Jean-Marie Dedecker en Filip Dewinter: één front.

Fijnbesnaardheid zal wel nooit besteed zijn aan Vlaams Parlementslid en gemeenschapssenator Jean-Marie Dedecker (VLD). Een telefoongesprek met een directeur van een beschutte werkplaats en een toevallig contact met een West-Vlaamse boomkweker die vruchteloos werkkrachten zoekt, het volstaat om het nieuwe Meerbanenplan van de Vlaamse regering met de grond gelijk te maken. ‘Dat plan is Vlaamse sinterklaaspolitiek die er enkel toe leidt dat oudere werkzoekenden de banen van jongeren inpikken. Arbeidskannibalisme is het’, vindt Dedecker.

Zulke kreten zijn natuurlijk spek voor de bek van de makers van zogeheten informatieve televisieprogramma’s. Amusement verzekerd en een olifant in een porseleinwinkel hou je niet tegen, want altijd goed voor spektakel. Gebrek aan dossierkennis mag daarbij geen hinderpaal zijn. Dedecker laten roepen dat de Vlaamse regering vorig jaar 24 miljoen euro heeft weggesmeten om veertien mensen aan een job te helpen en dat laten passeren zonder de minste repliek, het moet kunnen. Dedecker hoog van de toren laten blazen dat alleen een algemene en forse loonlastenverlaging voor meer werkgelegenheid zorgt, dan is al de bijstand van Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke (SP.A) welkom om de eminente liberaal uit te leggen dat hij met dat verrassende idee op de eerste plaats bij zijn partijgenoot, premier Guy Verhofstadt, moet aankloppen.

Bij de VLD vinden ze dit best te pruimen, ook als Dedecker er niet om maalt dat hij met zijn rebels gebrul tegen een plan dat de liberale ministers in de Vlaamse regering hebben goedgekeurd, de deur wagenwijd openzet voor Filip Dewinter (Vlaams Belang). En die laat deze kans uiteraard niet liggen om de discriminerende essentie van zijn partij in de verf te zetten. Dat werkgevers vacatures drie weken openhouden voor oudere en arbeidsgehandicapte Vlamingen die werk zoeken, kan voor Dewinter nog net door de beugel. Dat ze dat ook zouden doen voor allochtone werklozen is ‘anti-Vlaams racisme’. Het opportunisme (het bekritiseerde Jobkanaal van de werkgeversorganisaties bestaat al enkele jaren) en het cynisme (een klacht indienen bij het permanent beschimpte Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding) van Dewinter kennen geen grenzen.

Kortom, Dedecker en Dewinter één front voor een verzurende antipolitiek.

Moet een parlementslid van de meerderheid zich dan altijd en overal schikken naar een ‘zwijgakkoord’ tussen coalitiepartijen en alleen maar applaudisseren voor de ministers? Helemaal niet. Als burgers vernemen dat de dure olieproducten een half miljard extra voor de staatskas opleveren en dat ze door een overeenkomst met de petroleumsector desondanks ook opdraaien voor een korting op hun eigen stookoliefactuur, dan is het geklungel van de federale regering ter zake niet weg te moffelen door op de meerderheidsbanken in het parlement manifest niet thuis te geven en een staatssecretaris het veld in te sturen om de oppositie weerwerk te bieden. Ook dat dient de antipolitiek.

PATRICK MARTENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content