Secretaris-generaal van de Arabische Liga Amr Moussa hoopt nog dat een ‘botsing van beschavingen’ afgewend kan worden. Maar: ‘Als de heren haviken in Amerika zo verder gaan, kunnen we niet anders dan opstaan en ons verdedigen.’

Foto’s Maria Fialho

Een bericht uit CaÏro

Is er naast Irak en het onzalige regime van Saddam Hoessein een tweede slachtoffer van de tweede Golfoorlog, dan wel de Arabische Liga. In 1945 werd die opgericht om de Arabische eenheid te smeden tot een politiek wapen. Maar de Arabische Liga kon in de voorbije maanden de oorlog tegen lidstaat Irak niet voorkomen. Erger, de Liga kwam amper één keer samen om over het conflict te praten. De Egyptische president Hosni Mubarak zei vorige week dan ook dat voor hem de Liga moet worden omgebouwd: een ander charter, en weg met de regel van de unanieme beslissingen. De Arabische wereld is immers zo verdeeld dat ze zo helemaal niets meer kan beslissen. De secretaris-generaal van de Arabische Liga zou in ernst zijn ontslag overwogen hebben.

Secretaris-generaal van de Arabische Liga is sinds mei 2001 de in 1936 geboren Egyptische diplomaat en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Amr Moussa. Hij zette zich onder meer in voor het op gang trekken van een Israëlisch-Palestijns vredesproces, en is in Egypte nog steeds populair. Het verhaal wil dat Amr Moussa – een man van eenvoudige afkomst die ‘de laatste nasserist’ heet te zijn – met zijn mengeling van nationalisme en sociale rechtvaardigheid eigenlijk al té populair werd in Egypte. Een Egyptische charmezanger lukte een enorme hit met een liedje Ik hou van Amr Moussa en ik haat Israël. Eigenlijk daarom kreeg Amr Moussa een nieuwe carrière aan het hoofd van de Liga aangeboden. Daar werd van hem nogal wat verwacht in 2001. Met zijn dynamisme en zijn gewoonte om geen blad voor de mond te nemen, kon Moussa misschien wat niemand anders aandurfde: de Arabische Liga nieuw leven inblazen.

We zijn een oorlog verder. Ja, we zijn verdeeld, horen we Amr Moussa zeggen, en de Europeanen zijn ook verdeeld, en de NAVO is ook verdeeld. De man die we aantreffen in het grote gebouw van de Arabische Liga aan de Nijl in Caïro, is diep bezorgd en pessimistisch.

Is de oorlog gedaan, of begint hij nu pas?

AMR MOUSSA: Het hangt er van af wat je met oorlog bedoelt. Het gaat niet meer over Saddam Hoessein: dat regime is voorbij. Irak is nu aan de orde van de dag. Waarmee ze bezig zijn in Irak. De repercussies van de invasie. De reactie van de mensen. Hoe het land weer op te bouwen? Wie het weer zal opbouwen? En wie veiligheid en orde zal handhaven?

Daarbij de situatie in de buurlanden en in de regio in het algemeen. En wat er nu op het programma staat, als we luisteren naar wat meneer Donald Rumsfeld zegt. Dat zijn de problemen waar we nu voorstaan. Niet het lot van meneer Saddam Hoessein: zijn rijk is voorbij.

Hoe moet het verder volgens u?

MOUSSA: Als de chaos in Irak en de te verwachten confrontaties tussen segmenten en geografische streken en verschillende volkeren in Irak niet gestopt worden, komen daar grote moeilijkheden van. Voor Irak en voor de hele omgeving. Daarom zeg ik dat de episode niet voorbij is. De gevolgen zullen nog een heel eind uitdeinen. Hier komt de Arabische Liga voor haar verantwoordelijkheden te staan. En de Verenigde Naties. Om te trachten het Iraakse volk te helpen.

Buitenlandminister Colin Powell zei dat de VS niet van zin zijn de overheidscontrole van Irak over te laten aan wie dan ook.

