Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Eerst moest hij nog Saint-Amour opluisteren. Daarna in een paar literaire panels zitten. Zijn boek afwerken. Een tafellaken naar de stomerij brengen. Getuigen in het gerechtelijk onderzoek naar de rellen in Borgerhout. En een vernissage of vier inleiden. De Amerikanen werden er zenuwachtig van: ‘Jef, hoe zit het jong?’ Nog twee tentoonstellingen, weer een lezing, een interview aan een kunsttijdschrift… Maar uiteindelijk was het dan toch zover: Jef reserveerde zijn geliefkoosde suite in het Intercontinental van Amman, en nam tot grote opluchting van CIA en Pentagon het vliegtuig naar Jordanië.

In Washington kwam de machine met- een op gang: ultiem ultimatum aan Saddam, minitop op de Azoren, en klaar voor de aanval. Jef ontdeed zich op de luchthaven van Amman van de vervelende Rudi Vranckx door onverhoeds in een taxi te springen, en telefoneerde vanuit zijn salonnetje op de zesde verdieping zijn eerste reportage naar het thuisfront: een impressie van de situatie aan de grens met Irak. Een piccolo was zo vriendelijk enkele angstig klinkende woorden in het Arabisch te brallen, zodat het allemaal wat echter leek. ‘Bij de vorige Golfoorlog heb ik uw vader nog geïnterviewd’, vertelde Jef de verraste hotelbediende. ‘Was de perfecte imitator van Tariq Aziz. Minstens vijf van zijn uitspraken zijn toen de wereld rondgegaan en hebben de gevechten aanzienlijk bespoedigd.’

Even later stuurde hij een reservestukje door over de zonen van Saddam, waaruit de luisteraar alleen kon concluderen dat Jef de familie Hoessein persoonlijk kende en aanwezig was geweest op meerdere verjaardags- en communiefeesten. ‘De oudste, Uday, is een brutaal kereltje’, poneerde Jef. ‘Een vervelende jongen die als opgroeiende puber zijn arme vader vaak tot wanhoop dreef. En altijd ertussen komen als wij, grote mensen, aan het spreken waren. Hij is bovendien voorzitter van de Iraakse Voetbalbond geworden. De jongste, Qusai, is discreter en aangenamer in de omgang. Hij heeft de leiding over de Republikeinse Garde en staat bekend om zijn ijver en grondigheid. Inzonderheid bij het doodmartelen van oppositieleden.’

Toen dit ingelezen was, haastte Jef zich naar beneden. Ooit in Amman geweest? Voor wie er eens lekker wil dineren, is er maar één adres: het restaurant van het Intercontinental, gelegen op de top van een van de zeven heuvelen van de stad. Jef heeft er een voorbehouden tafeltje met een ligkussen. Hij had zich net een frisse cocktail van het huis laten brengen, toen hij tot zijn afgrijzen niet alleen de oren maar ook de rest van Rudi Vranckx zag binnendeinen en ongevraagd aan zijn tafel komen bijliggen. Waar hij een in aluminiumfolie verpakt stapeltje groen uitgeslagen Belgische boterhammen begon op te eten.

Jef keek in paniek om zich heen, en kreeg plots een gouden ingeving. Hij wenkte de maître d’hotel, betrok die met een heimelijke knipoog in een complot en fluisterde hem, goed hoorbaar voor Vranckx, toe: ‘Wanneer hebt ge me ook weer gezegd dat het allerlaatste konvooi naar Bagdad vertrekt? Want mijne vriend hier zou graag nog meerijden. Kunt gij dat niet flikken?’

Tien minuten later zat Vranckx, dankbaar voor zoveel collegialiteit, heen en weer te schokken in een aftandse bestelauto. De kosten werden bijgeschreven op de rekening van Jef, die met een zucht van opluchting een savarin van gerookte zalm en wijting op een bedje van witloofchiffonade zag aanvoeren. Toen hem vele uren later in de bar een bolbuikig glas Calvados werd volgeschonken, stelde vierhonderd kilometer verderop een radeloze Vranckx vast dat alle internationale tv-satellietpunten waren opgedoekt en hij dus nergens een stand-up kon doen.

Teleurgesteld beweerde hij dan maar via de mobiele telefoon dat de spanning bij de Iraakse bevolking steeg, en in Brussel werden er een paar oude straatinterviews uit Op weg naar Bagdad tussen gemonteerd. Zodat we datzelfde krijsende vrouwmens van de vorige keer nog eens te zien kregen. En dezelfde tolk die een aanklacht tegen het Amerikaanse unilateralisme van een hem door Vranckx toegestopt papiertje aflas.

Rudi had nauwelijks ingehaakt of vanuit de verte kwamen vier Iraakse militairen driftig zwaaiend op hem toelopen. ‘Zijt gij Rudi Vranckx?’ riep de leider van het commando enigszins buiten adem. Vranckx achtte zijn laatste uur geslagen en viel jammerend op zijn knieën: ‘Pitié. Pitié. I not American. I Belgium. Friend. Manneke Pis. Louis Michel.’ De Irakezen krabden zich verwonderd in de haren en vroegen zich af tot welke vreemde godsdienst deze rare snoeshaan met zijn merkwaardige rituelen behoorde. Toen duwden ze hem een verroeste radio-ontvanger in handen: ‘Het is Leo De Bock voor u.’

Vranckx meende dat hij hallucineerde. De hitte, het stof, de spanning, die vriendelijke Jef Lambrecht… het was blijkbaar allemaal wat te veel geworden. Maar uit de radio klonk tot zijn ontzetting inderdaad een weliswaar krakende en piepende, maar niettemin meer dan bekende grafstem: ‘Hier Leo De Bock. Hier Leo De Bock. Bevel aan Rudi Vranckx: verlaat onmiddellijk Irak. Herhaal: verlaat onmiddellijk Irak. Over.’

Vranckx viel een tweede keer kreunend in het woestijnzand: ‘Leo, dat kan niet. Ik ben er pas. Ze gaan allemaal met mij lachen. Wat zal Johan Depoortere zeggen? En hoe belachelijk gaan ze mij weer maken in de Knack?’ Uit de ontvanger kwam een hoge fluittoon en toen klonk opnieuw de gezaghebbende stem uit Brussel, luider en duidelijker dan de middengolf buiten de negentien gemeenten: ‘Hier Leo De Bock. Bevel aan Rudi Vranckx: verlaat onmiddellijk Irak. Over.’ Daarna begaf de zender het en werd Vranckx door de Iraakse militairen van zijn geld en juwelen beroofd.

Toen hij uren later berooid en uitgeput opnieuw het Intercontinental in Amman binnenstrompelde, lag er een fax dat hij stante pede naar Koeweit moest vertrekken. En hoorde hij vanuit een telefooncel door de lounge galmen: ‘Hier in Bagdad spreken straks de kanonnen. Jef Lambrecht, voor het radionieuws in Irak.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content