Tijdens een top van twee dagen streken de Europese buitenlandministers in Ierland de plooien glad. Dat was ook wel nodig, na de kakofonie over de Amerikaanse raid in Irak.

EEN BERICHT UIT TRALEE

NOG MAAR EENS heeft Europa zijn verdeeldheid en onmacht getoond. Daardoor versterkten we Saddam Hoessein en verwijderden we ons verder van de Amerikanen. Het zal de Verenigde Staten niet stimuleren om in de toekomst meer overleg met ons te plegen.?

In een hoek van het Brandon Hotel van het onooglijke Ierse stadje Tralee formuleerde Europees commissaris Hans van den Broek zijn gram over de dissonante reacties van de lidstaten op het nieuwste salvo Amerikaanse kruisraketten op Irak. Terwijl de Britten applaudisseerden en de Fransen kritische kanttekeningen plaatsten, onderscheidden de andere lidstaten zich met standpunten die vooral diplomatiek vernuft en gêne verraadden. Men wou zich niet van de Amerikanen desolidariseren, maar ze evenmin aanmoedigen om er nog verder de beuk in te zetten. Grootmacht Europa bleek weer eens tot toeschouwer gedegradeerd.

Op uitnodiging van hun collega Dick Spring waren de vijftien ministers van Buitenlandse Zaken naar de Ierse westkust afgereisd om er gedurende twee dagen over de grote internationale dossiers van de Unie te brainstormen. Met zijn negentienduizend inwoners is Tralee het Europese stadje dat het dichtste bij Amerika ligt en dat bleek een terechte keus. De relaties met de Verenigde Staten stonden immers centraal in de debatten. Het topberaad werd compleet in beslag genomen door de Amerikaanse raid op Irak, waardoor de oorspronkelijke agenda in de schaduw terechtkwam. Het Ierse voorzitterschap hoopte om hier een doorbraak over het nieuwe unieverdrag te forceren en de andere lidstaten te overtuigen enige spoed achter de onderhandelingen te zetten. Die slepen nu al maanden aan. Ze begonnen met de plechtige opening van de Intergouvernementele Conferentie (IGC) op 29 maart in Turijn en hebben tot dusver weinig of geen resultaten opgeleverd.

?In feite,? zei een Belgisch diplomaat nog voor de tweedaagse aanving, ?zitten we al volop in een crisis-scenario.? De Ierse ambitie om de logge IGC-trein weer op de gang te trekken, werd niet gerealiseerd. Hoe erg Frankrijk zich ook inspande om de Ieren in hun plannen te steunen, de andere deelnemers bleven afremmen. De Britse conservatieve regering heeft er geen enkel belang bij om voor de verkiezingen zelfs maar de minste toegeving te doen, terwijl de meeste andere lidstaten overtuigd zijn dat de echte onderhandelingen pas kunnen beginnen, wanneer John Major uitgerangeerd is als eerste-minister. Ergens in mei volgend jaar zou dat zover moeten zijn.

HEFBOOM.

Telkens als er in de Unie iets grondig fout loopt, gebruiken de voorstanders van meer integratie dit falen als een hefboom voor een hechter Europees project. Dit heet allicht positief denken. De afgang in Bosnië vormde voor velen het uitgelezen argument om de absolute noodzaak van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te bepleiten. De kakofonie rond Irak werd op dezelfde manier nuttig aangewend. Commissaris Van den Broek : ?Dit moet ons toch aansporen om procedures te bedenken, die ons toelaten om op zulke momenten met één stem te praten. Of Europa nu achter het Britse of het Franse standpunt staat, is minder belangrijk dan het feit dat het met één stem spreekt. Ik hoop dat het een les is als we serieus over het nieuwe Europese verdrag beginnen te onderhandelen.?

