Artroze

DE KATHEDRAAL VAN ROUEN De fijn gelede constructie verandert bij het naderen in een modderige kleurenbrij. © Museum of Fine Arts, Boston

Jan Braet kijkt naar kunst en het leven, in bloei en verval, zoals de rozen. Deze week de expo Monet & Architecture in de National Gallery, Londen.

De impressionist Claude Monet (1840-1926) richtte zich intensief op de wisselwerkingen tussen licht, kleur, water en de bloeiende natuur. Zijn werk exposeren vanuit het oogpunt van de architectuur, lijkt een excentrieke onderneming. Was de gevel van de kathedraal van Rouen, die hij dertig keer in verschillende omstandigheden schilderde, immers niet louter een projectiescherm voor zijn picturale experimenten?

Schilders kijken anders naar de gebouwde omgeving dan architecten beroepshalve doen. Hun blik richt zich graag op kleur, lichtinval, plaats en verhouding van het architecturale motief tegenover de andere elementen die ze in een compositie willen gebruiken. Ik moest de Londense expo eerst zien om te beseffen dat Claude Monet daar allemaal minutieus op had gelet wanneer hij architectuur prominent in beeld bracht, wat veel vaker het geval was dan ik had gedacht. Curator Richard Thomson heeft voor een eyeopener gezorgd, zoveel is zeker.

Door de jaren was ik in de musea wel vaker tegen zo’n zinderende gevel van de kathedraal van Rouen aangelopen. Slechts zelden evenwel in een reeks van vier, zoals hier, waarbij ik de opwindende vaststelling deed dat wat op enige afstand een fijn gelede constructie leek, bij het naderen almaar waziger werd en oploste in een bijna modderige kleurenbrij. Fascinerend om te zien. Zo’n optisch effect is niet zo uitzonderlijk. Maar hier, bij elk van de vier broederlijk naast elkaar gehangen gevels van de kathedraal, grensde het aan het wonderlijke: hoe solide constructies zienderogen overgaan in een vormeloze, erg tactiele verfmassa.

Wat Monet, een beetje in dezelfde geest, ook regelmatig doet, is spelen met contrasten tussen robuuste gebouwen en wat woekerend groeit: De kerk van Varengeville, hoog op een piek bij de zee, wordt belaagd door oprukkende natuurkrachten, de ene keer door brem, de andere keer door geweldige rotsen die op levende organismen lijken. Of kijk naar The Houses of Parliament in Londen aan de Theems. Bij stormweer ondergaan de monumentale bouwwerken een invasie door een groene jungle die oprijst uit het wilde water, dat zelf in een zanderige woestijnvlakte veranderd is. Bij zonsondergang is dat hele parlement dan weer de prooi der vlammen.

Als een meesterlijk cameraman zocht Monet naar een bijzonder standpunt en een uitgekookte belichting.

Het mag best waar zijn dat Monet, of hij nu aan de Normandische of Italiaanse kust neerstreek, aan de boorden van de Seine, in Londen of Venetië, met de toeristische gids in de hand pittoreske gebouwen uitzocht om te schilderen. Maar nooit maakte hij er klassieke ansichtkaartjes van. Als een meesterlijk cameraman zocht hij naar een bijzonder standpunt en een uitgekookte belichting, die het motief tot leven brengen en karakter geven: het kikvorsperspectief maakt een drama van het uitzicht op een bruggenboog over de Nervia in Dolceacqua; een verblindend wit licht op de gevel verplaatst het Paleis van de Dogen in Venetië naar wonderland.

Voor hij systematisch met gebroken toetsen, in elkaar overvloeiende nuances van spectrale kleuren een impressionistische weergave van de dingen nastreefde, betrad Monet sporadisch een ander pad, waarop hij dan niet verderging. Tijdens zijn verblijf in Zaandam schilderde hij met glad uitgestreken, onzichtbare verftoetsen de pastelkleurige gevels van de Huisjes aan de oever van de Zaan en zette de lege ramen in een contrasterende donkere kleur. De huizen zien er uitnodigend en toch eenzaam en desolaat uit. Later kwam er een Amerikaanse schilder die resoluut verderging op dit door Monet verlaten pad. Zijn naam was Edward Hopper.

Tot 29 juli.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content