MOUSSA: Die boodschap is wellicht meer tot de Verenigde Naties gericht. Omdat de VN de invasie van Irak niet goedkeurden en de Veiligheidsraad weigerde een mandaat voor de oorlog te geven, sturen de VS nu het complimentje retour. Washington zegt: wij zijn daar nu, we hebben het werk gedaan zoals het ons goed leek. En daarom zullen we het land alleen weer opbouwen. Zelf denk ik dat de VN uitsluiten of hun rol verkleinen niet goed is. De VN en de Veiligheidsraad hebben een belangrijke rol te spelen, als zij die op zich willen nemen. De VN, dat is een veiligheidsnetwerk met een goede naam. De Arabische Liga is ook een veiligheidsnetwerk en een verplichte halte in deze regio. Als die twee samenwerken en de Amerikaanse en Britse strijdkrachten trekken zich tegelijkertijd terug, zou dat beter zijn om de Iraakse bevolking te helpen met het heropbouwen van hun toekomst en hun systeem. Zeker omdat de VS zo’n prominente rol spelen in de Verenigde Naties. Het is immers geen kwestie de situatie over te laten aan een onbekende: men zou ze overlaten aan een organisatie waarin de Amerikanen hoe dan ook een belangrijke rol spelen.

Wat kan daarin de rol van de Arabische Liga zijn?

MOUSSA: De Arabische Liga kan werken als een organisatie waarvan de Iraakse bevolking zich lid voelt. Dat zou enorm helpen bij het creëren van een positieve atmosfeer. Het zou de VN helpen. Ook politiek.

Weten de Amerikanen dat zij, als ze te lang blijven en Irak zelf willen regeren, een magneet zullen worden voor alle Arabische woede in de regio?

MOUSSA: De woede is daar al, dat verzeker ik u. Het is een gecumuleerde woede, die Irak combineert met Palestina. Plus daarbij het gevoel dat Arabieren en moslims aangevallen worden als vijanden van het Westen. Al mogen wij de aanval op Irak niet bestempelen als een aanval van het Westen. Het is een aanval van de VS en het Verenigd Koninkrijk alleen. Er was sterke oppositie van Duitsland, Frankrijk en Rusland, die allemaal bij het Westen horen. Het gaat niet tussen Oost en West. Maar dat gevoel ontstaat uit die zogenaamde clash of civilisations, de botsing tussen de beschavingen. De oorlog tegen islam en moslims, de verwijten dat ze allemaal schuldig zijn, niet alleen een kleine fractie extremisten. Indertijd, toen Andreas Baader en Ulrike Meinhof terreur zaaiden in Duitsland en Europa, ging niemand álle Duitsers daarvan beschuldigen. Dus het is dom alle Arabieren of alle moslims te beschuldigen. Maar dat is wel wat er gebeurt. In veel westerse landen proberen ze de situatie beter aan te pakken, maar de beschuldiging is daar wel. En de extremisten in Amerika, vooral de nieuwe christelijke rechterzijde, zijn in feite gevaarlijker dan gelijk welke islamitische groep in de moslimwereld.

Dat zijn de mensen die het hebben over de hertekening van de Arabische wereld.

MOUSSA: Die geloven daarin, ja. Maar ik vrees dat ze er op de verkeerde manier in geloven. De Arabische wereld ombouwen, en de Arabische wereld de 21e eeuw binnenbrengen, er democratie ontwikkelen en mensenrechten verdedigen: dat is allemaal hoogst noodzakelijk. En positief, wij zijn daar allemaal voor. Maar wat nu gebeurd is in Irak, en wat bezig is in Palestina, toont wat sommige mensen écht met het Midden-Oosten van plan zijn. En dat is geen hertekening. Dat is een ‘re-extremisering’ van de Arabische wereld.

Wat president George Bush en minister van Defensie Donald Rumsfeld aan Syrië te zeggen hadden, helpt niet?

