Een gesprek met staatssecretaris Eddy Boutmans.

Agalev-staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Eddy Boutmans woont in Antwerpen, zelfs vlakbij de diamantwijk. Zijn buren zijn dus in het geding als hij zich uitspreekt voor een grotere controle op de diamanthandel.

Eddy Boutmans: Er staat economisch heel wat op het spel. En de waarde van diamant berust voor 95 procent op reputatie, want wat is anders de waarde van zo’n steentje? Zodra zo’n sector in een kwaad daglicht komt te staan, is er een probleem. De onderzoekscommissie in de Senaat naar de georganiseerde criminaliteit toonde al aan dat de diamantsector ongelooflijk kwetsbaar bleek voor infiltratie door de georganiseerde misdaad. De sector zelf had daar nauwelijks enig inzicht in.

Dat komt toch door de zeer informele organisatie van de sector?

Boutmans: Ja, ze hebben wel een sterk intern controlesysteem, maar alles berust op vertrouwen, iedereen kende iedereen. Maar je kan geen wereldomspannende handel louter op grond van vertrouwen controleren. Als deze sector het ethische en juridische probleem niet duidelijk aanpakt, kan hij door allerlei boycotoperaties of gewoon door een slechte reputatie zware averij oplopen. Diamant is nu eenmaal ideaal om er allerlei dubieuze activiteiten mee te financieren. Bovendien dreigen concurrenten de markt over te nemen. Niets is zo gevaarlijk als het samengaan van ethiek en concurrentie, want ethiek kan gemakkelijk worden misbruikt.

Is concurrentiedreiging niet een te gemakkelijk argument om zich van ethische bezwaren af te maken?

Boutmans: Dat is een volstrekt hopeloze keuze, dat win je nooit. De feiten zijn er nu eenmaal, en met zo’n vertoog praat je die niet weg. Er is dus maar één keuze. Antwerpen controleert de markt en beschikt over de traditie, de technologie en de expertise. Het moet dus op een constructieve manier in de aanval gaan, door de sector te helpen saneren, van bij de winning tot de eindconsument. Alleen ontkennen zal op langere termijn niet helpen, want de druk zal toenemen. Het rapport van Robert Fowler eind deze maand zal Antwerpen duidelijk aanwijzen als een draaischijf van de handel in ‘aangebrande’ diamant. Ik heb wel de indruk dat de Antwerpse diamantsector zich ervan bewust is dat hij het initiatief moet nemen om normen te stellen. Zo kan het krediet van de sector worden gevrijwaard en misschien nog verstevigd. Met het ontwijken of het ontkennen van het probleem, gaan we de mist in.

De Belgische regering nam hierin toch ook niet veel initiatief.

Boutmans: In onze beleidsverklaring over Afrika hebben we het probleem wel vermeld. Maar er kwam inderdaad nog niet veel van in huis. Maar wat kunnen we doen? Zonder medewerking van de sector niets, want alleen de sector heeft de expertise. Het is bovendien een internationaal probleem en dus moeten ook andere landen meewerken. Wat we wel kunnen doen, is de extraterritorialiteit (het bestraffen van Belgen die in het buitenland misdaden plegen), die deze regering wil toepassen voor de wapentrafiek, uitbreiden tot de illegale diamanthandel. Fowler vond dat ook een goed signaal.

De diamantsector toonde zich nooit zeer gretig om zich aan regelgeving te onderwerpen.

Boutmans: Ik denk toch dat men inziet dat een houding van laissez-nous faire, laissez-nous passer niet langer houdbaar is, al zal wel vast nog wel heimwee naar die tijd bestaan. Tot voor kort was men daar niet mee bezig, besefte men niet dat daar een probleem bestond.

Neem nu de herkomst van diamant: men beweert nogal snel dat men die niet kan bepalen. Volgens anderen is dat best wel mogelijk, als men het maar wil.

Boutmans: Die technologie is wel recent, maar ik begrijp dat er toch veel mee mogelijk is. Toch het is niet omdat men hier die technologie bezit, dat je de hele handel controleert. Maar wie daarin het voortouw neemt, kan industrieel-technologisch een speerpuntland worden. Door het aanbieden van oplossingen voor problemen, kom je voorop in de economie. Wie doet alsof er niets aan de hand is, raakt achterop. Ook bij de herkomstbepaling kan Antwerpen het voortouw nemen en die standaard aan andere markten opdringen.

Maar het is niet alleen een Antwerps probleem?

Boutmans: Waar mogelijk, moet België, samen met de sector en de Afrikaanse privé-sector, controlesystemen op de bron van diamanten instellen. Als Antwerpen kan garanderen dat zijn aanbod correct en ethisch verantwoord is, kan het de leiding van de markt op dat essentieel probleem opnemen en komen het ethisch probleem en de daarbijbehorende internationale druk te liggen bij wie niet volgt. Door zijn sterke positie op de markt kan Antwerpen de norm opdringen. Daar zijn inderdaad risico’s aan verbonden, maar een negatieve spiraal houdt nog veel meer risico’s in.

Ziet de diamantsector dat ook zo?

Boutmans: De verstandige mensen in de diamantsector zien in dat hier inderdaad een probleem bestaat, al blijft het vooralsnog bij intentieverklaringen.

Staat de Belgische regering in deze zaak onder internationale druk?

Boutmans: Wie zich met Centraal-Afrika bezighoudt, ontsnapt niet aan het thema, en ook het Fowler-rapport – dat ik nog niet heb ontvangen – zal daarop wijzen. Het VN-embargo inzake Unita-diamant is nu eenmaal juridisch bindend en kan tot sancties leiden. België wil meewerken aan een oplossing van het probleem. Als daarmee ook het imago van België wordt bevorderd, des te beter. Dat laatste is niet mijn job, maar ik ben daar natuurlijk ook niet tegen.

De oorlog, bijvoorbeeld in Congo, wordt niet alleen met diamanten gefinancierd, maar ook met andere grondstoffen. Moet ook tegen die bedenkelijke handel niet worden opgetreden?

Boutmans: Ik heb daar nog niet veel van gezien. Misschien kan een niet-gouvernementele organisatie ook dat eens uitspitten.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content