lijn moet de CVP volgen?

Vermeersch: Daarover moeten de leden zich grondig bezinnen, en De Clerck zou het best een denktank rondom zich scharen. De drie grote traditionele partijen worstelen met hetzelfde fenomeen. Vroeger was er een sterke overeenkomst tussen hun doctrine en de belangen van hun kiezers. De idealen van de socialistische partij liepen gelijk met de belangen van de arbeiders. Die van de liberale met de belangen van burgerij, ondernemers en middenstand. De doelstellingen van de CVP dienden de belangen van katholieke kiezers. Die band is verdwenen, omdat die opdeling van het kiezerspubliek is weggevallen. Er zijn gemeenschappelijke attitudes gegroeid waarbij dezelfde consumptiebehoeften, en daarnaast de eisen voor veiligheid en gezondheid, centraal staan. Vandaar dat alle partijen naar het centrum opschuiven. De enige electoraal belangrijke fractie die daarbuiten staat, is extreem-rechts, dat de diverse vormen van wrevel bij bepaalde groepen aanzuigt. Dat is een nieuwe polarisatie waarmee de traditionele partijen zich geen raad weten. Het is een opdeling tussen degenen die met een enigszins gematigde consumptiehouding kunnen leven, en degenen die een radicale, meestal op afwijzing gebaseerde stellingname kiezen. Dat is ook duidelijk tot uiting gekomen bij de verkiezingen in Oostenrijk: de grote twee van vroeger hebben hetzelfde centrum-kiezerspubliek, en extreem-rechts gaat aan de haal met de stemmen van wie agressieve maatregelen wil tegen onveiligheid en vreemdelingen, die aan elkaar worden gekoppeld.

Vindt u dat mensen het recht hebben om te willen leven tussen hun eigen ras-, cultuur- of religiegenoten?

Vermeersch: Vooreerst denk ik dat de meeste mensen spontaan veeleer tolerant zijn voor vreemdelingen. Ook voor hoe ze privé leven, welke taal ze onderling spreken, wat hun godsdienst is en zo meer. Maar het schoentje begint te wringen als het aantal vreemdelingen of migranten zozeer groeit, dat de indruk ontstaat dat ze bepaalde gebieden bezetten en er hun eigen cultuur of religie sterk prononceren. Ik denk niet dat de gemiddelde Belg er iets op tegen heeft dat moslimvrouwen of -meisjes gesluierd over straat lopen. Maar hij wordt kregelig als ze dat als recht opeisen in een school of een bedrijf, indien dat daar indruist tegen de algemene voorschriften waaraan iedereen zich moet houden. Of je dat ethisch verantwoord vindt of niet, vreemdelingen worden minder geaccepteerd als de indruk ontstaat dat ze hun gewoontes gaan opdringen. Er zijn nauwelijks problemen met de chassidische joden in Antwerpen. Die manifesteren zich nochtans duidelijk zichtbaar met afwijkende uiterlijke kenmerken, maar ze breiden hun terrein niet uit. Andere bevolkingsgroepen wekken, terecht of onterecht, het vermoeden dat ze steeds talrijker worden, steeds meer gebied inpalmen, en steeds meer eisen stellen. Moslims vragen bijvoorbeeld eigen begraafplaatsen, maar in hun godsdienst is een graf voor eeuwig, en dat kan men in België niet toestaan.

Een andere factor is dat onze sociale voorzieningen gunstig zijn voor vreemdelingen die het land binnenkomen. Veel ouderen vinden het onrechtvaardig dat zij hun hele leven hard gewerkt hebben voor een klein pensioentje, terwijl mensen die hier nooit iets gedaan hebben ongeveer evenveel krijgen. Dat zijn geen hoogstaande gevoelens, maar men vindt ze wel normaal, en in hun oorsprong hebben ze niets met vreemdelingenhaat te maken. Sommigen maken dezelfde opmerking over het stempelgeld van onze schoolverlaters. Als men die gevoelens hautain van tafel veegt en die mensen voor racist uitscheldt, vergroot men hun neiging om te kiezen voor de agressieve oplossing die extreem-rechts hen voorspiegelt. Om dit conflict op een vreedzame manier te kanaliseren, moet men alvast de toevoer van vreemdelingen binnen de perken houden, en van hen eisen dat ze werkelijk inspanningen leveren om zich te integreren. Zo zouden de imams hun mensen kunnen zeggen dat ze beter niet het onderste uit de kan halen. De koran is minder fanatiek in verband met het volgen van voorschriften dan extreme moslims. Als men verhinderd wordt een bepaald gebod te onderhouden, zegt de koran geregeld: God is barmhartig.

In Rome is de Europese bisschoppensynode aan de gang. Voor de Kerk is 2000 een jubeljaar, maar is er veel reden tot jubel?

Vermeersch: De toekomst van de meeste godsdiensten is onzeker. Een groot deel van de bevolking zal altijd behoefte hebben aan bepaalde vormen van spiritualiteit en riten, en aan verklaringen voor het leven en het bestaan van de mens. De godsdiensten zouden goed op die behoeften kunnen inspelen, als ze niet zo strak aan hun dogma’s en voorschriften zouden vasthouden. Veel mensen houden bijvoorbeeld van de sfeer van het kerstfeest, maar geen enkele exegeet van enig niveau houdt nog vol dat Jezus in Betlehem geboren is, hoewel dat in twee van de vier evangeliën staat. De meeste specialisten zijn het erover eens dat Jezus broers en zusters had, en dat de blijvende maagdelijkheid van Maria – semper virgo – dus geen dogma kan zijn. Hetzelfde voor de reële aanwezigheid van Christus in het sacrament van de eucharistie. De Kerk zou veel van haar dogma’s beter als mythe voorhouden, dan als objectieve waarheid. Wie wil, kan er dan verder in geloven, en de anderen kunnen er een symboolwaarde aan toekennen, waarin bepaalde waarden worden uitgedrukt. In tegenstelling tot de Entmythologisierung die Rudolf Bultmann, in een andere context, voorstond, pleit ik dus voor een mythologisering van de dogma’s, en een vrije interpretatie van de rituelen. Dat zou ook een vrije discussie over ethische kwesties makkelijker maken, en de aanzet geven tot de afschaffing van het celibaat en het verbod op vrouwelijke priesters. In dat geval zou de katholieke Kerk de volgende eeuw met iets meer hoop tegemoet kunnen zien. Hetzelfde geldt voor de islam. Als men die een mythologisch karakter geeft, verandert er weinig aan de moslimcultuur, maar loopt iemand die bedenkingen heeft bij bepaalde verhalen of spreekt over “Duivelsverzen”, tenminste niet het risicio om meteen gestenigd te worden. De godsdienstbeleving in Japan is al in die richting geëvolueerd. Veel Japanners zien niets inhoudelijks in de shintoïstische en boeddhistische tradities, maar doen wel mee met de rituelen. Mythe en rite in de plaats van dogma en verbod, lijkt de enige toekomst voor de godsdiensten.

ETIENNE VERMEERSCH

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content