MOUSSA: Dat helpt helemaal niet. Syrië aanpakken, beschuldigen, aanvallen, is slechts een andere manier om het Midden-Oosten verder op het pad van het extremisme te jaren. Het bozer te maken, gefrustreerder, geagiteerder. Met de heren haviken in Amerika die Syrië willen aanpakken en wie weet wat daarna, zitten we op een hellend vlak. We drei- gen steeds verder de helling af te gaan.

Ik vind dat na het gebeurde in Irak, de volgende stap moet zijn: het Palestijnse probleem oplossen. Niet Syrië aanvallen. Als ze echt het Midden-Oosten willen hertekenen of herdecoreren of wat dan ook, dan moeten ze langs het Palestijnse probleem passeren. Niet langs nieuwe aanvallen op Syrië of een ander Midden-Oosters land.

Voor de Palestijnen moet de befaamde ‘road map’ dezer dagen gepubliceerd worden.

MOUSSA: Laten we niet overdrijven. Dat plan wordt nu beschouwd als het wondermiddel voor alle kwalen van het Midden-Oosten, en dat is natuurlijk niet zo. Het zou een belangrijke stap kunnen zijn. Een stap, meer niet. Als ze het ernstig opvatten en het gecombineerd wordt met een welbepaalde kalender die berust op een parallelle invulling van verplichtingen. En dit met garanties dat Israël tot de orde zal geroepen worden als het zijn verplichtingen niet nakomt. Want het is bekend dat Israël als het ware boven de wet is komen te staan. Zij kunnen ongestraft doen wat hen belieft, door de steun en het vooroordeel van Amerika. Dus, als dat vooroordeel overeind blijft, zal Israël ongestraft zijn verplichtingen niet nakomen. Dan zullen de Arabieren en de Palestijnen hun deel van de overeenkomst moeten uitvoeren, en Israël zal dat niet hoeven te doen. Dit zal niet werken. Daarom zijn garanties van uitvoering door beide zijden zeer belangrijk. Zo zouden we tegen 2005 een leefbare Palestijnse staat kunnen bereiken, en de definitieve regeling van het Arabisch-Israëlische conflict. Net zoals president Bush het heeft uitgetekend in zijn visie.

Heeft u aanwijzingen dat het Bush daarmee ernst is?

MOUSSA: lk neem aan dat hij zich geëngageerd voelt met een visie, een datum. Als we naar 2005 moeten zonder dat die visie gerealiseerd wordt, wat dan? Wie kan er dan nog wat dan ook garanderen ? En wie kan een gegeven woord geloven, van waar het ook komt? Tot dusver geloof ik dat president Bush meende wat hij zei, en niet gewoon bezig was de Arabieren te kalmeren.

En heeft u aanwijzingen dat de Israëlische premier Ariel Sharon zal doen wat het plan van hem verwacht?

MOUSSA: Neen, die heb ik niet.

Kan de Arabische Liga een rol spelen in dit conflict?

MOUSSA: Ja. De Arabische Liga produceerde de Arabische visie op de top van Beiroet in 2002. Die visie willen wij ook realiseren. Wij willen onze verplichtingen nakomen, op voorwaarde dat Israël hetzelfde doet. Maar de Arabische Liga wil zeker dit initiatief steunen, dat trouwens de steun heeft van de VS, van de Europese Unie en van iedereen. Alleen Israël verzet zich ertegen. Het is daarom dat het zo weinig geestdrift opwekt in sommige hoofdsteden.

Dit initiatief gaat concreet over Israël dat zich terugtrekt binnen de grenzen van 1967, geen kolonies in de Palestijnse staat, enzovoort. En in ruil daarvoor normalisering.

