ARTROZE

BORIS KUSTODIEV De bolsjewist, 1920. Wat de kunstenaar echt van de revolutie vond, is niet te achterhalen. © retjakov Staatsgalerie

Jan Braet kijkt naar kunst en het leven, in bloei en verval, zoals de rozen. Deze week de expo Revolution in de Royal Academy of Arts, Londen.

Nooit in mijn leven zag ik zo veel rood op een tentoonstelling. Het is de felste kleur, kunstenaars gaan er meestal spaarzaam mee om, omdat ze al de rest onmiddellijk beïnvloedt, verpest of integendeel doet opvlammen, met een simpel accent: de klaprozen in het veld bij Monet, de rode rok van het skelet dat z’n botten verwarmt bij de stoof op een schilderij van Ensor. Maar als de revolutie in het land is, laaien de passies op, vloeit het bloed bij beken en wapperen overal de vaandels. De kledij, de gezichten en zelfs de paarden van de revolutionairen kleuren rood. Dan kunnen ook vooruitstrevende kunstenaars niet achterwege blijven.

De suprematist Kazimir Malevitch schilderde niet alleen een wit en een zwart vierkant, maar ook een rood: noblesse oblige, twee jaar voor de Oktoberrevolutie van 1917 echt uitbrak. Het ooit zo provocerende werk wordt honderd jaar later aanbeden als een icoon. Het maakt deel uit van het grote Malevitch-altaar, hart van de Londense expo Revolution, Russian Art 1917-1932. Opgehangen tussen andere topstukken van de meester valt het niet eens zo hard op. De titel is anders behoorlijk intrigerend: Rood vierkant (schilderkunstig realisme van een boerin in twee dimensies). Ik begrijp dat alle onderscheiden versmelten in de nieuwe, rode, communistische maatschappij.

Wanneer er voldoende helder licht op scheen, bij voorkeur van de zon, was rood anderzijds ook een feestelijke kleur, zeker voor kunstenaars die niet zo radicaal bezig waren als suprematisten, kubofuturisten en constructivisten, maar die toch ook het beste voorhadden met de leer van Lenin. Hun namen zijn buiten Rusland onbekend gebleven, en zo vormen ze de verrassing van de expo. Nog voor er sprake was van enig opgelegd socialistisch-realisme hielden een aantal schilders hun ogen bepaald niet in hun zak.

Wat te denken, bijvoorbeeld, van Boris Kustodiev? Hij schilderde een groot plein, zonovergoten, en bevlagd met wapperende rode banieren ter ere van een congres van communisten. Iedereen is op de been, een koortje zingt, een man leest aandachtig de Pravda. Maar waar is de feestvreugde? De gezichten van de mensen staan zorgelijk, en met reden: de revolutie was een jaar oud, een burgeroorlog woedde, er heerste hongersnood. Wat Kustodiev echt van de revolutie vond, is niet te achterhalen. Als kreupele kon hij er alleen maar vanuit zijn raam naar kijken. Daar schilderde hij hoe De bolsjewist als een grimmige Gulliver onder de Lilliputters opmarcheert naar een kerk, de rode vlag geheven als een wapenstok, een toorts misschien, om de boel in brand te steken.

Fijner besnaard, en begiftigd met een meer geschakeerd kleurenpalet, was Kuzma Petrov-Vodkin, die zowel communisten als gelovigen gaf wat hen toekwam. Lenin vroeg om propaganda en Petrov-Vodkin maakte aanplakborden en affiches. Zo viel niemand hem lastig als hij, in de tere stijl van Giotto en Fra Angelico, een Madonna van Petersburg schilderde, wie weet vanuit de overtuiging dat er een hogere werkelijkheid bestond dan het arbeidersparadijs op aarde. Zelfs een stilleven met een haring, een aardappel en een homp brood (het overlevingsdieet van de bevolking) gaf hij een geur van heiligheid.

Van alle markten thuis was Alexander Deineka (1899-1969), die alle stormen overleefde en zelfs onder Stalin in de jaren dertig het dogma van het socialistisch-realisme zo naar zijn hand zette dat het op een fijne modernistische stijl begon te lijken. Hoe hij een ode aan drie Textielarbeidsters bracht, door hen in een dromerig geometrische compositie neer te zetten, blootsvoets, bijna zwevend werkend aan hun weefgetouwen als aan orgelpijpen, dat heeft niemand hem ooit nagedaan.

Tot 17 april

Door Jan Braet

Als de revolutie in het land is, kleuren zelfs de paarden rood.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content