Die mooie intenties werden in Tralee door de Britten niet tegengesproken, wel sterk gerelativeerd. Volgens Malcolm Rifkind, het hoofd van de Britse diplomatie, kunnen betere procedures niet alles oplossen en zeker de fundamentele meningsverschillen niet uit de wereld helpen. ?Of we nu met een gewone of een bijzondere meerderheid stemmen ; als de belangen niet dezelfde zijn, zullen de standpunten blijven verschillen. In Irak verdedigden Frankrijk en Groot-Brittannië andere belangen, vandaar de tegenstelling.? Rifkind leek daar niet echt zwaar aan te tillen, want heel veel illusies over één Europese buitenlandse politiek maakt hij zich niet. ?Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we in de toekomst alleen over die onderwerpen praten, waarover we het allemaal volledig eens zijn. Wat voor zin heeft het als het Europees buitenlands beleid slechts de grootste gemene deler is van wat de vijftien lidstaten denken ??

Op de terugreis naar Brussel legde de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Eric Derycke (SP) andere klemtonen. Volgens hem geven de meningsverschillen over het Amerikaans optreden in Irak een verkeerd beeld. ?Op de tweedaagse is gebleken dat de vijftien over opmerkelijk veel dossiers bijna hetzelfde denken. Over Israël en de Palestijnse kwestie bestaat er een gemeenschappelijke visie, maar ook over de verdere actie in Irak weerklinken er weinig dissonante stemmen. Zo vinden we dat er geen reden is om een punt te zetten achter het food for oil-programma, zoals een deel van de Amerikaanse diplomatie bepleit. Het valt trouwens op dat de ergernis over het Amerikaans buitenlands beleid toeneemt. Zelfs bij de Britten heerst er ongenoegen over de Helms-Burton-wet.?

De wet die onlangs door het Amerikaans parlement werd aanvaard, heeft in Europa inderdaad een eensgezind afwijzingsfront uitgelokt. Vorige week nog werd ze in het Europees parlement verketterd door de commissaris, bevoegd voor Buitenlandse Handel, Sir Leon Brittan. ?Deze wet is in strijd met het internationaal recht, en bovendien ook nog contraproductief. Het is tijd dat er daden komen, zodat de Amerikanen beseffen dat het ons menens is.? Brittan, die in een vorig leven een prominente positie bij de Britse conservatieven innam en bezwaarlijk van anti-Amerikaanse gevoelens kan verdacht worden, verwoordde slechts de Europese consensus. De Unie is hier (opmerkelijk) eensgezind, omdat haar economische belangen op het spel staan. Ze slikt het niet langer dat de VS unilateraal beslissen wat wel en niet kan in de wereldhandel. Volgens de wet-Helms-Burton, een aanscherping van het Amerikaans handelsembargo tegen Cuba, kan een straf opgelegd worden aan buitenlandse bedrijven met belangen in ondernemingen, die na de Cubaanse revolutie zijn onteigend.

Als gevolg van het Europees protest heeft de Amerikaanse president Bill Clinton het deel van de wet dat de vijftien het meest stoorde, voor zes maanden opgeschort. En om Europa te overtuigen dat de Amerikaanse regering hier graag een vergelijk wil, kwam de speciale gezant van de president, de voormalige ambassadeur bij de Unie, Stuart Eizenstat het dossier in Brussel bepleiten. Tevergeefs, want in het Ierse Tralee ging iedereen ermee akkoord dat er Europese tegenmaatregelen moeten komen. Het Amerikaans congres, dat Clinton in deze de hand forceerde, zat ondertussen niet stil. In augustus werd de D’Amato-wet goedgekeurd, die toelaat buitenlandse bedrijven te straffen die minstens veertig miljoen dollar per jaar in de energiesectoren van Iran of Libië investeren. In Europese kringen zette dat opnieuw kwaad bloed.

SPECIALE TOP.