MOUSSA: Neen, vrede. Formele vrede met alle Arabische landen, buurlanden en verre landen. Alle Arabische landen, van Mauritanië tot de Golf, zijn bereid het conflict als beëindigd te beschouwen en Israël te erkennen. En dan een normaal leven te leiden, met normale relaties, open grenzen, enzovoort. De Israëliërs keren terug naar hun grenzen van 1967, en er wordt onderhandeld over een nieuwe relatie tussen Israël en de Arabieren, een nieuw systeem dat ieders veiligheid garandeert. Dat is een heel pak! Dit is belangrijk voor een land als Israël dat nooit door iedereen erkend werd in het Midden-Oosten, en dat altijd als een vreemdeling beschouwd werd. Als wij hen nu binnenhalen, met hen samenwerken, onze wederzijdse grenzen en hen erkennen, dan is dat een hele verwezenlijking. Maar dan wel in ruil voor stukken land die zij bezetten sinds 1967.

Maar in 2002 weigerde Israël het Arabische voorstel?

MOUSSA: Maar de VS aanvaardden het en iedereen aanvaardde het. Het ‘kwartet’ werkte erop. Maar bij ons denken velen dat Sharon en zijn regering in zulke vrede niet geïnteresseerd zijn, en de huidige situatie willen laten voortduren. Omdat ze een hoop geld en hulp verdienen aan deze polarisering en misschien winst halen uit de chaos in het Midden-Oosten. Dat is volgens mij kortzichtig. De beste politiek voor iedereen, Israël inbegrepen, is gestaag in de richting van de vrede voortbewegen. Niet voortdoen met die onophoudelijke confrontatie, die bloedige oorlog. Maar nooit zullen Arabieren aanvaarden dat Israël hun grondgebied inlijft. Zelfs al duurt het conflict tot in de 23e eeuw, ze zullen het nooit aanvaarden.

Er heerst een groot gevoel van frustratie bij de Arabische bevolkingen over het uitblijven van die vrede – ook nadat Egypte ze in 1979 had getekend, en later Jordanië. En over het uitblijven van de verwachte vredesdividenden.

MOUSSA: We waren toen maar met zijn tweeën. We praten nu over 22 landen. Nu komen de vredesdividenden. Die twee landen hebben nu normale relaties, en hoe dan ook bepaalde dividenden. Maar de houding en de politiek van Israël tegenover de Palestijnen hebben die vrede zeker aangetast. Want de mensen hier horen bij de Arabische wereld en voelen sympathie voor de Palestijnen die door de Israëli’s aangevallen worden. Daarom geloof ik dat de Israëlische politiek, zeker onder Likoed, dit toenaderingsproces – dat had moeten voortgaan ná onze twee landen – sterk heeft aangetast. Nu hebben we een nieuwe kans met de road map. Maar we zullen die moeten zien. Dat het niet zomaar een road map is om sommige mensen een tijdje te kalmeren. Ze moeten de Arabieren nu ook niet voor stommelingen aanzien. Een road map op zichzelf is niet genoeg. We gaan die ook niet beschouwen als een belangrijke stap vooruit. En misschien is het wel helemaal niets, als het niet gekoppeld wordt aan parallellisme, een kalender, en garanties.

De Amerikanen die op deze oorlog tegen Irak hebben aangedrongen, lieden als Paul Wolfowitz en Richard Perle, denken helemaal niet zo.

MOUSSA: Dat weet ik. Als we dus met hen af te rekenen hebben, en we zitten met Sharon aan de andere kant, dan kan je je inbeelden wat ons allemaal te wachten staat.

Bereidt u zich daarop voor?

MOUSSA: We zijn ons bewust van die mogelijkheid. En ik verzeker u dat wij heel pessimistisch zijn over de toekomst van het Palestijnse probleem. Toch zeker op dit moment.

Gaan we dan de botsing van beschavingen, tussen het Westen en de islam, krijgen?

MOUSSA: Ik zou niet zeggen: ‘het Westen’. Veel Europese landen doen niet mee aan deze negatieve politiek. Maar als van die kant niets komt en bepaalde extremisten – adviseurs, politici, hoge ambtenaren – spelen in de kaart van de extremisten in Israël en de groepen hier die een botsing van beschavingen willen, dan zal er niets anders meer opzitten dan confrontatie. En dat voor lange tijd.

Met andere woorden, als ze een botsing van beschavingen willen, kunnen ze die krijgen?

MOUSSA: Absoluut: zij leggen ons de clash of civilisations gewoon op. Wat kunnen we dan anders doen dan opstaan en ons verdedigen? Maar er zijn genoeg gematigden in dit deel van de wereld, en velen van ons zijn bereid om te helpen die botsing van beschavingen te voorkomen. Want van heel die affaire van Oost en West zien wij de diepe zin niet in. Wij zijn gewonnen voor samenwerking van de Arabische regio met de wereld rondom, en voor integratie van de Arabische regio in de wereld. En wij zien geen redenen voor welke confrontatie dan ook tussen het christendom en de islam. Of zelfs tussen het judaïsme en de islam. Maar door de politieke manoeuvres en het gestook tussen extremistische groepen in Israël en in de Arabische wereld én in de VS, of in het Westen in het algemeen, heb je dáár een botsing van beschavingen.

In Europa menen velen dat de oorlog tegen Irak over olie ging. Over de controle op de olie van de Arabische wereld.

MOUSSA: Ik sluit het niet uit, maar ik ga niet zeggen dat dit de enige reden was. De olie is heel belangrijk natuurlijk, in termen van economie. Maar ik geloof echt niet dat dit de belangrijkste factor is. Het is een combinatie van factoren, deze botsing van beschavingen die door extremisten als een item op de wereldagenda gezet is. Een factor is ook de droom van velen dat de Arabische wereld veranderd moet worden en dat velen denken: wij, pardon, ik kan die veranderen! Een verkeerde notie. Wat het Midden-Oosten zal veranderen, net als andere werelddelen, is samenwerking. Een vreedzaam proces, dat wel tien jaar zal duren, maar dat de Arabische wereld zal veranderen. Waar ze nu mee bezig zijn, zal nog langer duren, en het zal niets veranderen, tenzij in extremistische richting.

Arabische landen als Egypte zelf, of als Jordanië, worden door de recente ontwikkelingen heel kwetsbaar?

MOUSSA: Ik zou zeggen dat het hele Midden-Oosten heel kwetsbaar is geworden. Kwetsbaarheid wil niet noodzakelijk zeggen zwakheid. Maar wel spanning. Omdat bepaalde kringen, meer speciaal intellectuele groepen in het Westen, wellicht denken: ze zijn kwetsbaar, dus zijn ze gemakkelijk manipuleerbaar, we kunnen ze boetseren naar het model dat wij in gedachten hebben. Die logica is niet correct. De kwetsbaarheid bestaat, maar zij is voortgekomen uit bepaalde economische en politieke ontwikkelingen in deze regio. Als je die problemen corrigeert, krijg je sterke samenlevingen die extremisme kunnen weerstaan en kunnen opkomen voor samenwerking. Als het Westen, of een deel van het Westen, op deze kwetsbaarheid zou inspelen, wordt dat suïcidaal voor iedereen. Voor iedereen.

Suïcidaal voor iedereen: wat betekent dat?

MOUSSA: Heel de regio in de handen van extremisten spelen! Als je al de Arabische landen aanvalt en de hoek in drijft, ze vernedert, zal het resultaat een revolte zijn. Waarom de zaken tot het uiterste drijven? Als je een kat in een hoek drijft, weet je wat er met je gebeurt. En sommige katten worden tijgers.

Osama Bin Laden?

MOUSSA: Ja, mensen als Osama Bin Laden. En mensen als Carlos voor hem. Het gaat niet om de namen. Het gaat om de samenlevingen die zulke mannen voortbrengen. We moeten die samenlevingen helpen.

Dat vraagt een hoop geld en veel economie.

MOUSSA: Och, al het geld van de olie hoeft niet in één pijpleiding om in één richting weg te vloeien.

Sus van Elzen

‘De extremisten in Amerika zijn gevaarlijker dan die van de moslimwereld.’

‘Al het geld van de olie hoeft niet in één pijpleiding in één richting weg te vloeien.”Waar ze nu mee bezig zijn, zal lang duren. En het zal niets veranderen, tenzij in de slechte richting.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content