In de mate dat de economische belangen van de diverse landen gelijk lopen, wordt het gemakkelijker om gestalte te geven aan een gemeenschappelijk Europees buitenlands beleid. Derycke ziet bijgevolg reden tot optimisme, ook al omdat de Unie leerde uit de blunders van het verleden. Hoopgevend vindt de minister de Europese houding rond voormalig-Joegoslavië. ?Iedereen is er nu van overtuigd dat er in Bosnië een post-Iforprogramma moet komen, zodat de situatie er de volgende twee jaar geconsolideerd wordt.? Over de inhoud van dat programma zal de volgende weken en maanden worden gepraat. Ze geloven echter allemaal dat het slechts kans op slagen heeft, indien het ook een militair luik bevat. Carl Bildt, de speciale gezant van de Unie in Bosnië, die ook in Tralee passeerde, liet daarover geen twijfel bestaan. ?Tot twee jaar na de verkiezingen zullen er in Bosnië buitenlandse troepen gestationeerd moeten blijven. Een internationale aanwezigheid neemt veel van de angsten weg.? Bildt onderstreepte voorts dat de verkiezingen van veertien september een bijzonder delicate fase worden. ?Alles wat we tot nog toe hebben gedaan, is kinderspel vergeleken bij wat er na de verkiezingen gaat gebeuren.?

Tot dusver is het niet duidelijk hoeveel en welke troepen na 31 december in Bosnië zullen opereren. Europa hoopt alleszins dat een deel van de Amerikaanse troepen, ondanks de formele beloften van Clinton aan het Congres, ook in 1997 nog in Bosnië zal blijven. Anderzijds groeit de overtuiging dat de situatie veel minder militaire middelen zal vereisen dan momenteel het geval is. ?Ik denk dat we het de volgende twee jaar met een fractie van de bestaande troepen kunnen doen,? zei Rifkind. Mede omwille van Bosnië en de hoop dat de Amerikanen bij de militaire operatie betrokken blijven, wil Europa de tegenstellingen met de VS niet op de spits drijven. Zelfs Hervé de Charette, de Franse minister van Buitenlandse Zaken, spande zich in om meningsverschillen met de Amerikanen over Irak te minimaliseren. Heel nadrukkelijk zei hij dat Frankrijk zijn engagementen in Irak blijft nakomen. ?We blijven ons deel doen bij de bewaking van de no-fly-zone, althans tot de 32ste breedtegraad.?

Het is een vast Europees ritueel dat er doorgaans minder over principes dan over praktische zaken wordt geruzied. Hoe abstracter de discussie, des te gemakkelijker er eensgezindheid wordt bereikt. In het Ierse Tralee werd van die regel niet afgeweken. Over Israël en Bosnië bleek de consensus niet al te moeilijk, omdat het de lidstaten momenteel tot weinig engageert. Over Irak ging het al aanzienlijk moeilijker en over het nieuwe verdrag was het bijna onmogelijk. Daar moest er immers niet over principes gesproken worden, wel over een datum waarop regeringsleiders elkaar konden treffen om de onderhandelingen opnieuw vaart te geven.

Op vraag van de Fransen was het principe van een bijkomende top op de raad van Firenze aanvaard, zij het met heel weinig enthousiasme. De vorige weken hebben de vijftien intens gezocht naar een datum waarop iedereen zich kon vrijmaken. Dat werd een hachelijke klus. Met veel moeite werd finaal 5 oktober naar voren geschoven. Echt zeker is het ook nu nog niet, want Portugal ligt nog dwars omwille van een groot katholiek feest waaraan de socialistische premier zich moeilijk kan onttrekken. Ook België zit niet op zo’n bijkomende top te wachten. De Belgische diplomatie vreest dat Frankrijk tevreden is met minimale verdragswijzigingen en daarrond op de top een forcing zal voeren. België wil ingrijpende veranderingen en die zijn slechts haalbaar als Major van het toneel is verdwenen en als op de steun van de Duitsers kan gerekend worden.

Paul Goossens

Malcolm Rifkind van Groot-Brittannië met Lamberto Dini van Italië en Wolfgang Schüssel van Oostenrijk (van links naar rechts) in Tralee : vlugger een akkoord over principes dan over praktische zaken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content